De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 14 januari pagina 19

14 januari 1933 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

N o. 2902 De Groene Amsterdammer van 14 Januari 1933 19 Uit het kladschrift van Jantje Croquante croquetjes Alida Zevenboom Ik kan tegenwoordig geen krant meer opslaan of ik krijg de tranen in mijn oogen. Niet van het gapen, zooals misschien de een of andere lezer zal denken, maar omdat er geen dag voorbij gaat of je leest van de een. of andere ellende en hoc ouder een mensch wordt, hoe gevoeliger \ hij van compleksie schijnt te worden. Van de week las ik van den voorge nomen moord op de honderdduizend biggetjes en wil u wel gelooven dat ik er naar van om mijn hart werd ? En een paar dagen te voren had ik ook al een steek door mijn hart ge kregen toen ik las dat de een of andere vereeniging van boeren de regeering gesmeekt had ik weet niet hoeveel kalfjes te laten slachten, omdat die er ook al te veel waren. Maar van die speenvarkentjes vind ik toch wel heel erg, want zijn dat ook geen le vende wezens en zoo rozig zijn ze met hun lieve lichaampjes en met een sinaasappel in hun bekje opgediend, deden ze wijlen meneer altijd water tanden en hij zei altijd: er is maar n in heel Amsterdam, die een speenvarken kan braden en dat is Aal" en hij had gelijk ook, al ga ik niet graag op iets prat, want ik kon ze zoo braden dat alles letterlijk te eten was en er geen velletje en geen botje behoefde over te blijven. En nu willen ze honderdduizend van die beestjes in. een machine vermalen en daarna als mest of zoo iets over het land strooien. De kindermoord van Bethlehem is er kinderwerk bij en dan spreken ze maar steeds van verzachting der zeden. Als de menschen zoo doorgaan, zie ik het nog gebeuren, dat ze het te veel aan menschen ook maar opruimen en al de kindertjes die werkloozen krijgen, ook naar die maphine brengen, want zijn die niet nog erger te veel dan die arme big getjes ? En dan juichen de kranten nog wel dat dr. Meurer zijn vroedvrouwenschool weer terug heeft, net of er geen kindertjes te veel zijn. Ik begrijp van de wereld niets meer en dan moet je den tijd beleefd hebben dat er geen werkloosheid op de wereld be stond en alleen luilakken en slam pampers die niet werken wilden en dacht er toen iemand aan om een Duitsch meisje in betrekking te ne men? Er waren Geldersche genoeg te krijgen en die graag naar Amsterdam kwamen en allemaal best zijn terecht gekomen. Ik ken er een van, die nu nog in haar eigen auto rijdt en jaren lang rijk ,,gesteund" werd, zal ik maar zeggen, door een meneer uit de Bocht die veel bij mevrouw zaliger over huis kwam en die haar alles heeft nagelaten en bestaat dat nog in deze dagen? Ziet vi nog de heerenhuizen waar dat soort dames" woonden en wijzen ze ze u nog met den vinger aan? Zij hielden eigen equipage en als Aal gewild had .... nou .... maar Aal had meer fatsoen in haar lijf dan al die jonge snuiters die in de Bocht en den omtrek woonden bij elkaar, maar word je er voor beloond ? Nu zit ik eiken dag te sappelen en wind me op over een stuiver te veel op het boekje van Leentje en elke maand heb ik werk om alles netjes binnen te krijgen van mijn pensiongasten en is iemand je er dankbaar voor? Fatsoen wordt ook al niet betaald op deze wereld en die Cato lacht ze allemaal uit en als ik haar eens een enkele keer tegenkom, dan zie ik dat ze me herkent en dan lacht ze inwendig, dat voel ik, en gaat ze nog eens goed rechtop in haar auto zitten en elk jaar naai' het Zuiden en drie bojen en dat in dezen tijd ! En dan moet je haar gekend hebben, zooals ze met het gras nog tusschen haar kiezen uit l?uurlo kwam ! En een eigen plaats in de kerk en de dominee op bezoek en wie doet me wat een eigen graf op /orgvlied en dat steekt je wel eens en dan vraag je je van allerlei a,f maar och. een mensch mag niet ontevreden zijn en wie weet waar het goed voor is. maar als ik lees, dat diezelfde Cato ook erf; aan de liefdadigheid doet en lid is van dat en van dat en haar naam bij al de deftigheid staat, dan mint ik toi h wel eens lachen maar als ik een paar van die honderdduizend speen varkentjes op den kop kan tikken. laat ik bet ruit want het is een goed eten en zoo'n enkel smulpartijtje komt een mensch wel toe. vooral als je weet dat je de regeering er een dienst mee bewijst. Maar het is tegen woordig heelemaal geen pretje meer om varken te zijn. want extra-vet mogen ze niet meer worden en als ze big zijn, worden ze gekeeld, net zoo iets als de soldaten in den oorlog. En nu lees ik in de krant dat meneer Uoovers ook al met pensioen gaat en daar merkt een mensch aan hoe hij ongemerkt oud wordt. De Inwendige heeft eens wat met meneer Roovers te doen gehad over iets met Publieke Wei'ken, wat weet ik niet meer. en ik hoor het hem nog zeggen: ..Aal, je zegt altijd dat ik een kaal hoofd heb hij wa,s aardig door zijn haar heengegroeid en ik begrijp nu dat het door het leventje kwam dat hij achter zijn rug bad, hoewel hij loog dat het kwam doordat de zon in de Oost zoo op zijn kruin gebrand had, jij zegt altijd, dat ik een kaal hoofd heb, maar zoo'n kaal hoofd als die meneer Roovers beeft heb ik nog nooit een hoofd gezien. Ken blok ijs is er behaard bij ! ..Het is wel eigenaardig, zei meneer Stanislafski van de week, dat meneer Uoovers, de gemeente-secretaris, Roomsch is en de Burgemeester ge reformeerd en meneer Douwes dito'en meneer Kropman Uoomsch en de andere vier wethouders oud-Testamentisch en dat aan het hoofd van een stad die eigenlijk erg heidensch van nature is." Ja. dat is wel gek en vind u nu dat de stad er met al deze geloovige heeren zooveel beter op geworden is? En nu moet er Koopen bij SCHIUIDT (knoopt dat in uw oor) Heeft niets tegen doch alles voor l. M. SCHMtDT-AMSTERDAM ROKIN 72 nog iets van mijn hart - ik heb in de krant die plaatjes gezien van mineir Mosterd met zijn lijfwacht in I "(recht en dat beeft me zoo aangegrepen d;:1 ik er hard over denk me op te geven bij die nat ionaal-socialist i .-n. als zij tenminste v t ouwen aannemen, wat ik toch wel zou denken, want dat is nu juist een pa.rtij voor ons. vrouwen, die allang meer dan genoeg hebben van al dat gezanik en gezeur van de mannen die nu al jaren aan de politiek doen en ons alsmaar virder van buis hebben gebracht. En daarbij vind ik meneer Mosterd een erg knap pe man en als bij zich nog een beetje voo]' den spiegel oefent, gaat hij be slist op mem < r Mussolini lijkin. /DO. op het plaatje in de krant en ais je het een beetje schuin houdt, heeft hij al wr.t van hem weg en vooral die mooie plooi boven zijn oogen. en ik wil u wel bekennen, dat. ik een kli ine schok kreeg toen ik hem zag afgebeeld want hij lijkt sprekend op den In wendige. Die kon ook net zoo kijken als hij een tikje te veel had en dan zei hij altijd: ..Ali, ik voel dat er mei r in me zit dan de menschen weten," waar hij gelijk aan had want je kon nooit iets aan hun merken of bij t weikan of wel drie liter binnen had. Want zoo was hij.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl