De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 31 december pagina 7

31 december 1932 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

l l De Groene Amsterdammer van 31 December 1932 Wetenschappelijke Varia Onthulde bangmaker ij Dr. P. van Olst Wichelroede en gevaarlijke stralen De menschheid en gros is altijd pessimistisch. Een griezelig ziekteverhaal wordt graag overtroeft door een nog griezeliger operatie, een fietsongeluk door een nog veel ernstiger onheil, een failliete oom dooreen nog veel faillieter vriend van een achter neef. Zoo worden ook in deze minder aangename tijden, die vooral in Duitschland zwaar zijn, de menschen nog extra naar gemaakt door welwillende leeken die overal gevaarlijke stralen" ontdekken, die kanker, pest en dergelijke narigheden veroor zaken zouden. In Zuid-Duitschland is deze lief hebberij epidemisch geworden en de wichelroedeloopers die vroeger voornamelijk zich bepaalden tot het aanwijzen van ondergrondsche watervoor raden voor het slaan van putten en alleen in bijzon dere gevallen ook aan het aanwijzen van metaal ertsen, verborgen schatten, enz. deden, zijn daar zelf tot een volkspest geworden. Zij vinden overal schadelijke stralingen" met hun wichelroede, maken de menschen bang voor de eventueele gevolgen hiervan en zijn dan bereid om bescher mende installaties" te plaatsen in huizen en ge bouwen waarmee honderdduizende guldens weg gesmeten worden. En niet alleen de gewone leeken laten zich bang maken, maar ook de overheidsleeken, die door algemeene ontwikkeling wijzer moesten zijn, zoodat in hönderde en duizende privaten, fabrieken, bureau's, ministeries (!) con certzalen ( !) stallen enz. dergelijke afweerapparaten officieel aangebracht worden. Hier te lande is men ook niet vrij van der gelijk bijgeloof, al doet de overheid nog niet mee, zoover ik weet. Maar er loopen genoeg menschen rond, die zich beroepen op Einstein, op alpha-stralen, gamma-stralen, enz. om te verdedigen dat ook een willekeurige leek, die beweert bijzondere gaven te hebben en die om menschen met slecht karakter een bepaald ge kleurde halo ziet, bestaansrecht heeft. Eer men dus ook hier in Holland de goe-gemeente gaat bang maken voor denkbeeldige gevaren en haar het geld uit de zak klopt voor overbodige afweermiddelen, wijs ik hier op een zeer grappig onderzoek dat door Prof. Walther Gerlach te München verricht is, om eindelijk eens paal en perk te stellen aan die volks misleiding. Prof. G. doet verslag in ,,die Naturwissenschaften". Hij laat geheel in het midden, en zér terecht, óf het mogelijk is dat er menschen bestaan, die zoo gevoelig zijn voor water of metalen dat zij de aanwezigheid hiervan voelen kunnen. Dit is a priori niet uitgesloten en moet eenvoudig ondel zocht worden eer men wetenschappelijk hun be staan kan ontkennen of beamen. Maar wat hij wel onderzoeken wilde was of er iets beCrouwbaars is in het vinden van gevaarlijke stralen" en in de afweermiddelen ertegen. Hij had daarbij de volle medewerking van eenige wichelroedeloopers, die vast in hun vermogen geloofden en /,ich gaarne ertoe leenden om hem hunnerzijds te overtuigen, en die inderdaad zelf hierbij overtuigd waren van de dreigende gevaren. De proeven werden genomen in het natuurkundig instituut van de Münchener Hoogeschool. De wichelroedeloopers wenschten zelf dit laboratorium te onderzoeken en wezen zelf een lange gang van 25 m aan als een geschikt waarnemingsgebied. Van deze gangen lagen er vier boven elkaar. Eerst gingen de drie loopers tesamen door de gang op de eerste verdieping met hun apparaten en zij vonden samen op l O m van het gang-einde af een plek van krachtige reactie, waar dus gevaarlijke stralen" aan het werk waren volgens hen. Zij bepaalden deze plek met een nauwkeurigheid van 20 centi meter, d.w.z. dat zij buiten een plek met een middellijn van 20 cm r/een stralen-invloed vonden. Een van de wichelroedeloopers legde toen met een slinger" (een der instrumenten die deze onder zoekers ook wel gebruiken naast de eigenlijke wichelroede) de gevaarlijke plek nog nauwkeuriger vast. Vervolgens liet Prof. G. een der loopers de gang op den beganen grond nagaan om daar de gevaar lijke plek te zoeken, terwijl de andere twee ieder op zichzelf nog eens de eerste-verdieping-gang af zochten. Prof. G. noteerde telkens op den muur zoo weinig mogelijk in 't oog loopend de plekken waar de loopers reacties opmerkten met hun toestellen. Toen nu deze gevonden aktieve" plekken door Prof. Gr. in kaart werden gebracht bleek er niet de minste overeenstemming te zijn tusschen de waar nemingen. Zelfs de beschreven gevaarlijke plek, die zoo nauwkeurig gelocaliseerd was, trad bij de latere waarnemingen niet meer op. Ook een vierde looper die een paar weken later de gangen onder zocht, gaf weer andere plekken aan voor de ge vaarlijke stralen. Iets dergelijks bleek bij het onderzoek door de drie loopers samen van twee kamers in het labora torium, welke kamers volgens hen een uiterst gevaarlijke en zeer intense kruisaderplek" be vatten. De twee kamers lagen boven elkaar maar de aangewezen plekken van de twee kamers klopten niet met elkaar, waarbij vermoedelijk de loopers misleid waren door wijziging in de kamer-inrichtin gen waarop zij niet verdacht waren. Nog opmerkelij ker was het daarop volgend onderzoek naar de werk zaamheid van een der afweer-apparaten. Dit was een hol koperen voorwerp, waarbinnenin een aantal koperdraden ten deele omhoog ten deele omlaag gericht waren, terwijl in het midden een magneet naald hing (de eventueele wijze van werken van dit afweerapparaat werd niet nader bekend gemaakt !). De loopers plaatsten dit toestel op de uiterst gevaarlijke kruisaderplek" en demonstreerden Prof. G. daarna dat zij geen reacties meer kregen met hun toestelletjes zoodat de stralen dus nu weg waren. Werd het afweerappa,raat verwijderd dan voelden zij de stralen weer. Met dit afweertoestel begaf Prof. G. x.ich nu naar de gevaarlijke plek op den beganen grond, terwijl de drie loopers op de eerste verdieping waren. Prof. G. zou liet afweer apparaat telkens 2 minuten op de gevaarlijke plek zetten en dan twee minuten ergens anders waar de stralen niet waren. De loopers op de eerste ver dieping noteerden dan wanneer zij de gevaarlijke stralen wél of niet konden voelen. Na afloop kwam men weer bij elkaar en inderdaad hadden de drie loopers met een vrij regelmatige afwisseling om de 2 minuten wel stralen gevoeld en dan weer niet. Enkele onregelmatigheden verklaarden zij doordat een van hen gevoeliger was voor de stralen, dan de beide anderen. Prof. G. moest de heeren toen echter pijnlijk ontnuchteren door mede te deelen dat hij zich niet. a.an de twee-minuten-afspraak gehouden had maar dadelijk door twee assistenten het afweerapparaat mee had laten nemen buiten het laboratorium ver ergens in de stad. Daarna hadden deze twee het toestel weer naar het laboratorium vervoerd en nu verder permanent op de gevaarlijke plek laten staan! Mij dunkt dat de proef afdoende is. Typeerend voor de mentaliteit van dergelijke leeken is echter dat dit drietal vond dat de uit komst toch nog zoo slecht niet was. Toen het toe stel weg was iiadden zij wel telkens 2 minuten gevoeld dat het er wél was maar toch ook telkens 2 minuten gevoeld dat het er niet was ! ! Dus zij hadden toch iri 50 percent gelijk gehad ! Men moet eerbied hebben voor een dergelijke onmatige; domheid. Na een twistgesprek Aangehoord door al wat de koopmansstad Rotterdam aan artist herbergt en dat is me wat ! hebben de heeren Victor E. van Vriesland en Dr. Menno ter Braak met elkander gedisputeerd over Schoonheid. I. orum. Vivat de redactie van Forum ! Zij vecht tegen ijdel decoru Maar toch ga ik mee met de N. H. ('t.. die is op haar tijd in de lorum. II. Ja, waarlijk, die Victor van Vriesland weet goed hoe men speelt op de discant. Doch Menno ter Braak, zeer spitsvondig en raak, pompt water en lucht in een biesmand. III. Hij stelt Vondel zoo trouw als een wekker beneden Nietzsche, Stendal, Douwes Dekker. Zet een koe naast een paard : ze zijn beide behaard wie een Werturteil heeft is niet lekker. IV. Wie iets uiterst subtiel kan ontleden blijft in de practijk vaak er beneden. Maar een neger die danst en een meisje dat sjanst zijn er in, en zijn schoon zonder reden. V. Spreek van Vorm of van Vent met gewoonheid: wie ze werkelijk ziet is zijn hoon kwijt, en als gold het een vrouw schenkt hij liefde en trouw waar het hart woont daar is ook de schoonheid. VI. Baudelahe dans son Spleen de Paris n'aimait ni père, ni m ere, ni arnis, ignorait même Pattle et Beautésapiisti, il airnait les nuages .... Voici f (tout comme Engelman et Debussy). JAN ENGELMAN Rectificatie Door bi/.ondere omstandigheden, werd het slot van het artikel ,,De Katholieke Jeugd" in ons vorig nummer niet in den juisten vorm afgedrukt. Daar om plaatsen wij hier ongewijzigd de slotregels van genoemde bijdrage. Maar waar anderen wanhopig op weg zijn naar het onbekende land van beloften of naar het bekende land dat aldus wordt genoemd, weet de katholieke jeugd dat het ideaal niet gezocht behoeft te worden maar verwerkelijkt. Verwerkelijkt, zeker niet met het uniform en met de vlag, al dienen de uiterlijkheden op hun waarde geschat te worden , maar met zelf heiliging en apostolaat, met kracht naar buiten en innerlijke durf, met opoffering en versterving, met radicale naastenliefde en diepe godsdienstzin. Verwerkelijkt, niet om te komen tot het aardsche paradijs zonder eenige smart, zonder cenig lijden, maar verwerkelijkt c,m te geraken tot een samen leving, die op liefde is gebaseerd en die het bereiken van aller menschep, einddoel niet tegenwerkt maar ondersteunt. l)e katholieke jeugd van deze kenterende tijden, heeft een grootsche t;iak. Zij heeft ook machtige middelen. Klke activiteit van deze jeugd moet in samen klank zijn met de regels uit de sacramentshymnc: kecedant vetera, nova sint omma, Corda, voccs, et opera. KUN STZ AAL VAN LIER DOO RLOOPEND TENTOON G ESTELD ROKIN ion AMSTERDAM BEZICHTIGING VRIJ KUNSTWERKEN VAN JONGE HOLLANDSCHE EN BUITENL. MEESTERS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl