De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 21 januari pagina 15

21 januari 1933 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2903 De Groene Amsterdammer van 21 Januari 1933 15 Deviezeti'Clearing C. A. Klaasse roepen, de afwikkeling loopt van zelf via de open deviezenmarkt zooals ook voor de vrije marken, met dien verstande dan dat de koopers weten dat zij de marken, onder deze regeling door de Nederlandsche Bank aangeboden, alleen voor bepaalde af gif t en mogen aanwenden. Tot nu loopt alles dan ook heel vlot. Lt ' r» Dultschland-Neilerlancl liet is ongeveer een jaar geleden dat met Oos tenrijk een soort deviezen-clearing-overeenkomst werd gesloten. Sedert dien heeft men van dit novum weinig meer gemerkt, practische conse quenties voor Nederlandsche exporteurs naar Oostenrijk heeft deze overeenkomst nauwelijks gehad. Per 10 Januari j.l. is een deviezenclearingovereenkomst met Duitschland in werking getre den. Moet men verwachten dat deze in de practisehe uitvoering evenzeer als een nachtkaars zal uitgaan, of is er dit keer aanleiding wat optimisti scher te zijn? Daarvoor is het in de eerste plaats wenschelijk %ich duidelijk voor oogen te stellen wat nu feitelijk deze overeenkomst nastreeft. Wanneer men de f 3it3H ook slechts oppervlakkig bekijkt, dan blijkt al dadelijk dat het geheel met clearing weinig of niets heeft uit te staan. Immers wat beteekent ?clearing? Dat wanneer twee of meer instellingen over en weer vorderingen op elkaar hebben uit hoofde van op elkaar g etrokken papier, men die vorderingen compenseert en slechts de saldi ten gunste van de een of de ander verrekent in baar geld of giro. Clearing is dus een zuiver technisch begrip, een opzet om in het geldverkeer zooveel mogelijk met gesloten beurs te betalen. Die bedoe ling zit bij de onderhavige regeling allerminst voor; <ie clearing in den engen zin van het woord is in het internationaal betalingsverkeer onmogelijk, en wanneer men het begrip beschouwt als: beperking van het betalen met baar geld in het verkeer tus schen banken onderling (wat in den oorsprong de voornaamste beteekenis was) dan bestaat die clear ing allang, want internationaal betaalt men (afge zien van goud verscheping) niet in baargeld. Via ?de deviezenmarkten vindt feitelijk reeds clearing tusschen alle autonome gebieden onderling op groote schaal plaats. Niet alleen de bedoeling van ?deze regeling is een geheel andere dan die van de gewone clearing, ook de technische uitvoering heeft daarmee niets gemeen. De practische tenuitvoer legging zal daarop neerkomen, dat de Duitsche exporteurs voor dat deel van het bedrag dat zij aan Nederlandsche exporteurs schuldig zijn, het welk zij niet op normale wijze kunnen betalen in guldens of vrije marken, zullen storten bij de Reichsbank ten behoeve van de rekening welke ?de Nederlandsche Bank daar onderhoudt ten gunste van onze exporteurs. De facto vindt precies hetzelfde meestal plaats met dat bedrag dat de Duitscher wel mag betalen aan den Nederlander die hem goederen leverde, maar dan niet bij de Reichsbank ten gunste van de Nederlandsche Bank, doch bij een particuliere bank, b.v. de Dedibank ten gunste van een Nederlandsche bank instelling waar zijn leverancier zijn rekening onderhoudt. Technisch wordt dus in het geheel geen nieuw element ingelascht, alleen gaat het nu over de beide centrale banken inplaats van over particuliere banken. Deze clearing is dus in het geheel geen clearing. liet woord is waarschijnlijk overgebleven uit den aanvankelijken opzet van dergelijke overeenkom sten die echter principieel verschillend was. Daarbij stortte steeds de importeur uit een land de ver schuldigde koopsom bij de centrale bank van zijn land, en uit de aldus ontstane saldi betaalde deze instelling in opdracht van de centrale bank der wedercontracteerende partij bedragen uit aan de CHAMPAGNE KRUG&CO REIMS IN KWALITEIT AAN DE SPITS? exporteurs wier koopers weer betaald hadden aan die andere centrale bank. Daar vond dus inderdaad een voortdurend onderlinge compensatie plaats die de basis van cle clearing is. Maar de onderhavige regeling is geheel eenzijdig, de Duitsche importeurs betalen wel (alleen overigens voor dat deel dat zij niet normaal kunnen betalen) aan de Rei-hsbank, de Nederlandsche importeurs blijven op gewor.e wijze betalen, kunnen wel als zij willen gebruik maken van de marken, die de Nederlandsche bank op vorenomschreveii wijze heeft gekregen, maar ook dat gaat niet bij wijze van clearing doch door bemiddeling van deviezenverkoop op de open markt geheel op dezelfde manier als bij vrije mar ken via de particuliere banken. Wat is dan wel de bedoeling van de regeling als de clearing an sich geen doel is ? liet is bekend dat Duitschland in de laatste jaren bij noodverorde ning een groot aantal beperkende bepalingen voor het betalingsverkeer met het buitenland beeft ge troffen. Deze hebben in de eerste plaats ten doel om verschuivingen van de schulden- en kapitaals balans naar de betalingsbalans te voorkomen.Maar later werden zij mede gehanteerd om den invoer van goederen aan banden te leggen, althans de betaling aan het buitenland van goederenimport te limiteeren. Elke Duitsche importeur kreeg van de Devisenbcwirtschaftungsstellein zijn gebied slechts een beperkt bedrag deviezen toegewezen, of wan neer de HoUandsche exporteur de allgemeine Devisengenehmigung had. dari kreeg die maar een bepaald bedrag Marken ,.vrij". Alles wat meer naar Duitschland werd uitgevoerd dan volgens die regeling de facto betaald althans getransfe reerd kon worden, moest dus op lang erodiet, tegen geblokkeerde marken, worden geleverd. Hetgeen voor onzen uitvoer, die toch al zoo aan alle kanten door handelspolitieke maatregelen beknot was, een nieuwe handicap beteekende. Waar men zich nu tenslotte in denstrijd tegen subsidies, invoerrechten., enz. nog staande had weten te houden, kon men nu zijn geld weer niet losmaken ! De bedoeling van de onderhavige regeling is om zooveel mogelijk voor onze exporteurs de bezwaren van die beperkende bepalingen weg te nemen. Uitdrukkelijk zij daarbij geconstateerd, dat het alleen te doen is om de belangen der exporteurs, niet om in Duitschland uitgezet kapitaal dat even eens door de ,-Djvisensperre" wordt gehandicapt. Die bedragen, welke volgens de algemeene deviezenbeperkingen in Duitschland tot nu toe niet ter beschikking van onze exporteurs kwamen, zullen in de toekomst niet zoo maar geblokkeerd blijven. maar zooals gezegd op aanvraag gestort worden bij de Reichsbank ten gunste van de Nederland sche Bank die over deze saldi mag beschikken ..voor de betaling van goederen welke door Duitschland naar Nederland zijn uitgevoerd of voor andere, bestemmingen te regelen met de Reichsbank". Zooals die overeenkomst geldig tot ultimo Maart is gesloten, beteekent zij inderdaad heel wat meer dan het met Oostenrijk destijds gesloten tractaat. Daarbij verklaarden Oostenrijksche regeering en Nationale Bank zich alleen maar in principe bereid om te overwegen telkens in bepaalde gevallen, wan neer Nederlandsche exporteurs geblokkeerde saldi hadden, dezen toe te staan die saldi over te dragen aan een importeur die goederen uit Oostenrijk wilde betrekken. Een regeling ins Blaue hinein dus. te beoordeelen van geval tot geval, waarbij een concrete exporteur een concreten importeur moest aanwijzen die zijn rechten moest overnemen. Een constructie dus die de mislukking al in zich hield. evenals ook den opzet voor een herleving van het goederen-ruilvcrkeer. De met Duitschland getroffen overeenkomst is veel duidelijker omlijnd, veel algemeener, en het is niet noodig telkens bepaalde partijen tot elkaar te brengen. Evenmin is het noodig de medewerking" van importeurs in te Maar mag men op blijvend succes rekenen, be teekent voor den Nedorlandschen uitvoer de regeling veel? Men moet zich daarbij wel realiseeren dat de overeenkomst, zoolang zij onveranderd van kracht blijft, niet meer of minder beteekent dan dat Duitschland zijn deviezenblokkade voor de goe derenbeweging ten aanzien van ons heeft prijs gegeven. Zullen wij nu kunnen rekenen op belang rijke verhooging van onzen uitvoer naar Duitschland? De bedoeling van Duitschland kan het onge twijfeld niet zijn, want dit land heeft toch al die beperkende bepalingen niet zoo maar eens gemaakt om het buitenland dwars te zitten. Toen de kapi taalbeweging naar Duitschland stop stond, was bet dwingende noodzaak om den goedereninvoer te temperen teneinde de betalingsbalans in even wicht te houden. In het protocol is dan ook uit drukkelijk door de contracteerende partijen vast gelegd, dat zij van oordeel zijn ,,dat de faciliteiten welke uit dit protocol .... voortvloeien niet tot een aanmerkelijke wijziging van de bestaande ver houding tusschen den uitvoer uit Nederland naar Duitschland en den Duitsrhm uitvoer naar Nederland mogen leiden". Mocht dat toch het geval zijn, da,n zal onverwijld het protocol opnieuw aan een onder zoek onderworpen worden. Nu moet gezegd wor den dat wij juist over die verhouding tusschen inen uitvoer met Duitschland niet zooveel te klagen hebben, althans niet over de ontwikkeling in de allerlaatste jaren, Zulks in tegenstelling met den algemeenen indruk welke men pleegt over te houden als bezinksel van allo persberichten die men ten aan'/.ien van het handelsverkeer met Duitschland leest: terwijl in de eerste drie kwartalen van 1932 do uitvoer naar dit land met 31% terugliep verge leken met dezelfde periode HKJl (de achteruitgang van den totalen export naar alle landen bedroeg .°i!)%!) daalde onze import uit Duitschland met >!~ 0Zoodat de verhouding verbeterde; het percentage van invoer gedekt door uitvoer steeg dan <>"1<. vau 42.1 tot 40,1%. In dat licht bezien ontwikkelde zich b.v. onze handel met dt- vrienden van Ouchy heel wat minder gunstig ! Intusschen koopeii wij nog altijd meer dan twee maal zooveel van Duitschland dan zij van ons be trekken. Die machtsverhouding is misschien toch wel aanleiding geweest dat wij in dezen wat gedaan hebben gekregen. Hoewel, zooals gezegd, wij niet bereikt hebben dat die verhouding voor ons gun stiger mag worden. Die eisch hebben wij trouwens nimmer bij de onderhandelingen gesteld, daarom ook kwam het niet tot een werkelijke deviezenclearing want in zijn strengsten vorm involveert dat een ongeveer evenwichtig handelsverkeer van beide kanten. Maar dat wij van dicu vorm hebben afgezien beteekent dan ook dat wij de clearing niet als wapen kunnen gebruiken: zoodra gij minder van ons afneemt koopen wij ook minder bij u, want wij stellen niet meer geld voor betaling van import van u beschikbaar dan wij uit export naar u ont vangen. De regeling is in dezen vorm een concessie van Duitschland. geen met het clearingswapen bevochten zege. Al kunnen wij dan ook geen betere verhouding tusschen in- en uitvoer verwachten, het feit dat a.lle export betaald wordt is ook een voordeel. Wel iswaar waren er niet veel exporteurs meer die tegen geblokkeerd saldo doorleverden, maar de opheffing van deze barrière heeft toch wel zijn, zij het be scheiden, beteekenis. Hyp. KAPITAAL BESCHIKBAAR DIRECTIE M?5.J.VAM!IJST-M?J.F.VERSTEEVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl