De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 7 januari pagina 11

7 januari 1933 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

SCHOUWBURGEN Victoria en haar Huzaar' Buziaus nieuwe Revue CONSTANT VAN WESSEM is een uiterlijke herdenkings plechtigheid, maar geen wezen lijk eerbet oon aan den rusteloozen geest van denlaatstenuniverseelen kunstenaar, die ons tooneel heeft voortgebracht. Het is niet meer dan een symp toom van vermoeidheid van ons tooneel en een testimonium paupertatis van zijn leiders. ; Misschien, althans. Want men E Ster man als mag niet vergeten, dat deze voorstelling met den vorm" erbij, van hoogerhand is toege wezen endat mogelijke eigenen persoonlijk geziene Gijsbreghten in de werkkamers der overige sollicitanten besloten bleven. Men moge evenmin, teleurgesteld door de klakkelooze imi tatie die men bewust van den Gijsbreght 1933 gemaakt heeft, blind zijn voor de zorgvuldigheid, waarmee een klein gezelschap heeft willen, en deels in ? zwakken, onpersoonlijken vorm ook wel kunnen copieeren. Er was tevens een jubileum te vieren van een vrouw, die dat meer dan eenig ander verdiend heeft en wier Badeloch men nimmer Huzaar" in het circus Carr licht zal kunnen vervangen: een vrouw, in wie men dan tevens het recente verleden van den laatsten grooten Gijsbreght" herdacht. Maar de groote, de gevaarlijke maar met hevigheid verlaag de kans om in den Gijsbreght" het huidige tooneel recht of slecht, aan het woord te laten komen, is dit jaar onmannelijk verlaten. Men zal van den Gijsbreght" nooit verrukt, nooit gesticht" van daan komen. Maar geen andere indrukken te krijgen dan die van een heel, heel zwakke echo uit cle verte, met de eenige overtuiging, dat Boyaards zelf al laÖgjhet'roer omgegooid zou hebben, Joindat deze romantisch-symbolische Gijsbreght" tegen den klaagmuur toch al te zeer uit den tijd raakte .... is dat winst in eenig opzicht ? Gijsbreght" ischt vóór alles een regisseur, die zijn vuist op tafel legt en een uiteengeslagen stuk door de fervent verdedigde gedachte van -?n enkel groot motief tot een zoo groot mogelijke, niet tot een onvoorwaardelijke eenheid brengt. In Gijsbreght" steekt drama en vers, rol en ora torium. Tot Vondel teruggaande zou men alleen vinden de onverwoestbare grootheid van zijn hartstochtelijk vers. Wilde men den dramatischen opzet van Vondel herstellen, zooals men thans den dramatischen vorm van Royaards herstelde, men zou het stuk door paters moeten laten spelen of door gymnasiasten in het Grieksch. Zoo barok, zoo verward is hier het dooreenspelen van katholiek belijdenisspel, Vergiliaansch voorbeeld en XVIIeeeuwsch, wereldsch leven, dat een historische reconstructie een philologendaad zou blijven. Er zijn tien andere Gijsbreghten mogelijk, al naar zij het accent in de religieuze wijding van het mysteriespel zoeken om over de breuk van den als een Mexicaaiisehe hond er tusschendoor vallende Engel, heen te komen, of met dappere negatie van alle consequenties een tafereel op hangen van een alom vechtend eu belaagd Amsterdam, waarin gestre den wordt en niet in lange jurken gebeden en verteld. ^Royaards' vertooning was een compromis van alle vraagstukken in het statige spel": een vorm, die eens in zijn rhetorischen stilstand een groote bekoring gehad moet hebben. De loodzware muur van Frits Lensvelt sneed het tooneel en daar mede alle mogelijkheden van het too neel af en verplaatste het spel naar een tweedimensionalen voorgrond voor het declamatorische puik van zoeta keelen en solisten-aria's te midden van een daarbij wanhopig stil spel" leverende familie, zooals de ongetwijfeld schoon gezegde Bode van Musch, zooals de reien, die ook nu weer in een in het Von delwoord verliefden woordenpraal gezegd, gezongen, aan het hart ge drukt en in slaap gewiegd werden. De aankleeding van het stuk met zijn bordpapieren helmen en sabeltjes, nimmer onwaarschijnlijker illusie dan in de handen van den besten, braven, burgerlijken en waar dig gesproken Gijsbreght van K o van Dijk, nimmer averechtscher gehan teerd dan door de zwakke hoplieden, die rondom of tegenover hem stonden, is zoozeer een verkleurde maskerade geworden, dat de man, die in 't harrenas met scheermesjes door de Kalverstraat loopt te venten, geen kwade figurant geweest zou zijn, Bleek, mat en traag bracht deze voorstelling het eenige, wat de eenige, gcnadelooze dood voor de Gijsbreghf-traditie is en verder van dit stuk afstaat dan wat ook: grauwe, rethorische ver veling. Dit jaar heeft men de formeele continuïteit gered door den Gijsbreght" in de Royaardstraditie te spelen. Welaan, laat men dan het volgend jaar radicaal niet deze traditie breken om er dat schoone wonder voor in de plaats te zetten: de traditie, dat Gijsbreght" wordt het kansstuk van den tooneelleider die het aandurft, heerlijke Ko van Dijk en Jacqueline Royaards als Gijsbreght en Badeloch (Schouwtooneel) verzen te kunnen laten zeggen naar het wisselend, ontraditioneele ideaal, dat hem op het levend oogenblik van den tijd, waarin hij het tooneel leidt, bezielt. En dat inderdaad zou wezenlijke Royaards-traditie zijn: leider te zijn en geen preeklezende plaatsvervanger van een herderloos geworden gemeente. HENRIK SCHOLTE Xieuwe uitgaven De Schijvenschouw, onder redactie van Casper Höweler bij de N .V. Uitgevers Mij. Fidelitas" te Amsterdam verschenen is een tijdschrift voor grammofoonliefhebbers. Het blad ziet er typographisch uitstekend uit; het eerste nummer bevat verschillende artikelen over belangrijke onderwerpen, en goede illu straties aan de film ontleend. Louis de Vries in De Schoone Slaapster"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl