De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 7 januari pagina 7

7 januari 1933 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2901 De Groene Amsterdammer van J 'Januari 1933 Vogflbosch in de delta van de Brantas Natuurbescherming in Nederlandsch Indi Dr. Jac. P. Thijsse Loffelijk werk Wij ontvingen van de Nederlandsch Indische Vereeniging voor Natuurbescherming de verslagen van haar werkzaamheid over de jaren 1929, 1930, 1931. Natuurbescherming in Nederlandsch Indië! Stel u even voor, wat dat zeggen wil. Een rijk zoo groot als half Europa met een bevolking van ruim vijftig millioen menschen, waarvan 250000 blanken. Alleen die blanken zijn toegankelijk voor de natuurbeschermingsidee, maar het is er verre van, dat zij dien alle zouden huldigen. Integendeel, tot voor korten tijd was intensieve exploitatie van den bodem voor velen hunner het hoogste doel, een exploitatie, die snel en zeker leidt tot verwording van het oorspronkelijke landschap, tot ondergang van de inheemsche planten- en dierenwereld, zelfs *v. \ R-:.* *' In het Natuurmonument Dr, Jan Bosscha _ bij Taken (foto Matland) tot algeheele uitroeiing. Eerst in den laatsten tijd beseft men de mogelijkheid, de wenschelijkheid, de gebiedende noodzaak van harmonisch even wicht tusschen cultuur en oorspronkelijke natuur. Met grooten lof vermelden wij dan ook altijd Dr. Jan Bosscha, die reeds jaren geleden een prachtig natuurreservaat uitspaarde in de fraaie thee-onderneming Taloen. Maar nog grocter lof hebben we voor het kleene hoopken" dat in 1913 onder leiding van Koorders de vaan der natuurbescherming omhoog dorst te heffen en dat, in bescheiden mate aan wassend, tot op heden den schijnbaar hopeloozen strijd heeft aangedurfd en schoone resultaten heeft verkregen. Numeriek komt hei op hetzelfde neer, alsof een clubje intellectueelen uit Sneek de heele zaak der natuurbescherming in Nederland had gedreven. Nu zijn de toestanden in Nederlandsch-Indiëheel anders dan bij ons, anders was er nooit iets van terecht gekomen. De Indische Vereeniging kon al heel spoedig het Gouvernement in beweging brengen. Zij behoefde niet, zooals wij hier in Nederland millioenen bijeen te brengen, om natuurmonumenten aan te koopen. De eigen aardige bezitsvormen in den Archipel maakten het mogelijk, dat het Gouvernement verschillende natuurmonumenten kon aanwijzen. Aangemoedigd en voorgelicht door de Nederlandsch Indische Vereeniging, gaat het Gouvernement rustig voort op den ingeslagen weg. Bovendien hebben we nog in Holland een Commissie voor Internationale Natuurbescherming, die vanzelf ook levendig belang stelt in alles wat er in Nederlandsch Indi gebeurt, gebeuren kan, gebeuren moet. In de pas verschenen jaarverslagen ontmoeten we telkens de onderlinge relaties van deze drie participanten. In n ding zijn onze vrienden in den Archipel ons vóór. Zij hebben reeds een zeer redelijke wet geving op het gebied van natuurbescherming. Bij ons wil het in den Haag maar niet lukken. Daar broeden al drie jaar lang drie Departementen op een Natuurbeschermingswet, doch zonder het geringste resultaat. In Buitenzorg heeft het Depar tement van Landbouw, Nijverheid en Handel de zaak behartigd. Bij besluit van den Gouverneur Generaal van 11 Januari 1932 is een Natuurmonu menten- en Wildreservaten-ordonnantie uitgevaar digd. Bovendien hebben zij daar nog een Dierenbeschermingsordonnantie en een Jachtordonriantie en deze drie met elkander geven reeds een zeer voldoende basis voor wettelijke natuurbescherming. Natuurlijk zijn er enkele leemten. De slangen O wee, al8 de Bolskruik ~ leeg is! BOLS ELKLEN »A« KEN «I,AAHJE worden niet beschermd, zelfs genoemd als schadelijk gedierte, terwijl zij toch als rattenverdelgers niet alleen voor den landbouw maar ook voor de pestbestrijding van groot belang zijn. Tegen woordig is slangenvel weer meer in de mode dan een paar jaar geleden en de uitvoer van slangenhuiden is zeer aanzienlijk. Ook wijzen de verslagen er zeer terecht op, dat ook sommige plantensoorten, met name orchideeën, bescherming dringend noodig hebben. Dit kan des te gemakkelijker worden bereikt, doordat tegenwoordig de orchi deeën gemakkelijk uit zaad kunnen worden ge kweekt en de orchideeënjacht dus beperkt kan blijven tot het inzamelen van rijpe zaden van nog niet in cultuur gebrachte soorten. Er is nog iets. Dank zij de automobiel is het leven in Indiëheel wat plezieiiger en gezonder geworden. Het is nu mogelijk dat de bewoners der steden, der kustplaatsen zelfs in een enkele voor middag een uitstapje kiemen maken naar boven.' Ik heb daarvan genoten in Buitenzorg en Bandoeng, in Solo, Malang, Cheribon, Tegal, Semarang, Soerabaya. Maar dan is liet ook wenschclijk, dat daar goede excursieterreinen zijn inet belangrijke flora en fauna of geologische gesteldheid. Die ontbreken niet, doch het komt er op aan, ze in goeden staat en flinke uitgebreidheid te handhaven. Daar houdt de Vereeniging zich ook thans mee bezig en ik zie dat er goede kans bestaat voor het behoud van het eeuwenoude, rijk begroeide Djatibosch nabij Semarang en de onvergelijkelijke vogelmoerassen in de delta van de Brantas. De Rawah Lakbok, waar de prachtig bloeiende boengoers tot kniehoogte in het water stonden, zal het helaas niet kunnen houden. Nu zou ik u uit de verslagen nog veel kunnen vertellen, maar daarvoor heb ik thans tijd noch plaats. Maar vcor vijfentwintig gulden ineens kunt ge levenslang lid worden \>an de Nederlandsen Indische Vereeniging tot Natuurbescherming en dan krijgt gij al die verslagen. Zoo'n levenslidmaat schap is heel geriefelijk, dan hoef je nooit te be4 danken of conti ibutis te verminderen in dagen van bezuiniging. Secretaris is Dr. C. G. G. J. van Steenis te Buitenzorg, een befaamd jong plantkundige en Voorzitter is Dr. S. Leef mans, de entomoloog. Haast alle bestuurderen zijn biologen. . ,,Nennt man die besten Namen, so werden auch die ihrigen genannt". Afzonderlijk noem ik nog Dr. Dammerman, die het directeurschap van het Zoölogisch Museum cumuleert" (vanwege de bezuiniging) met dat van den Plantentuin en die meteen officieel adviseur van het Departement van Landbouw, Handel en Nijverheid is in zake Natuur bescherming. Er bestaat dus een stevige band tusschen de regeering en het Gouvernement. Steviger dan in Patria. Zakalmanak Door de Directie van Bad-Ems worden weder kleine zakalmanakjes verspreid ter aanbeveling van hare bekende producten als Emser-Water, Emser-pastilles en Emser-zout, middelen tegen hoest, verkoudheid en alle aandoeningen der slijm vliezen. De Bun VARINAS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl