Historisch Archief 1877-1940
Jeugdnummer
Kerstmis 1932
Hebben zij voorts werkelijk nooit vernomen,dat die zelfbeheersching
veel meer verondersteld wordt dan bedreven ? Weten zij niet dat van
de in het huwelijk eerstgeboren kinderen bijna een vierde van het
aantal verschijnt voor de zesde huwelijksmaand is verloopen?
Zij bouwen -stelsels op, de eene met dien grondslag; de andere met een
anderen grondslag. Doch wat aan hun stelsels ontbreekt is de oprechte
aanvaarding der werkelijkheid.
*
* *
Welke voorlichting geeft de burgerlijke moraal?
Welke zijn de vormen van sexueel verkeer die volgens de goede
zeden" toelaatbaar zijn ? Welke opvattingen van zedelijkheid worden
geduld in de burgerlijke maatschappij ?
Daar is het theologisch standpunt: Onder geen omstandigheid is
seksueel verkeer vóór het huwelijk veroorloofd en beperking van 't
kindertal is alleen toelaatbaar door onthouding.
Daar is het standpunt van hen, die ook zonder dat zij gezag toeken
nen aan theologische voorschriften, seksueel verkeer alleen toelaatbaar
achten terwille van nakomelingschap, en alleen binnen huwelijk
verband. De onthouding is voor hen het hoogste ideaal.
Daar is het standpunt dat de regeling van het kindertal in het
huwelijk een eisch van verantwoordelijkheidsgevoel is tegenover kind
en maatschappij. Officieel schijnt deze opvatting nog beschouwd
te worden als een gevaar voor de goede zeden, zoo werd aan het
AlettaJacobshuis een stand op de tentoonstelling Moeder en Kind" te
Amsterdam ontzegd. Intusschen zullen de goede zeden" de erken
ning van het recht op regeling van het kindertal openlijk moeten
aanvaarden, omdat de noodzakelijkheid daartoe dwingt, ook al zal dit
aanvaarden nog een tijdlang met neergeslagen oogen geschieden.
Er zijn nog andere opvattingen omtrent bizcndere methodes van
samenleving tusschen man en vrouw, die als toelaatbaar worden er
kend. Maar zij betreffen alleen het samenleven in een huwelijk, door
de wet gesanctionneerd. De velen voor wie de weg naar het huwelijk
afgesloten is, hebben aan deze opvattingen niets. Het paar dat elkandei
gekozen heeft als levensgezellen maar voor wie geen uitzicht op trou
wen bestaat, voelt zich buitengesloten.
Maar de jeugd blijft de jeugd. Er straalt nu eenmaal een zon in
hun hart, die zich niet gemakkelijk laat verduisteren, de zon van
verlangen, verlangen naar geluk. Niets of niemand kan de jeugd
tegenhouden te streven naar eigen levensvreugde, als die maatschap
pelijk niet schaadt.
Als de maatschappij door een verkeerde inrichting zelf haar den
weg verspert naar het eenvoudigste geluk, dan aanvaardt zij niet de
plicht om dus afstand te doen van alle levensvreugde. Het paar dat
geen gezin mag of kan stichten, ziet niet in dat het zonde is om niet
tegenstaande dat, elkaar liefde te schenken.
De jeugd kan moeilijk grooten eerbied hebben voor de wereld der
volwassenen. Zij ziet deze wereld als ontredderd, economisch en als
gevolg daarvan ook geestelijk. Schel verlicht de waarheid thans het feit
dat de burgerlijke huwelijksinstelling op eigendomsverhoudingen be
rust, en dat die verhoudingen nu het lief deleven in den weg gaan staan.
Steeds duidelijker wordt nu ook de onoprechtheid van de burgerlijke
moraal. Hoevelen zijn er niet die moeten erkennen dat verantwoorde
lijk seksueel leven buiten huwelijk geen vergrijp is, maar die het toch
een gevaar achten voor de goede zeden". Wat zijn dit voor goede
zeden", die slecht noemen wat niet slecht is, alleen omdat eeuwenoude
traditie het zoo wil ?
Intusschen gaat de evolutie der maatschappij haar gang. De
emancipatie der vrouw heeft een natuurlijken omgang tusschen de
seksen bevorderd. De jeugd zelf heeft de kameraadschappelijke ver
houding tusschen jongens en meisjes tot stand gebracht, die tot
zuiverder verhoudingen dan de traditioneele leiden kan. Ze heeft zelf
daarmee een lesje gegeven aan die moderne kringen waar het deca
dente zich uit in een geraffineerde wijze van dansen en zich kleeden,
waar men vermaak schept in schoonheidswedstrijden en modeshows,
genoegens die geen gevaar schijnen te bieden voor de goede zeden"
ofschoon ze de vrouwelijke sekse vernederen en beledigen.
Neen, ook bij de algemeen geldende burgerlijke moraal vindt de
jeugd weinig steun.
Zoo moet de jeugd haar eigen weg zoeken; dien weg zal zij vinden.
Maar hij zal gaan door doornstruiken heen. Want hier dreigen haar
groot e gevaren.
Ernst Fischer heeft dit in het boekje Krise der Jugend" wat
Duitschland betreft zeer scherp geteekend.
De jonge-menschen, die samen opgroeien, elkander steeds beter
leeren kennen, gevoelen de kracht der aantrekking tot elkaar. Zij
gevoelen dagelijks opnieuw hoe het fluïdum van den een naar den ander
stroomt, de dag komt dat gesprekken en discussies over kameraad
schap niet meer genoeg zijn, zij willen de liefdeverhouding, die tus
schen hen is ontstaan ook voluit beleven.Maar waar moet dit geschieden ?
In de woning der ouders? Veel te klein is de woning, veel te streng zijn
de ouders. In het jeugd-tehuis? Nergens een plaatsje waar zulk een
samenkomst geduld zou worden. Er blijft niets anders dan bosch en
veld. De liefde wordt eerf seizoen-beleving. Tn den winter is er voor
honderdduizenden jonge menschen nauwelijks een mogelijkheid voor
seksueele vereeniging, afgezien van het samenkomen in portieken,
trapgangen enz. Het is alles ellendig, ontnuchterend. Allen wachten
op den zomer, maar ook bosch en veld is niet steeds de beste gelegen
heid. Men is altijd gejaagd, in angst, in onzekerheid. Dit is
zenuwsloopend.. .. Deze koortsige jacht naar een verborgen plaatsje, deze hel
van de daklooze erotiek vergiftigt de jeugd duizendmaal meer dan
de nood waar zooveel over gesproken wordt. Hier een haastige omhel
zing, daar een vluchtig genieten, kwellende onbevredigdheid blijft na
zulke samenkomsten. En het is juist deze vorm van seksueel samen
leven, die het wezen ervan neerdrukt,banaal maakt". Fischer beschrijft
dan hoe de jeugd, die de gelegenheid moet grijpen waar die zich voor
doet, somtijds komt tot een ongeregeld leven, wat menige spiesburger"
een orgie noemt. De meeste jonge menschen die daaraan meedoen,
hebben zulk een levenswijze niet gewenscht, niet vrijwillig gekozen.
Hun lichtzinnigheid is slechts schijn. Wij zijn niet slecht," zeggen zij.
Geef ons een plekje waar we rustig samen kunnen zijn, geef ons een
middel om zwangerschap te voorkomen dan is er geen seksueel
probleem voor ons."
Fischer schrijft voor Duitschland.
Wrij zeggen niet dat in ons land de toestanden gelijk zijn. Maar wij
zeggen wél, dat ze voor duizenden jongeren daaraan nabijkomen.
Ook in onze jeugdkringen zijn de spanningen dikwijls hevig.
Wie iets weet van het jeugdleven, ook hier, kan dit niet ontkennen.
Het is ook niet het lichtzinnige deel onzer jeugd voor wie deze moei
lijkheden het grootst zijn, deze spanning het hevigst is. Het is het
ernstigste deel onzer jongeren, die zich in hun verkeer streng verant
woordelijkheidsgevoel als plicht stellen.
Kunnende ouderen er nu mede volstaan om tot de jeugd te zeggen:
de vrijheid die ge U geven wilt is onzedelijk, zij is roekeloos en ge
vaarlijk. Zij mout tot uitspattingen en orgiën leiden.
Zien eleze ouderen niet, elat hun meditaties, die geen rekening
houden met de werkelijkheid zelve, deze gevaren scheppen en
vergrooten ?
Laat men dit goed begrijpen; dat juist eloor de afwijzende houding
ten opzichte van nieuwe vormen van seksueel leven men de gevaren
die men vreest, aanwakkert.
Laat men erkennen, dat de nieuwe norm van zedelijkheid niet in
strijd is met het gemeenschapsbelang, omdat die voorop stelt de eisch
van verantwoordelijkheidsbesef.
Indien men werkelijk invloed ten goede wil uit oefenen op de jeugd
en haar behoeden voor gevaar, laat men dan bij de opvoeding vooral
het verantwoordelijkheidsgevoel opwekken en versterken.
Hoe vatbaar ele jeugd daarvoor is blijkt uit de prachtige wijze waar
op de strenge eischen worden aanvaard van zelf tucht, offervaardigheid
en kameraadschap, die de jeugd-organisaties aan hun leden stellen.
Het verantwoordelijkheidsgevoel wordt daar gezien als de eerste
plicht en de eerste deugd van een menschengemeenschap.
Ook in de verhouding van ele seksen wordt geen lichtzinnigheid
geduld. Flirten" wordt door de jongens en meisjes zelf vaak scherp
veroordeeld, terwijl ernstige liefde als een ideaal worelt hoog gehouden.
Aan de aldus opgevoede jongeren kan men het recht toekennen om
ook te midden van eleze verworelene wereld levensvreugde te zoeken,
die geen schade brengt aan anderen waarvan een kracht ten
goede kan uitgaan.Maar dan moet het recht op elit vrije leven openlijk
worden erkend.
Inderdaad, als slechts het verantwoordelijkheidsgevoel hun leids
man is, kan men aan de nieuwe jengel overlaten zelf ele weg naar het
geluk te zoeken, opdat zij ook in dozen tijd nog iets redden van de
blijheid die hun toekomt.