Historisch Archief 1877-1940
f.
l'
iSCHOONHEID
Harry van Tussenbroek's
Nieuwe Poppen
A.E.vandenTol
Het spreekt haast vanzelve, dat
Raedeck«r's kunst eene is fan een
zeer verfijnde zinnelijkheid, van een
zinnelijkheid van het fijnste grein, die
oppervlakkig met den gemakkelijker
naam van droom gesierd wordt. Bij Raedecker's
kunst vloeien de vormen levend en welig in malkaar
over, en zoo goed als nooit (niet is absoluut n)
vinlen wij bij hem een fel tegen malkander stooten dtr
volumnia, zooals dat van anderen beeldhouwers
een -onophoudelijke lust kon zijn. Dit is weer
romantisch en het versterkt de zekerheid van onze
bepaling. Deze wordt nog meer versterkt door een
overeenkomst met een bepaalde teekenaar, met
E e d o n, _^^^^^. ^tn meester der
rijkste ji^^^^^^^. ,,zwarten". Er zijn
Zeemonster
altijd beelden bij Eaedecker, die ons doen den
ken aan den Satan van Bedon, den treurigen,
gevallen Engel. Ook hier op de tentoonstelling was
meer dan n beeld, dat dit duidelijk deed blijken.
Een romantisch wezen is nooit gezond, zoo het
tegen de mogelijke sentimentaliteit der zinnen
niet het geneesmiddel van den humor en van de
ironie bezit. Raedecker bezit dat middel en die
gezondheid; een klein brons, waarschijnlijk door de
meesten niet doorvoeld in zijn belangrijkheid,
bewees ons dit. Maar bewees dit kleine brons
Raedecker's gezondheid; een aantal koppen van
-vrouwen gaf een doorloopend getuigenis van
Raedecker's (romantische) zinnelijkheid. Deze kop
pen zijn voor de meesten Raedecker ! deze vrou
wen met het in wijde golving vloeiend vleesch,
met de groote wenkbrauwen, met het breede hoofd
en met het lachen, dat als een maan-geheim is
(in een geelkoperen masker) zijn het type, het
symbool voor hen van wat Raedecker vermag tn
kan. Het is altijd eigenaardig na te gaan, wat
de romantische beeldhouwer maakt, wanneer hij
gesteld wordt voor een werk, dat niet enkel uit zijn
lust en uit zijn verbeelding opkwam en bloeide,
maar waar b.v. de eisch der gelijkenis, dat is van
een gewisse bepaaldheid, natuurlijk is. Wij vinden
van zulken Raeuecker drie bronzen hie-r. dat van
Smeenge, dat van Mevrouw Raedecker en dat van
Toorop. Het beeld van Smeenge is het geringste
der drie; de kop van Toorop is het grootst; dat
van Raedecker's vrouw is in zijn menschelijkheid
(uitgedrukt ook door den stand van het hoofd) het
dadelijk aandoenlijkst. Geen van alle hebben de
grootheid van den kop dien hij eens maakte en
die is als stolde het beginnen Denken in de
volumina, in de d.onker-liggende oogen, in de
felgemodeleerde vormen der jukbeenderen, in den
geheelen geheimen vorm. maar zulke van buitenaf
dwingender voorstellingen (de drie genoemde kop
pen) zijn van groot nut voor Raedecker's voort
gaan; zij verhinderen door hun dwang het te veel
overvloeien bij een romantisch geaard kunstenaar
zij toch zijn een kristal" isatie in een stroomend
Al. PLASSCHAERT
De nieuwste poppen van Harry
van Tussenbroek
Wat is de Pop?
Speeltuig voor kinderen dikwijls; en dan wordt
zij door fabrikanten die noch het Kind, noch het
Spel begrijpen als dood massa-product aan de
markt gebracht.
Magisch, venerabel Object voor den primitieven
mensch soms; en dan wordt zij uit innerlijke
spanningen geboren, zet het bewustzijn met die
Pop" van zich af datgene waar het, in de ver
borgenheid tan zichzelf, angst voor heeft, om het,
daarbuiten, al venereerend, in zijn wonderdadige
werkzaamheid te leeren kennen....
Scheppingen een enkele maal ook van den
overbewusten modernen kunstenaar, die op zijne,
wijze in de Pop een verlossing beleeft; die in Haar
tegelijk een hem bedreigende decadente
oververfijning en overgevoelige wereldr?i«'W n het niet
minder groote gevaar van een al te analytisch
begrip, afreageert en in de overgave aan kinderlijk
poppenspel zich bevrijdt.
Wie de eigen wereld der poppen binnengaat komt
in een rijk waarin een-vóór en een na-wereld verder
zich opengeven dan in ons dagelijksch
menschenbestaan; krijgt te maken met een apart soort leven
en een apart soort menschelijkheid, die van óns
leven en onze menschelijkheid zoowel de caricatuur
als de verheerlijking, zoowel de versterving als de
apotheose kan zijn. Hoogste Pop, zou men kunnen
zeggen, is die waarin deze beide mogelijkheden
tegelijkertijd zich opdoen, waar een oneindig ver
stilde, maar ook ongehoord werkzame; een veel
zeggende, maar nochtans zwijgende; een uiterst
eenzame, maar tevens vertrouwde; een zeer
mysterieuse, maar tóch gemeenzaam-humoristische
Schoonheid in verschijnt en.... verdwijnt. Zij
verschijnt voor hen die met poppen te leven weten;
zij verdwijnt voor hen die ze allén maar furieus
vinden, kinderachtig speeltuig waaraan de Mensch
ontgroeid is.... Alsof die mensch ooit ontgroeien
kon aan den Pias en den Heilige, aan de Caricatuur
en het Symbool; alsof hij niet altijd een zwerver
blijft op den grens tusschen de twee werelden van
het onder- en het bovenmenschelijke....
Onder onze hedendaagsche kunstenaars is er
waarschijnlijk geen die zooals Harry van Tussen
broek met poppen, zijn" poppen, waarlijk te leven
weet. Die zich zóó volledig aan hun eigen leven
weet over te geven en hen tegelijkertijd zr',ó volledig
boheerscht. Die ook bij het scheppen zulk een
volmaakt evenwicht weet te bewaren tusschen het
,,vanzelfsche" groeien van zijn poppen uit het
allereerste begin dat hem toevallig" wordt
toegevoerd en de zeer bewuste vormgeving en ver
sieringstechniek.
Ik sprak in het bovenstaande van een vóór en
na-wereld. Teneinde het poppen-oeuvre van van
Tussenbroek te overzien en in zijn verschillende
aspecten te onderscheiden, doet men misschien
nog beter de teimen maan- en xonnewereld te
gebruiken, al moet men ook aan deze termen niet
Harry van Tussenbroek met een -van zijn poppe
al te veel gpwicht hechten en hen niet tot uitgangspunt
nemen voor al te zwaarwichtige beschouwingen. De ver
leiding daartoe zou inderdaad kunnen opkomen, vooral
als men in van Tussenbroek's werk naai' een verband
met, en invloeden van de oude exotische"
poppenkunst van Afrika en de Stille Zuidzee-Eilanden gaat
zoeken. Het grootste deel der Afrikaners toch, waarvan
de z.g. Negerplastieken afkomstig zijn, vereerde de
Maan, terwijl de Zuidzee-eilanders, met hun dansmas
kers en poppen, hoofdzakelijk een Zonne-cultus hadden
en dit onderscheid in geestesinstelling zich ook, naar
Eckai't von Sydow eenmaal opmerkte, spiegelt in het
verschil tusschen hun kunst-uitingen.
Kr valt misschien te zeggen dat dit Schoone Spelen
aan van Tussenbroek vollediger, beterindeMaan-wereld
dan in de Zonnewereld gelukt. Al zijn or dan. vooral
in zijn laatste periode. Poppen ontstaan waarin beide
werelden samenkomen. A. K. VAN DKN TOL
Josep Granger
o'N run Hitnna Klknn)
Matroos (Kunstzaal Vecht,
> ~
i *