Historisch Archief 1877-1940
?e
!. "
K;
u- >
KUNSTEN
»7 de 19°en 20" eeuw
- Jan van
nj van Lier
DEN TOL
figureert; men kan de knapheid van
dezen voor alles met het penseel
teekenende'' en daarna pas schilderen
de, volle Rubensiaansche"
vrouwenKunstzaal van Wisselingh
aakten sterk in de drie-dimensionale
limte modelleerende kunstenaar ten
olie erkennen en ook wel waardeeren
Q hè*, nochtans met deze, in dit groote
aantal" aan den dag tredende uit
veriezing niét eens zijn vanwege de al te
_üonfahige, Blonde Venus"achtige
leurgeving! Aan Picasso wiens in
BÖ5 jfce Schoorl geschilderde Belle
[oïlandaise" (met tempera-verf op
wton gedaan) eveneens een gevuld
Rubensiaansch" vrouwennaakt mag
eeten, maar thans gedaan zonder
jnige poëtische affectatie. De kleur
aat, evenals in zijn Femme a la
>ilette avec servante" naar het
koel?esco-achtige en is er toch niet minder
;vend om. Ook zijn ander
vrouwenaakt en het meest misschien nog zijn
;ekening La familie" laten zien hoe
ij onder vele andere dingen soms
ver;aat een schoone synthese te scheppen
tusschen een klassieke, sterke rust
in de vormgeving en compositie en
een, om het kort te zeggen, mo
derne innerlijke spanning". Aan
Cézanne wiens Les Voleurs d'Ane"
nog duidelijk onder den invloed
van de la Croix geschilderd werd
en wiens Sous Bois" een prachtig
staal is van zijn latere ,,idealistisch
decoratieve" geheel eigen" werk.
Aan Gauguin wiens den geest van
Tahiti symboliseerend stilleven met
het hem eigen wonderlijk-verstilde
en toch zoo rijke,mysterieuse
kleuraccoord, ik verkies boven zijn
Tahitiaansche dans rondom het
avondlijke kampvuur". Aan Vincent
van Gogh tenslotte die hier met
een in 1887 te Parijs geschilderd
zelfportret zijn grootheid nogmaals
demonstreert.
Jan van Hrrwïjnen l»ïj
van Lier, Amsterdam.
De tentoonstel-ingen van de nieuw
ste werken van Herwijnen volgen
elkaar in snel tempo op. Soms, zooals
b.v. op zijn laatste expositie in deze
kunsthandel waar het accent viel op
enkele groot opgezette Amsterdamsche
stads-gevallen, heeft men wel eens een
oogenblik de neiging te gaan spreken
van een misschien wat al te snel
tempo. De schilders-drift, die bij
Herwijnen voortdurend hevig werkt
en sterker is dan bij verreweg het
grootste deel van onze andere jon
geren", stuwt hem steeds weer tot den
arbeid, en die arbeid vervalt daardoor
nooit tot een herhaling in den zin
van een ietwat automatisch naloopen
van zichzelf, waaraan andere
veelproducec rende kunstenaars nogal eens
komen te lijden. Maar juist omdat die
drift zoo vóór alles uitsluitend
schild'trdrift is (een zeldzaam c ing en een
goed ding op zichzelf) liep de schep
pingsdrift, die gevoed moet worden
door een innerlijken groei wil het mij
schijnen, soms gevaar. Anderzijds heeft
waarschijnlijk juist die fel in hem opge
leefde, schildersdrif t van Herwijnen ge
red van een, in de duisternissen der psy
chologische verJieting dreigende ver
starring. (Het dreigde m.i. op den duur
in de aanvankelijk zoo bijster knappe
teekeningen van geestes-t ranken en
andere menschelijke verwordenen).
Op deze laatste, thans geopende
rijpe en rijke tentoonstelling consta
teert men met vreugde, dat naa&t de
werken waaiin hij vrijuit zijn schil
dersdrift uitviel t in bloemen en stil
levens (van de laatste noem ik dat met
de kannetjes vooraan) en waarin het
volle, hooge kleur-accoord
blauwpaars-rood dat hem in y,ijn laatste
periode karakteriseert, krachtig wordt
aangeslagen zóó dat er ook, hoe ijl
en bevrijdend het klinkt, toch de
gedegen" ondertoon van het lied
der aarde volledig in meé-vibreert;
een nieuwen innerlijken groei zich aan
het voltrekken gaat, die wederom
direct tot den mensch, tot het portret
zal voeren.
Ken eerste teeken daarvan heeft
Daumier
men m.i. te zien in het portret van den
dichter Rensburg dat van een in
dringende psychologie is en dat ook
Kunstzaal van Wisselingh
zuiver schilder-kunstig boven het
groote achterover liggend naakt
uitJan van Herwijnen
Kunstzaal van Lier