Historisch Archief 1877-1940
No. 2900
De Groene Amsterdammer van 31 December 1932
Spreekzaal
Uitgeverij
Het Bestuur der Vereeniging ter bevor
dering van de belangen des Boekhandels
schrijft ons:
Naar aanleiding van de vragen van Dr. II.
Pinkhof in Uw nummer van 17 December 1.1.
verzoeken wij TT het onderstaande wel in Uw blad
te willen opnemen, waarvoor bij voorbaat dank.
Het is den boekhandel aeenszins verboden,
boeken, welke niet door erkende uitgevers zijn
uitgegeven, te verkoopen. Voorgeschreven is
slechts, dat de boekhandel zich voor dergelijke
boeken niet bijzondere moeite mag geven door
etaleeren, in voorraad nemen, enz.
En nu de vragen.
i. Onze Vereeniging beoogt niet rechtsreeks het al
gemeen belang, maar een bijzonder belang, zooals reeds
uit haar naam blijkt. Intusschen kan een krachtige
uitgeversstand, gezien de beteekenis daarvan voor
de volksbescliaving, een algemeen belang worden ge
noemd .
2. De ,,uitgeversbevoegdheid" is niet van wetswege
ingesteld.
3. De instellers dier bevoegdheid" ontleenen hun
bevoegdheid daartoe aan een reglement, in onderling
overleg door boekhandelaren en uitgevers vastgelegd.
4. De vraag, of de uitgeverij een groote kunst" is,
laten wij liever onbeantwoord, daar zij o.i. niets ter
zake doet. Dr. van Dieren kan zelf zooveel uitgeven
als hij wil; het ontstemme hem echter niet, dat hij de
hartelijke medewerking van den boekhandel moet
missen, als hij de uitgevers voorbijgaat.
5. Het Bestuur der Vereeniging is niet bevreesd, dat
de boekhandel zal gaan denken aan willekeur, daar de
boekhandel weet, dat hij zich nimmer (en dus niet:
nu eens wel, dan weder niet) moeite mag geven voor
boeken van niet-erkende uitgevers. Het is eenigszins
bevreesd, dat het publiek aan willekeur gaat denken,
als het wordt voorgelicht door personen, die schrijven
over dingen, waarvan zij niet voldoende op de hoogte
zijn. Vandaar dit stukje.
6. Hiermede is ook reeds vraag 6 beantwoord. Wij
voegen er nog slechts de verzekering aan toe, dat voor
ons slechts de vraag ter zake doet, of een brochure
of boek al of niet door een erkend uitgever is uitgege
ven, en dat de inhoud ervan geheel buiten beschouwing
blijft. Het is mogelijk, dat boekhandelaren zich in
vorige gevallen hebben vergist. Daarom van willekeur
van ons Bestuur te spreken, is toch wel zeer onjuist.
Willekeur
Naar aanleiding van liet door Dr. Pinkhof in
de Groene van 17 December gevraagde, meenen
wij van antwoord te kunnen dienen, door mee te
deelen dat de Vereeniging ter Bevordering van
de Belangen des Boekhandels" een Vereeniging
van particuliere ondernemers in het
boekhandelsen uitgeversbedrijf is, die ter wering van
ongcwenschte concurrentie de door haar erkepde firma's
verplicht gén uitgaven met korting te leveren aan,
en niet meer dan 2 exemplaren van een uitgave
in huis te hebben (zonder deze te etaleeren) \an
niet door haar erkende firma's. Om erkend te
worden, hetzij als uitgever of als boekverkooper,
hangt men geheel van de gunst van deze Ver
eeniging af, welke haar beslissingen pleegt te
nemen zonder opgaaf van redenen. Konder erkend
uitgever te zijn, kan men echter ook dispensatie
voor het uitgeven van een bepaald werk verkrijgen:
deze kan ook evengoed zonder opgaaf van redenen
worden geweigerd. Het is dus een machtsinstituut
van gevestigde handeldrijvenden tegenover de
genen die zich zouden willen vestigen, waarbij
deze Vereeniging den schijn tegen zich kan krijgen
dat zij niet besluit in het algemeen of cultureel
belang, maar in het financieele van haar leden
of uit persoonlijke motieven. Dat deze schijn niet
ongegrond is, moge blijken uit de gevallen van
willekeur waaraan deze Vereeniging zich den
laatsten tijd heeft schuldig gemaakt, waarvan
men voorbeelden vindt in de nummers van De
Litteraire Gids van 25 November. 2^5 December
1.1. en 27 Januari aanstaande.
N.V. LITTERAIR K BOKKAVIN K K L,
Den Haag
Rust, kalmte en
zelfbeheersching
keeren weer terug na het gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten.
.Glazen Buisje 75 et.
Bij Apoih. en Drogisten.
Open deur-politiek
Tcekening J. F. Doeve
De minister overweegt verzachting van de wet op de winkelsluiting
Monumenten eit nos' iets
Mijn verzet tegen opdrachten tot schepping
van monumenten e.d. in de Groene van Zaterdag
10 December heeft een protest uitgelokt van den
beeldhouwer Theo van Reijn. die in do eerste
plaats vindt, dat ik mij niet duidelijk heb uitge
sproken of er wel of geen monumenten van over
leden kunstenaars moeten gesticht worden.
Laat ik het dan scherper formuleeren. Geen
monumenten. Ken monument sticht de kunstenaar
of volksleider in en door zijn werk. I f et best
kunnen wij Querido o.oivn door zijn geestesarbeid
te verspreiden, te koopen, te lezen. Kn het is nog
eens Ileine, dien ik wil gedenken toen hij vond,
dat het schoonste monument voor hem \\erd ge
sticht tijdens /.ijn leven dooi' eenigo geestverwanten.
die in een Duitsch bier-kroegje, bij zijn binnenkomst
zongen:
Ich weisz nicht was soll es bedeuten,
Dasz ich so traurig bin.
De heer van Hcijn vindt verder, dat ik lo-vecl
leek ben om het borstbeeld van Herman l leyermaris
door Dr. Metides da Costa op de juiste waarde
te schatten. Ik heb niet anders dan mijn
leokenoordeel, maar vraag mij af of Dr. M. d. C. J l
-yormans heeft gekend, ge/,ieii, bestudeerd. Als ieder
menscli had l leyermaris een zeer wisselend ge/ieht.
/ijn gelaatsuitdrukking bij hot zien van een
solnildeischer verschilde enorm met de expressie bij aan
schouwing van vrouw en kinderen. Ifct was alsof
hij steeg uit, de ..koele meren des Doods" naar ., l )<*
Stille l.ach". Do. synthese, van droefheid, vreugde.
ironio, hoon, humor, temperament, is voor mij
in den gebeeldhouwde!), kop niet aanwezig. Het
beeld drukt niet uit de fantazie van de realiteit
maar de fantazie van de fantazio. lOn deze is niet
verdedigbaar. Dan blijft do schepping het geeste
lijk eigendom'vun den kunstenaar 011 eet) kleinen
kring vomvanten. Tot. het algemeen zal dit beeld
niet? sproke-ir. 'Wij ooreii m.i. Herman lleyerman.s
sterker door woderopvooringen van Oj> Hoop van
Xi'g'en. de Wijze Kater. c.a. dan door beelden.
monumenten, etc. l Tot geen dan ook geschiedt.
Opdrachten aan kun<t(viaars kunnen alloen da')
vruchtbaar zijn. indien de artiest hot werk niet
tot industrie verlaagt, maar zelf voor de opdracht
veel gevoelt, omdat hij den overleden kunstenaar
heeft gekend et) zijn werk vereert. (Tit die
vereoring, die genegenheid, dus uit kunstetiaarslièfdo
voor het object, kan oen nieuw kunstwerk
ontstaan. Maar geschiedt do aanvaarding van (Ie
moeste opdrachten niet om redenen van geheel
anderen aai d 'i ' '
De lieer Van Reiju stolt, voor een Commissie
van advies inzake het monument voor Querido.
Kon commissie vau \ akkundigen. Geen looken !
Kon wijs besluit! Hoewel de lieer van Ueijn hot
wol met mij eens zal zijn, dat niet alloen do schoen
maker hot recht hooft om te oordoelon, over' het
schoeisel van zijn collega, maar ook degene, die
hot draai;!.
FRANS IfULLKMAN
NIEUWE ZENDING
PERZISCHE
T A P IJ T E N
EN KLEEDJES