No. 2903 De Groene Amsterdammer van 21 Januari 1933 *, £?? Alles wel aan boord Aquarius Scheepsforanden Doet men wat aan tourisme met zijn vrienden dan komen, vanzelf de scheepsbranden van den, laatsten tijd ter sprake. Is men dan de eenige zee man, van het gezelschap, dan kan het niet anders of men wordt de vraagbaak en er wordt zelfs verwacht dat je de soms in angst gebrachte gemoe deren tot rust zult brengen. Ik kan dan nooit nalaten er op te wijzen, dat het verkeer op zee een groot nadeel heeft, n.l. dat de ongevallen, die er voorkomen, altijd meer indruk maken dan die bij het verkeer aan land. Dat is een gevolg van het massale, dat uit den aard van de zaak meer de aandacht trekt. Maar uit de ongevallen, die men vermeld vindt in de Maandag-dagbladen over een geheel jaar, valt ook wel wat te leeren en het jaar cijfer der slachtoffers van het verkeer aan land, zooals b.v. Amerika dat wel eens geeft, doet denken .aan den wereldoorlog. Ook valt het op dat bjj een scheepsramp plotseling~zooveel menschen voor den dag komen, die verstand hebben van scheepsbouw. Ze vjnden de schepen te groot en te luxueus, waardoor het brandgevaar grooter is ge worden. Zonder nu de juistheid daarvan te willen beoordeelen, is men alleen geneigd te vragen wat men van zulke opmerkingen verwacht. Dat men dat eens klaps zal veranderen? Daar is al heel weinig kans op. Bij den brand van de Atlantiquo" is pon nieuwe opmerking voor den dag srekomer.,. I >>?/.*?. b, treft, het toezicht Er moet/ n.J. uoor di-u eersten officier van u*t.t scnip voor de functie bedankt zijn, omdat hem de gelegenheid tot degelijk toezicht ontbrak, daar hij niet overal komen mocht of kon op het sehip, waar hij dat noodig achtte. Het lijkt mij vreemd. Wanneer inderdaad zoo iets zou bestaan, dan, zou een vakvereeniging zich wel eens hebben laten hooren. Voor een beoordeeling in deze per soonlijke zaak zou men dea betreffenden brief eens moeten lezen. Déropmerking heeft echter in zooverre nut, dat ze een;beschouwing in algeménen zin waard is. HSet-is al eenige jaren geleden dat ik na afloop van:de.wacht een ronde door het schip deed en in het journaal schreef: Bij de ronde alles wel." Dat was in die dagen zoo de manier van doen, ook toen er nog gén Schepenwet bestond, en men koa aannemen dat door deze handeling, aangevuld door ander toezicht, iedere onnauwkeurigheid, dus ook-: ieder spoor van brandgevaar, intijds ontdekt werd. Wij meenen te mogen beweren dat deze goede gewoonte nog bestaat. De vraag is alleen maar of het nog mogelijk is op de moderne reuzenschepen. Er is, zooals trouwens overal, ook bij de scheepvaart heel wat veranderd sedert de Schepen wet in werking trad, maar gezegd dient te worden dat deze wet nog voldoet, waar het de veiligheid beoogt. Het is alleen voor den gezagvoerder moei lijker geworden de wet na te komen, althans op de groote schepen. De schepenwet schrijft, voor zoover ik kan na gaan, niet precies voor, dat een ronde als boven bedoeld gedaan moet worden, maar de gezagvoer der heeft de verplichting de wet na te komen en al is die verplichting hier en daar wat nader gesti puleerd, het zou natuurlijk onzin zijn wanneer zoo'n kapitein zich zou wenschente verantwoorden door te zeggen dat nergens in de wet gesproken wordt over het doen van zoo'n ronde. Dat zou geljjk staan met de redeneering van den zeilschipskapitein, die op een klacht van de bemanning, dat de boonen niet zacht gekookt waren ten antwoord gaf: ,,De monsterrol schrijft voor dat ik jullie een bepaald rantsoen van voedsel moet ver strekken, maar nergens is voorgeschreven dat ik ?" het moet laten koken." De kapitein heeft de wet uit te voeren en deze wet heeft het mooie beginsel: ssheepsrampen voorkómen. Zijn naam is klein, zijn roem is groot. Het domme potlood Teekening van B. van Vlijmen (Een radio-rede van prof. van Embden over Ontwapening is door de censuur slechts gedeeltelijk toegelaten) ELKEN DAG N GLAASJE Ben andere vraag is: Kan die kapitein dat tegen woordig nog? Is het b.v. op het moderne reuzenschip nog mogelijk, dat iedere wacht zoo'n ronde degelijk gedaan wordt? Er zal met het wandelingetje wel een uurrtje heen gaan, om niet te spreken van bijkomende omstandigheden ! Bovendien zal het toezicht er nog omvangrijker moeten worden, dan op de oude gemoedelijke scheepjes en er zal dus iets anders op moeten wórden gevonden, voorzooverre dat nog niet geschied is. En in dat ver band dient men te denken aan de groote wijziging in de huishouding aan boord: het ontstaan en de ontwikkeling of uitbreiding van de vele afdeelingen op het moderne passagiersschip. Men zal moeten komen tot een regeling van toezicht in die af deelingen onderling, goed gecontroleerd door den gezagvoerder en de hoofdofficieren, waaruit een soort veiligheidsbrigade zou kunnen ontstaan. Wij willen hiermede geenszins zeggen, dat het toezicht op de Atlantique" of op andere schepen niet in orde was, of is, hetgeen trouwens door de bevoegde beoordeelaars wel gedaan zal worden. als dat noodig is. . Ik zou zelfs liever willen zeggen, dat kapitein Schoofs, die door kapitein Kljnge van de Koode Zee" gequalificecrd werd als ,,een goed zeeman, een fijne kerel", zijne maatregelen in de/o niet minder goed getroffen had dan collega's het zouden, kunnen, doen. Wat niet wegneemt, dat de recente rampen .wel van dien aard waren, dat ze alle aandacht trokken, maar men heeft ook kunnen lezen, dat de koppen reeds bij elkaar gestoken zijn om te overleggen wat er tegen te doen valt. Aan de vei igheid ter zee is groote zorg be steed. Dat het vertrouwen door de laatste rampen eenigszins geschokt is, ligt voor de hand, maar wij twijfelen er niet aan of de betrokken personen zullen dat vertrouwen herwinnen. GORDIJNSTOFFEN INDANTHREN LICHTECHT WASCHECHT TROPENECHT g ZONEN