Historisch Archief 1877-1940
Jongens en meisjes op schoo
Dr. C. P. Gunning
t
«i
'k
?fMET opzet schrijf ik hierboven niet: jongens en meisjes in de
klasse. Want dat zou beteekenen een onnoodige, en ook onjuiste,
beperking van mijn onderwerp; waardoor tevens onze eindconclusie
(ten onrechte) in mijn gunstigen zin zou worden beïnvloed. Daarbij:
het karakter van de school bepaalt mede dat van de klasse, niet om
gekeerd. De school is niet, en mag niet zijn, de som van de klassen;
wel is iedere klasse een levend onderdeel van de school. Deze laatste
staat dus als geheel voorop. Het is noodig steeds weer te wijzen op
deze groote beteekenis van een school als opvoedkundige eenheid.
Ook voor een korte beschouwing over ons onderwerp is dit van
wezenlijk belang. Jaren geleden heb ik zelf de onderscheiding van
coïnstructie" en coëducatie" krachtig bepleit. Vooral voor de middel
bare school, waar wij uit den aard der zaak in dezen voornamelijk mee
te maken hebben. Immers, voor de lagere school ligt hier nauwelijks
een probleem. Coïnstructie beteekent het laten verwerken van dezelfde
leerstof door jongens en meisjes te zamen; coëducatie beteekent het
opnemen van jongens en meisjes in eenzelfde schoolgemeenschap; het
eerste geschiedt uitsluitend in de klasse; het tweede betreft de school
als geheel.
Over coïnstructie kan ik kort zijn; er valt inderdaad niet veel goeds
van te zeggen. Maar dat waarlijk niet alleen omdat het leerplan van
onze middelbare school (van Gymnasium en H.B.S.) gebaseerd is op
de eischen van de jongens, zoodat men reeds uit dien hoof de den meisjes
onrecht aandoet door haar ditzelfde geestelijk menu te laten veror
beren; zij moéten dat echter wel doen, als zij een volwaardig" eind
diploma willen behalen. Van meer belang is echter dat óók voor de
jongens de huidige coïnstructie steeds bedenkelijker zijden gaat
vertoonen. Gelukkig kan men in stijgende mate het streven waarnemen
om binnen de grenzen van een weldoordachte concentratie te komen
tot leervormen die gelegenheid bieden voor meer individueel werk.
Dien kant moeten wij zeker uit. Ons middelbaar onderwijs moet binnen
afzienbaren tijd een ingrijpende vernieuwing ondergaan. Zooals het
nu gaat of liever: niet gaat loopen wij vast. Als nu maar niet te
veel buitenstaanders aan de school gaan dokteren, dan zal zij zelve
wel den weg vinden dien zij gaan moet. De coïnstructie zal dan zeker
voor een deel vervangen worden door coöperatie, een samenwerking
van groepen leerlingen; en dan zullen vanzelf de bezwaren, die ook
dan blijven bestaan tegen coïnstructie van jongens en meisjes (want
zij zullen steeds gedurende een bepaald aantal uren hetzelfde onderwijs
klassikaal moeten ontvangen), tot een minimum worden gereduceerd.
Deze coöperatie zal den meisjes volop de gelegenheid bieden, die zij be
hoeven, om zoowel wat leerstof als wat leerwijze betreft haar eigen
weg te gaan.
Volle nadruk kan nu dus vallen op het samenzijn van meisjes en
jongens in n schoolgemeenschap. Steeds meer gaan ook in ons land
de oogen open voor de waarde van zulk een geestelijk centrum. Juist
in onzen tijd van ongedwongen kameraadschap vervult deze gemeen
schap een onmisbare taak. Door de grenzen die het schoolleven vanzelf
stelt kan het de nadeelen dezer kameraadschap vrijwel geheel uit
schakelen en de voordeelen tot hun volle recht laten komen.
In zijn nog altijd lezenswaardig boekje Moderne Jeugd" gaf
H. G. Cannegieter eenige jaren geleden aan hoe de school bezig is te
worden het levenscentrum voor het kind gedurende een belangrijke
periode van zijn leven. Het gezin behoeft deze concurrentie geen
oogenblik te vreezen. Als het kind op school vergoeding vindt voor de
onbegrepenheid, en menigmaal ook voor de chaotische verhoudingen
thuis, dan is dat eigen schuld van het gezin. Elk ouder zal echter gaarne
aanvaarden al datgene wat een grootere en doelbewust geleide school
gemeenschap kan bieden, omdat het een aanvulling biedt die het gezin
zelve nimmer kan geven. Vooral in het samengaan van jongens en
meisjes. Immers in al haar strevingen .... sport, clubs,
schoolvereeniging, muziek- en tooneelbeoefening, excursies, voordrachten, feest
avonden, verblijf in jeugdherberg en school buitenhuis.:., kan zij
een element van samen-werken laten domineeren dat hier van de
allergrootste waarde is. Zeker, dit alles kan veel beter geschieden in
internaten, Landerziehungsheime"; maar toch vindt ook een dag
school, zooals deze in ons land regel is, hier kostbare gelegenheden, die
zij in haar eigen belang niet ongebruikt voorbij mag laten gaan I
De onderlinge verhouding blijft gezond, zoodra het tot een samenwer
ken komt, 't zij aan het gewone schoolwerk, 't zij voor een muziek
avondje, een tooneelopvoering, een excursie, bij het in-elkaar-zetten
van een tentoonstelling, het leiden van een schoolclub, op het sport
terrein enz.
Ongeveer 25 jaar geleden mocht ik eenige dagen doorbrengen op
de Bedales-school te Engeland, een der eerste scholen waar de co
ducatie in vollen omvang werd toegepast. Levendig herinner ik mij
hoe Dr. Badley, de directeur, er op wees welk een groote schuld de
opvoeders op zich laden wanneer zij de jongens en meisjes onvoor
bereid laten of liever, zooals hij het zelf uitdrukte: only too fatally
prepared" voor den tijd dat de wederzijdsche aantrekking zich met
onweerstaanbaren drang doet gevoelen. Samen werken, in de uren
van arbeiden elkander vinden, dat was voor hem déuitweg. In de
uren van nietsdoen ontaardt het samenzijn in flirten", ook een
lediggang waarvan geldt dat de duivel er bij in het spel is. Daarom geeft
de gescheiden opvoeding van jongens en meisjes, ook het gescheiden
schoolgaan, geen oplossing. Immers de gedachten, de verbeelding,
kan men daardoor toch niet remmen, wellicht geschiedt veeleer het
tegendeel. Maar bovenal wij beperken het samen-zijn dan juist
tot die uren van lediggang. Opbeurend was het Dr. B. te hooren ver
tellen hoe hij volkomen gerust is en kan zijn wanneer zij samen in
tuin, boerderij, laboratorium enz. aan het werk zijn. Verliefdheid
wordt niet bespot, laat staan berispt of onderdrukt. Zij is een levens
kracht, die oefening en training behoeft om ten zegen te worden. Juist
dat kan de school geven. Hoevelen echter zouden een jongen en een
meisje, waartusschen zij genegenheid bevroeden, juist bij voorkeur
samen aan een karweitje zetten? Inderdaad, nog veel vooroordeel
moet worden overwonnen.
Maar het nieuwe breekt baan, ook op school en in de klasse. De
leeraar staat niet meer als vroeger op een piedestal, om daaraan zijn
autoriteit te ontleenen; alle prestige-cultuur heeft afgedaan. Betere
middelen om zijn gezag te handhaven, zijn invloed te laten gelden
staan hem ten dienste. Wie hier nieuwe wegen zoekt, met liefdevol
begrijpen klaar staat om te helpen, die zal dra bemerken, dat zijn werk
sfeer zich enorm heeft uitgebreid, en dat het volkomen onwaar is
dat de jeugd van heden, de jongens en meisjes, geen leiding meer
willen aanvaarden. Hij zal begrijpen waarom de studenten van Michigan
eenigen tijd geleden verklaarden te hopen dat ze iets minder ver
slaafd (zouden) zijn aan de vriendelijke valschheden van de conventie
en iets minder schuldig (zouden) staan aan de huichelachtige gewoonten
van zelfvoldane vroomheid dan sommigen onzer voorouders."
Moderne jeugd: men kan nog niet zeggen dat zij te goeder naam en
faam bekend staat. Maar wie heeft leeren inzien waartoe een doel
bewust gemeenschapsleven op school kan leiden, die zal niet slechts
mistroostig" instemmen met het rijmpje dat de Leekendichter zong
in een tijdperk, dat nog niet droomde van opstandige jeugd !... .
Want of 't U mishaagt of niet
Klaar is 't, dat men heden
Alle dingen anders ziet
Dan in 't schoon verleden !
maar hij zal dit, wat het samengaan van jongens en meisjes op school
betreft, als een waardevollen vooruitgang aanvaarden en de zorgen
en verplichtingen, die ook deze vooruitgang involveert, blijmoedig
op zich nemen, in 't besef dat ook hier grondslagen van regeneratie
worden gelegd, dat hier iets aan het worden" is, wat voor het
latere huwelijks- en gezinsleven van niet te onderschatten beteekenis
zal zijn.