De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 31 december pagina 11

31 december 1932 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

N l . Lucas - Toon Kelder - Fritz Mühsam . E. van den Tol Kunstzaal van Lier het gelukkig peinzen over een ? ijdrooin. Deze composities beschouwt, ?t "en terecht, de schilder als zijn hoofdt werken; zij vatten zijn studies naar Jhet naakt, zelfs zijn schilderingen MjVan naakten tesaam tot een hoogere q «enhéid, waarin natuur en verbeel' ding tesaamgaan, en willig gaan te ? saam. Er is in deze composities de j natuurlijkheid, die van ieder voldra gen schilderij een zeker kenmerk is. ?'De inderdaad gelukkigste" compcsi1 , tie en het belangrijkste werk van deze tentoonstelling is de compositie met de tsf tdndhonden en met den musiceerende, *; liggend bij de naakte vrouwen. Deze ',' lichamen (uit rood, geel en blauw ge schilderd; soms getypeerd door een bepaald zwaar-zijn van sommige deelen van het lichaam) hebben een Verfijnd vibreeren in de kleur. De gezichten en lichamen zijn buiten het dramatische en buiten het tragi sche gehouden, waarom zouden zij ook bewogen' zijn ? Zij zijn buiten het vergaande en verschietende gewenscht en gevoeld zij leven in een gulden tijdvak, in de natuur en met de dieren vlakbij. Dat is de persoonlijkheid van Kelder tusschen de andere schil ders; hierdoor staat hij, van klassieke gezindheid, naast de anderen. En als schilder ! Er is geen druppel archaeologie of iets dergelijks in dit Werk het is een schilderen vol welbehagen. De kleur van zoo'n werk, om het nog eens nader te bepalen, is een volle rijkdom van het natuur gedeelte rond de uiterst beweeglijke blankheid der naakte lichamen. Van de naakten-alleen, die ge hier als schets en als schilderij vindt, als studie en als volledig-gewild werk, gaat onmiddellijk mijn voorkeur naar dat naakt, het blauwende, dat naast de compositie" met de windhonden in Amsterdam nu hangt. Ook daar is een doorgaande beweeglijke teederheid van kleur en in het gezicht is die uitdrukking, die -ik reeds bepaalde, en die als een geluk is zonder gebeurte nissen; waaraan alleen gebeurtenissen vooraf aan gingen en misschien op kunnen volgen. Meer dan deze twee werken wil ik in dit artikel niet be spreken; deze twee toch zijn de be langrijkste uitingen van wat Kelder wil en bereikt. PLASSCHAERT Dorul van «Ier Heide bij Fetter, Amsterdam In de onlangs geopende tweede zaak van de firma Fetter (op het Spui in het pand waar lange jaren de kunst handel van Caramelüen Tossari gevestigd was) laat Dorul van der Heide, die in Zwitserland geboren werd, in München studeerde en, na vele omzwervingen door diverse lan den in het land zijner vaderen terug keerde, een deel van den kunstz i tini gen oogst zien dien hij op wedrennen, in arena's, jachthavens en andere centra" van mondaine en sportieve samen komst vergaarde, liet beweeg en de kleurige volte in het paddock. het fiere draven van het vierspan voor den mailcoach of het tweespan voor het luxe-rijtuig op de breed e parkwegen, het elegante, gespannen gebaar van den toreadore en den picadore is hem lief. liet 8%>el der strak en lenig ge spannen vormen, de beheerschte kracht en zwier" van mensen en paard, vooral zooals die zich in de Spaansche arena's afteeken.eu tegen den compacten saamgebalden bundel plompe spieren van den aanst.ormenden doldriftigen stier, is hem een feest voor het aesthetisch gemoed en van dit feest zet hij een groot aantal beelden in O. I. inkt voor ons neer, teekeningen vol vaart en spanning. die ik tot het beste van het hier geëxposeerde reken. Zonder het fier, het cd el-gespannen gebaar der.. .. feestelijke, mondaine en (of) sportieve oppervlakte, kan deze knappe teekenaar moeilijk. InToon Kelder dien hij zich als schilder een enkelen keer, zooals met een Giethoornsch waterweggetje, wat oude Amsterdamsche huizen, een hond met jongen, daarbuiten begeeft en de stilte zoekt en den dieperen droom der dingen of van de natuur, vindt hij weinig en tracht hij bijna altijd de leegte die hier, hoeveel kleur hij ook gebruikt, in zijn werk komt, aanstonds weer vol te gieten met een, tevergeefs !, te hulp geroepen en.... kunstmatig in gang gezet spel van veel,,feestelijke" zonneplekjes. Fritz Mühsam bij II u Hu, Amsterdam Gaat men bij zijn beschouwing uit van het criterium gedrevenheid, nood zaak, dan zou men dit werk van den Duitscher Mühsam voor een groot deel talentvol experiment moeten noemen, eerder dan kunst-schepping" in diepsten zin. De stroom die zulk een schepping stuwt in de eenif/c richting die in ieder bepaald geval alleen maar mogelijk is, die bij het ontstaan van een kunstwerk de, voor dat werk geëigende techniek als vanzelf op roept, voelt men hier vrijwel nooit. Er zijn kunstwerken waarin de kleur niet anders dan in ternpera-tinten zou kunnen te spreken komen en de tempera-techniek dan ook zonder be denken vanzelf gebezigd wordt; waar in zij. die kleur, ook niet anders zou doen dan vloeien, w g-\ loeien Kunstzaal Buffa in het vlnlt, buiten de slechts even aangegeven contouren van vormen, die aanvankelijk ook aan die kleur hun drie-dimensionaal bestaan ontleenden. Bij Mühsam is het veelal anders. Krijgt daar het coloriet een gedempt, primitief tempera-karakter, dan is men zich aanstonds bewust van de moeite die deze schilder zich gaf om dat karakter met een olieverftech niek te bereiken; breidt daar (als b.v. in zin Lente, een meisjesfiguur in een wit kleed) de kleur zich zelf standig in het vlak uit buiten de, later neergezette, kantigzwarte dunne contouren, dan voelt men dit niet als noodzaak, maar min. of meer als bedachte primitiviteit, als gewild archaïsme. Zulk een gevoel wekt een wrevel die ons lichtelijk immuun maakt voor de goede qualiteiten die in dit werk toch zeer zeker te genieten vallen. Kv is in het werk soms een echte stille poëzie; een echte eenvoud soms ook. Meestal wel slechts bij wijze van element, dat overstemd wordt door een niet geheel waarachtig vertoon van primitiviteit en door echo's van de pocx.ie van.. .. anderen. (Mühsam werkte lang in Parijs en liet velerlei moderne stemmen, ik noem b.v. die van Dcfresnay. tot zich komen), maar soms voluit in een werk-als-geheel, zooals dan in het stilleven met wijnflescli en bloemen, dat waarlijk poëzie heeft en de ..H'.raaf' die oprechte eenvoud bezit. A. E. v. d. T, ?**? Dorul van der Heide Kunstzaal Fetter

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl