Historisch Archief 1877-1940
No. 2900
De Groene Amsterdammer van 31 December 1932
13
'Wettelijke nietes tr af bar e
vormen van kinder
exploitatie
Eduard van Groningen
Mijn vriend, de schrijvende
klassestrijder, rijdt nu paard. Hij bezit een
vriendelijk huizeke en een naam, die
nog schooner klink-klank heeft dan
die van den Pompejischen
klepperTeekeningen van Weynand Grijzen
Vnar aanleiding van
net Jeugdnummer
Hebt u laatst gelezen van de
moeder, die haar beide dochtertjes er
.op uit stuurde om in de warenhuizen
te stelen?
Ik vond het afschuwelijk.
Mijn collega's van de pers dachten
er óók KOO over. 't Was een aardig
gemengd bericht en de kopjes vari
eerden van Ontaarde Moeder" tot
,,Óok een Moeder !" Arme Kleinen"
mocht niet. Dat is gereserveerd voor
onder de tram komen en in heete
soep vallen.
Maar we vonden het allemaal
Afschuwelijk.
Exploitatie van kinderen is altijd
mis. Onze tijd ha, die tijd van
ons ! ?«- doet het, zóó zakelijk is-t-ie
nou weer niet, in allerlei bedekte
vormen. Het gewone bedelen langs
Dit is uit den tijd
de deur met een pakje met twee
groote oogen en een natte neus, op
den rug, is uit den tijd. Wij doen hot
aesthetischer.
Ik ken een mevrouw in het netto.
Gesch. eisch. el. si. versch. Onafh.
eigen home ontw. muz. verm. v. g.
fam. Zij is een nicht van mij. Beetje
omvangrijk. Tikje schwarmerisch.
Schimmertje litterair. Vroeger droeg
ze vóór ik was toen tien jaar?ten
gerieve van haar neefjes en nichtjes.
Van het Viooltje dat Weten Wilde"
en. Hansje in Bessenland". Wij
vonden er maar niets aan. Doch
luisterden zoolang tot de limonade
en. chocolaadjes op waren. Zoo exploi
teerde onze dikke nicht kinderen ten
gerieve van hare declamatorische be
vliegingen. Toen is zij met een koop
man in aardappelmeel en dextrine ge
trouwd. Hij was een getrouw echtge
noot, die drie overhemden, zes paar
zwarte sokken en twaalf boorden per
jaar kocht en per dag eenige sigaren
van tien cent rookte. Hij was een
geacht man in de provinciestad. Mijn
riicht was er het letterkundig geweten.
Zij schreef kleine stukjes over Ijdel
heid, Parfums en Parijsche Oafé's in
de rubriek Van Hier en Daar en
Overal" in het plaatselijk dagblad,
dat gesteld was op advertenties van
dextrine en aardappelmeel. Dit huwe
lijk ging niet goed. Het boek van de
Wibauts was in den tijd waarvan
ik spreek nog niet verschenen en
Van der Velde was niet in de Stads
bibliotheek. De Zondaar was de
uiterste concessie die men daar deed
aan de zucht naar uit-leven, die
achter sommige gordijntjes woekerde.
Het huwelijk van mijn nicht ging mis.
Ik weiger daarover te dezer plaatse
commentaar te leveren. En wat mijn
ooms zeiden is niet voor reproductie
vatbaar. Mijn nicht ging dus scheiden.
Maar er was een kind. 'n Beetje
loenzerig en een tikje imbecil, maar
overigens een dotje. De
aardappelmeel-koning hield van dit kind, zoo
onberedeneerd en on-intelligent als
alleen maar aardappelmeelhandelaars
kunnen lief hebben. Toen zei mijn
nicht: geef rnij een ton, dan kun jij
Dirkje houden". Die ton is nu ver
dwenen in een verdwenen litterair
weekblad. Mijn nicht heeft een boeken
kast vol recensie-exemplaren, do
aardappelmeel-handelaar heeft een vrouw
met anderhalve ton en Dirk heeft
puistjes. Maar het was kinder-exploi
tatie van mijn nicht. Zegt u nou
zelf....
Nbrbert Twijgh was onderwijzer'.
Hij heeft een boek geschreven Zelf
achter het Anker" en lezingen ge
houden over De Paedagogische waar
dij van Ot en Sien. Ot en Sicn
zijn vervelende kinderen. Op school
had ik al hot land aan ze. In de
eerste plaats omdat ze .stotterden.
Va-der, Moe-der, Buur-vrouw, Ap
pel-moes. Maar vooral omdat zo zoo
verdomd kinderachtig waren. Over
een koekje bij de thee bij groot
moe-der en over oen wandelingetje
met de post-bo-de leuterden zij
honderd-uit. Maar voor Xorbert
Twijgh hadden zij om een
bioMij een ton,-jij Dirkje
logisch volmaak! mank gaande
verg.'lijking Ie bezigen de ruggen
waarlangs hij omhoog klauterde.
Kt) ook ilil is een vorm van twintigst'
eeuwsche kinderexploitatie.
langs de ruggen der kinderen
man of Adam, den grasschopper. Hij
heeft eens een aardigen dreumes aan
het handje de toovertuinen der letter
kundige vervoeringen binnengeleid.
Laten wij het bollesboosken
Mekleintje noemen en vertcoderd in z'n
blozende appclbakkeske knijpen. Daar
huppelde 't grappig manneke 'nc keer
op z'n klapper-de-klepperende
holloblokskes heel alleenig de groote
stuurde Me-kleintjede wereld in
\\aereld in. In de hoogo boomon, die
als wijze, groene reuzekes in d'n
parelende ochtendschemer
schuddeboldon. woei do wakkere wind on
blios er een vooizeko van teoderheid,
die lijk geklopte room rond de roze
rood o. huizekes lag. Zoo'ne vont, zong
de wind. zoo'n verginmieso kwajong
dan toch. Kn de boeren kwammen
holde r-debolder van hunneiv dool
geloopen on zo keken verloederd mot 'r
verwoorde oogeii, die vochtig as 'n
poerdeblom in de glensterendoii dauw
waren, naar 't monnoko. dat daar liep
as '110 blije jongen hond door de
wereld, die open lag als 'n
menschonhart. Kn ze riepen, mot d'r
aardegrauwe handen als 'n schulp om d'r
verbeten monden: ..Me-klointjo. go
kunt bij ons binnon kommo. Wilde-n
een baksko koffie en een. stuk koek,
in'n jongsko? Of heddo liever oen
lakker glaosko bier mot suiker, zoet
as 'n Mei'sohe middag-wind mot
geuren van 't laand in /'n haren,
zoogozeed!J" K n overal, bij allo vriende
lijke, goeie. mensohon ging Mo-kleint jo
de zuivere doening van d'r woonst
binnen on z'n oogskos lachten 't
donker dat daar over d'n hord on in
d'n schouw on langs den zand-zui\eren
vloer lag, weg en het waor of de
lente-oigos binnengekomen was in de
lichte zielen van de monschon. En
ievers waor-t-io kwamp en zitten
ging on de zorgen on zwartigheden
van de mensclien d'r ziol wèglachte,
zoo-d-ie mot z'n stom, die lijk 't
tjuikcn van 'rien merel was: gif mijn
drie guldens on zuvvetitig conte voor
m'ne vaoder die op Borg\liet woont,
go wit wol aan don Zoom. Kn de
booro. ze mochten déjimkske zóó
gore, dazzo-n-om drie guldens en
zuvventig conto gave on Me-kleintje
bracht zakkegelds naar z'ne vaoder
in het Markiezaat. En déwaai k 'n
stukske koindor kspoltaosie.
Zoo zien wij, sprak mijn'buurman,
de sociaal voelende jurist, dat de
strafwet, hoe schoon Viaar bouwsel,
waartoe, naar ge weet Napoleon de
Eerste, den eersten stoot heeft gegeven
een stoot, die wij mannen van het
vak, Code Pénal plegen te noemen
hoe schoon, herzeg ik, onze strafwet
geving ook zij, zij niettemin niet
voorziet in de hierboven, met een
enkel voorbeeld aangeduide gevallen
van kinderexploitatie.
Nieuwe Uitgaven
De Juridische Opleiding.
KapportGeneiaal, bevattend de resultaten van
de in den zomer van 1932 gehouden
enquête onder de Juridische studenten
in Nederland, samengesteld door N.
Smits, .Tur. cand., praescs van do
Juridische Kaculteitsvereeniging te
Groningen 1931 1932 en J. L. H.
('luysenaer, Jur. cand.. ab-actis van
de Juridische Kaculteitsvereenigmg te
Groningen 1931 19:52.
Dierenk(tle)«ler. De in een vorig
nummer besproken Dierenkalender
hoeft niet zes. doch zeven bladen on
oen schutblad. Fit gever is: X. Sickenga.
Bilthoveii.
Verzen. In. do Wereldbibliotheek
verscheen do vierde druk van Verzon
van Willem Kloos.
Abonnementsprijs van
DE GROENE"
per jaar:
Nederland
Indië(Zeepost
(mail).
Argentini
Belgi
Duitschland
Egypte
Frankrijk
Griekenland
Oostenrijk .:
Spanje 2
o
Tsjecho Slowakije ?**
Zuid-Afrika "3
u
Denemarken 3
c
Italië£
Noorwegen a
Zweden
Engeland
Zwitserland
Amerika
Australi
Azi
f 10.
10.
,, I3-50
} f 11.50
f 13.50