Historisch Archief 1877-1940
Jeugdnummer
Kerstmis 1932
Wat leest de jeugd?
Willy Pétillon
Met 'n boekje in 'n hoekje - en in
dat hoekje'n mooie,
moderne,practische leesiamp. Als U dat zoekt,
moet U bij Jaspers wezen. Zoo'n
lamp voor/8.50,dat istoch nietduurl
CEINTUURBAAN 308 AMSTERDAM
Er is maar n Jaspers op de Ceintuurbaan.
TT N ieder geval lezen ze allemaal bij
J|^ voorkeur boven hun stand, dat wil dan
zeggen boven hun leeftijd. Het begint al
bij de kleine kleuters, zoodra ze de eerste
technische moeilijkheden van het lezen over
wonnen hebben en zoo gaat het dan de
heele rij langs tot aan de grooten", de
jonge menschen die geen kind meer zijn
en nog geen mensch en die door ons worden
betiteld als ,,de rijpere jeugd". Een kwali
ficatie, waar ik bezwaar tegen heb, omdat
er moeilijk iets onrijpers en wrangers denk
baar is. Maar ik weet óók geen betere. En
we moeten toch een naam voor ze hebben.
Ze zijn zoo groot, So big", en vooral ze
voelen zich zoo groot en zoo oud, zoo vol
verantwoordelijkheidsgevoel en wereldwijs
heid, ze weten het zoo verschrikkelijk goed
misschien juist om dat vage, diep weg
gedrongen besef, dat ze nog zelfs niet zijn
begonnen te weten. Nee, kinderen zijn ze
niet meer. Maar evenmin is de opgroeiende
generatie wat wij waren in onze jeugd:
bakvisschen" en vlegels". Die bestaan
niet meer of misschien alleen nog ergens
in een heel achteraf plaatsje. Daarom zoeken
we nu naar een naam die bij ze past, zooals
we ook lectuur zoeken, die voor hen ge
schikt is. Alleen, we moeten daarbij ons
wel rekenschap geven, dat ze zich niet
maar iets in handen laten stoppen met
het commando: lees dat ! Ze zoeken en
schiften zelf en kiezen en keuren, heel
critisch vaak.
Wat leest nu bij voorkeur onze tegen
woordige jeugd en dan meer in het bij
zonder de rijpere jeugd" ? Het is een vraag,
die niet zoo gemakkelijk te beantwoorden
valt; evenals het zoeken naar, het scheppen
van lectuur voor deze jonge menschen niet
zoo'n eenvoudige opgave is. Het spreekt
vanzelf, we kunnen ons er afmaken met
een dooddoener: alles. Of met een ironisch
en paradoxaal: bij voorkeur datgene, wat
niet voor ze bestemd is. Maar daarmee zijn
we er niet en komen we er ook niet.
Jaarlijks worden er honderdtallen boeken
geschreven, vertaald en uitgegeven, in het
bijzonder bestemd voor de jongelui, die we
in de hoogere klassen der middelbare scholen
aantreffen en hen, die daarmee in leeftijd
en algemeene ontwikkeling ongeveer op ge
lijke hoogte staan. Hoe reageeren ze op
al die goede bedoelingen, waarbij we dan
BOLS geeft mér aroma
aan iedere bittersoort.
BOLS
ELKEN DAG N GLAASJE
eenvoudigheidshalve alleen de geslaagde po
gingen in aanmerking zullen nemen ? Bij
de beschouwing van die vraag moeten we
-?het is wel heel naar in deze eeuw van
coëducatie en kameraadschap, maar het
kan nu niet anders toch even de bokken
van de geiten (de benaming is niet leelijk
bedoeld) scheiden. Uiteraard is de
lectuurreactie van jongens anders dan van
meisjes, omdat nu eenmaal de psyche anders
is. Daar is met alle educatie en kameraad
schap niets aan te doen. Daar is, juist op
dien leeftijd, een hemelsbreed verschil in
neigingen en verlangens, al zullen er altijd
uitzonderingen zijn, grensgevallen die van
den eenen kring naar den anderen vloeien.
Dit hebben ze echter gemeen, jongens en
meisjes, dat zij in die moeilijke jaren
tusschen de zestien en de twintig heel wat met
zichzelf hebben uit te vechten, heel wat
indrukken en ervaringen hebben te ver
werken, heel wat problemen, die hen in
hun diepste wezen raken, zoo niet op te
lossen dan toch onder de oogen te zien.
Als ze dan lezen voor hun genoegen en
buiten datgene, waartoe hun lesrooster hen
verplicht, doen ze dat óf om in hun lectuur
den steun en cle wijsheid te zoeken, die
hen moeten helpen bij het oplossen der
vraagstukken, óf om zichzelf, de werkelijk
heid, hun omgeving te ontvluchten en zich
te laten wegvoeren uit wat hen drukt en
benauwt. Zij zoeken geestelijke verande
ring van omgeving", een instinctieve po
ging tot zelfbehoud. Zij vluchten weg uit
hun eigen wereld in die der verbeelding
en het is de plicht van de ouderen om hun
op die reis den weg te wijzen, tot gids te
dienen. Alleen, daar is tact voor nooclig en
geduld en ook een beetje eigen belezenheid.
Die wereld der verbeelding ziet er voor
de jongens anders uit dan voor de meisjes.
En voor de jongens van dezen tijd ook weer
anders dan voor een paar vroegere genera
ties. De jongens van nu schijnen zich vooral
aangetrokken te voelen tot alles wat tech
niek is en zelfs hun ontspanningslectuur
moet bij voorkeur vol zijn van toepassingen
der allermodernste techniek. Daarnaast de
biographieën van groote uitvinders en dan
werken als: History of Mankind en andere
uitgebreide en filosofisch getinte werken,
boeken over de wereldgeschiedenis der laat
ste tijden en vooral over den grooten oorlog
en dit niet uit lust naar sensatie, maar
uit behoefte om te weten, om door te dringen
in tenminste enkele van de raadselen der
ingewikkelde machine, die moderne samen
leving heet. Reisbeschrijvingen, die nog
slechts een paar schoolgeneraties terug, dus
feitelijk maar enkele jaren, zeer geliefd waren,
hebben vrijwel afgedaan. Of het moet ook
alweer uit den allerlaatsten tijd zijn.
Poolreizen zijn maar flauwe uitstapjes, als
etniet minstens met vliegmachines en de
allerallermodernste natuurkundige instrumenten
bij gewerkt wordt. Professor Picard bij
voorbeeld is een van de weinigen, wien ze
voorloopig hun aandacht waardig keuren.
Boeken van avonturen, al dan niet op
historischen grondslag, door den auteur be
stemd voor jongens uit de hoogste klassen
H. B. S., gymnasium of lyceum, worden
buitgemaakt en gretig verslonden door de
jongere broertjes van dertien en veertien
jaar, cle grooten kijken er niet naar om,
alleen vader misschien nog wel, op een
regenachtigen Zondagmiddag. En dan heeft
hij er nog pleizier in ook, de ouwe !
Hebben ze behoefte aan ontspannings
lectuur in den strikten zin, dan storten
onze groote jongens zich op de Engelsche
novels met de sprekende gele omslagen en
de kleurige teekeningen, de novels, waarmee
ook wij graag eens een uurtje onze problemen
vergeten. Die zijn vaak aanzienlijk kinder
achtiger dan de goedgeschreven jongens
boeken, die ze verachten, maar ze zijn niet
expresselij k voor hen bestemd en dat maakt
het groote verschil. En ja, er is nog iets in
dat niet expres voor hen geschreven".
Bij het schrijven van speciale jongens- of
meisjesboeken, wordt zoo vaak vergeten,
dat men spreekt tot jonge menschen, die
op school kennis maken met de wereldlitte
ratuur, zij het met een heel, heel klein ge
deelte daarvan. Dat maakt hen afkeerig
van den min of meer zoetigen kost, die hun
als uitgezochte schotel en speciaal voor hen
geschikt wordt opgediend. Zooals ook een
kind, dat tanden en kiezen heeft, instinctief
zijn bordje pap wegschuift en degelijker
voedsel vraagt. Tracht hem bij de pap te
houden, met macht en geweld, en zie wat
er gebeurt !
Als men mij zou vragen aan welke eischen
een boek voor de jeugd rijp of onrijp
behoort te voldoen zou ik antwoorden:
Een boek voor jonge menschen moet zoo
geschreven zijn en elk gegeven moet zoo
danig behandeld worden, dat zij voor wie
het geschreven is het met enthousiasme, de
volwassenen het met belangstelling lezen en
zóó dat een jonger kind, dat het toevallig in
handen krijgt, er geen kwaad uit leeren kan.
Kon. Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER & Co.
DEN HAAG
AMSTERDAM
ARNHEM
VERZENDING VAN TENTOONSTELLINGS
GOEDEREN