Historisch Archief 1877-1940
No. 2901
De Groene Amsterdammer van 7 Januari 1933
19
Uit het kladschrift van Jantje
Croquante croquetjes
Alida Zevenboom
Wat een rare wereld tegenwoordig.
Mevrouw zaliger zei altijd: Aal, als je
aan den huizenkant loopt, kun je niet
in het water vallen", maar ik geloof
dat de menschen tegenwoordig toch
hun evenwicht kwijt raken ook al
loopen ze op de kleine steentjes. Een
lezeres stuurt me een stukje uit de
Maasbode" en ik heb driemaal mijn
oogen uitgewreven nadat ik het de
eerste maal gelezen had want wat
stond er? Dat Alida Zevenboom een
man is! En aan het eind van het
stukje stond als onderteekening: Pa
ter Hyacinth Hermans". Ik.een man
en nog wel een mannelijke journalist
en dan moet je niet beter weten of je
bent je levenlang een doodfatsoenlijke
vrouw geweest en het eenige manne
lijke aan me zijn misschien die paar
haartjes die tegenwoordig aan mijn
kin groeien en die ik geregeld uittrek
maar toch iederen keer weer terug
komen. Eén troost is het dat een
pater het schrijft en die weet misschien
niet zoo precies het onderscheid
tusschen een man en een vrouw en ik
maak me sterk dat als de Inwendige
nog leefde, hij zoo naar Botterdam zou
zijn getrokken om verhaal te halen
want ik hoor het hem nog zeggen:
Ali, er is maar n vrouw op de
wereld en dat ben jij !" En dat meende
hij toen. Later kreeg ik in de gaten dat
hij tegen mijn kameraad ook zoo iets
gezegd had en drie huizen verder
diende een meisje uit Twenthe bij de
Dedels en aan die had hij ook zoo iets
?wijs gemaakt maar als je het alleen
A-vAisWKEMBURG'S
« OL, --iLEVERTR
hoort, geloof je het en dat meubel aan
den overkant met haar kennel vol met
honden en katten, heeft me al een
briefkaart gestuurd met op het adres:
Aan den heer Alida Zevenboom" en
dat heer" met drie dikke lijnen
onderstreept! En straks kom ik nog in
de krant als 'de vrouw die vijf en
zestig jaar als een vrouw leefde en
eigenlijk een man is en dan verslijten
ze me misschien nog voor dat kind dat
indertijd in bet Binnengasthuis ver
wisseld werd en in plaats van een
meisje een jongetje bleek te zijn maar
ik ben nooit in het Binnen- of
Buitengasthuis geweest en hoop er nooit te
komen al loop je tegenwoordig, nu ze
eiken dag het verkeer regelen, kans om
aan- en omver-gereden te worden.
Neen, Pater, ik ben en blijf een vrouw
al gaat het natuurlijk moeilijk om u
te overtuigen maar als u Dokter Vos
vraagt die mij het laatst behandeld
?heeft, dan weet u meer. Maar zou een
vrouw in dezen tijd eigenlijk niet een
man worden als zij aan het hoofd
staat van een pension van twintig
betalende gasten en ze je van de
belasting en met alles weten te vinden ?
En nu kan ik niet anders zeggen dan
dat ik een prettigen oudejaarsavond
gehad heb. Neef en nicht uit de
Commelinstraat waren er en neef Bertus
kon den heelen avond blijven en werd
niet weggeroepen door meneer Gordijn
waar ik eigenlijk wel bang voor was
want in vroegere jaren had je op
Oudejaarsavond in Amsterdam altijd
een of twee groote branden en dan
zeiden de menschen tegen elkaar: de
kaars is omgevallen bij het
balansopmaken" maar heeft u er dit jaar
iets van gelezen en dat in een tijd van
crisis nog wel, zoo als wij achter den
rug hebben? Zouden de menschen nu
fatsoenlijker zijn geworden en de boel
minder aansteken of durven ze minder
omdat de brandweer er tegenwoordig
als de kippen bij is en je kacheltje nog
niet eens goed omligt of daar hoor je
de koolzuurspuit al aankomen ! En nu
is het nieuwe jaar alweer een week oud
en blijven er nog maar een en vijftig
weken over en het is hoe ouder een
mensch wordt, hoe meer hij den tijd
wil vast houden hoe harder hij weg
loopt, net als sommige mannen weg
hollen als je ze bij een slip van hun jas
wilt vastgrijpen. Van de week las ik
een mooie spreuk op een kalender:
als gij een vrouw najaagt, is zij gelijk
een schaduw die gij niet kunt grijpen
maar jaagt zij u na, dan is zij als een
schaduw die gij niet kwijt raakt" en ik
heb wat achter den Inwendige aan
gejaagd toen hij ons tweepersoonsbed
verkocht had op de Nieuwmarkt. En
zou ik dat gedaan hebben als ik soms
geen vrouw was geweest? Neen, die
pater zit me erg dwars met dat man
zijn en natuurlijk wist ons acteurtje er
ook al van en vanmiddag zei hij zoo
langs zijn neus weg, en ik had hem er
wel een klap op willen geven: me
vrouw, ik vind dat uw stem in den
laatsten tijd wat erg zwaar van toon
wordt. TJ krijgt toch niet den baard in
uw keel ?" en toen heb ik hem eventjes
gezegd dat het te wenschen was dat
hij wat meer stem kreeg want dat hij
zoo miserabel op het tooneel spreekt
dat je hem op de eerste rij stalles niet
kan hooren en onze kapitein van de
Burgerwacht keek me vanavond ook
een tikje vreemd aan en ik voelde wat
hij dacht dat een uniform me niet
slecht zou staan en ik kan toch niet uit
het raam gaan liggen schreeuwen:
Menschen, ik ben een vrouw en
altijd een vrouw geweest !" en toen ik
van de week in Lijn 2 stapte, kwam ik
naast meneer Pierre te zitten en hij
zag direct dat ik over wat tobde.
Wat scheelt er aan, Aalt je?" vroeg
hij en toen ik het hem vertelde, begon
hij zoo te lachen dat de heele tram ons
aankeek maar ik vind het heelemaal
niet om te lachen en wil u wel gelooven
dat er oogenblikken zijn dat ik zelf
begin te twijfelen en in eens de ge
dachte me overvalt: stel je eens voor
dat die pater toch gelijk heeft? En is
het nu verbeelding of niet dat die paar
haartjes aan mijn kin veel harder
groeien dan een week geleden ? En dan
hoor ik weer wijlen meneer /eggen:
Die Aal stapt als een dragonder".
Eén ding stelt me gerust de kaarten
hebben er niets van gezegd. Ik laat me
altijd op Ouwejaar de kaart leggen
dat is een vaste gewoonte bij me, en
het komt meestal uit ook. Het is nu
precies vijf en twintig jaar geleden dat
de weduwe Hansen op de Achter
burgwal mevrouw zaliger ging
geregeld eens in de maand naar haar
toe maar wijlen meneer mocht dat
niet weten me voorspelde dat ik in
den avond een zwarten man met een
ringbaard zou tegenkomen voor wien
ik moest oppassen en ik lachte want ik
had toen net kennis aan dien blonden
waldieper die altijd met zijn
nieuwjaarswensch aan de deur kwam, maar
of het uitgekomen, is ! En zoo spot ik
nooit met die dingen en zoo heeft ze
me voor dit jaar voorspeld dat ik op
moet passen voor een donkerbruine
vrouw en die van den overkant met
haar honden- en apentheater is don
kerbruin, als zij tenminste net van den
kapper vandaan komt en bij mij is er
nog nooit een korreltje verf aan
geweest en nog geen grijs haar.
Als ik dien patel' Hyacinth het
lijkt wel een vrouwennaam ! eens
mijn portret stuurde, maar daar moet
je ook weer mee oppassen want dan
zetten ze het misschien in de krant en
door de haast zetten ze er allicht
onder: de aardbeving in Grieken
land" of Het jonge Leeuwtje in
Artis".
Ik denk dut ik morgen naar zoo'n
inrichting ga waar ze de haren op je
gezicht met een electrische speld w
gbranden. En nu krijg ik net met de
post een boek dat heet Katrien
wordt soldaat" en dat Katrien" is
doorgehaald en er staat nu te lezen:
Alida wordt soldaat" ! Ik denk dat
ik dien pater tocli maar eens ga
opzoeken....