De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 28 januari pagina 11

28 januari 1933 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

W IJ WONEN mr en Woninginrichting M B E R G e wih geen huissloof zijn, dus vereenvoudiging van et huishoudelijk bedrijf met als eind-ideaal een entrale keuken en een huisinrichting. die geen nderhoud meer vergt. Wie veel reist en het animo ziet, waarmee pedaal de mannelijke reizigers in bedompte belorven coupe-lucht vertoeven en manhaftig de lichte raampjes verdedigen, . krijgt een begrip an de algemeene sportieve geest. en de drang aar luoht.. Stijve gewrichten, een buikje en kortdemig gepuf bij een onvermijdelijke lichaamsispanning demonstreeren de sportieve levensVieuwe Geest ouding. Wie zoo af en toe eens luistert naar de elefoongesprekken tusschen dames, krijgt een idruk van de intense behoefte tot efficiënt tijdebruik ! Er bestaat een categorie menschen, die graag .e spieren fit wil houden en dit als noodzakelijke ygiëne beschouwt, maar voor de daarbij verischte eenvoudige lichaamsoefeningen behoeft een nieuwe woonwijze te worden uitgevonden. ioo bestaat er stellig ook een categorie menschen, ;ie verplicht is het huishoudelijk bedrijf zoo een'oudig mogelijk te maken, maar de verplichting :aat meestal gepaard met het ontbreken van de aaatschappelijke welstand, die noodig is om de noderne efficient-keuken aan te schaffen (electr. -pparaten, dubbele gootsteen met lage emmerlitstorting enz) of te wonen in een huis waar llerlei van deze geriefelijkheden aanwezig zijn. Ie geest van het nieuwe wonen interesseert deze aatste categorie slechts matig. ... zij hebben [oor de noodzaak ,,in deze geest" gehandeld. Daarvoor behoefde geen huis gebouwd te worden n de pure doelmatigheidstijl. Integendeel, deze Categorieën zouden niet gediend zijn met een lemonslratie-st ijl. Werkelijke, individueele bewegingsvrijheid, belagelijkheid en rust wordt immers gehandicapt loor de overdreven mode om alles terug te brengen ot n groote kamer. Werkelijk zuinig huishoudcundig beleid verwerpt immers een bouwwijze als demonstratie-stijl, omdat ons klimaat zich niet aanpast aan de openlucht-kuur en onze beurs niet aan het kostbare verwarmen van all-glass-kamers. De demonstratie-stijl heeft toch een belangrijke functie. . . . zij is een soort advertentie, een reclame, die propaganda maakt voor betere op vattingen. (1. Geen representatie-meubileering ten koste van bewoonbaarheid. 2. Meor licht, lucht. 3. Minder werk voor de huisvrouwen). Die reclame is als propaganda noodig alleen moet men de tekst der advertentie niet te woordelijk opnemen. Dank aan de opdrachtgevers, die de reclame campagne voor beter wonen financieren ! Zij stellen de architecten in staat een sensationeele demon stratie te geven, die de massa wakker schudt. Maar werkelijke bewoonbaarheid moeten we op andere wijze tot stand brengen. Geenszins behoeven daarvoor z.g. ouderwetsche woningen gemeden te worden. Heel wat kapitaal staat renteloos (in de vorm van onverhuur- en verkoopbare huizen). omdat die huizen niet het laatste snufje zijn. Oude huizen hebben echter juist (door de hooge afme tingen der verdiepingen) de capaciteit om veel licht binnen te laten, als maar de noodzakelijke verbeteringen worden aangebracht. Over derge lijke en andere verbeterde bewoonbaarheid, over dit brengen van de nieuwe geest in de oude woning, willen we in een volgend artikel eeri en ander vertellen. \"Ieuwe uitgaven De donkere Hemelvaart J. Lindt. Andries Bliiz. door Hendrik Amsterdam. Hendrik Lindt heeft voor een beginneling een wel zér hooge greep gedaan. Dat hij de lauweren van het meesterschap nu niet in de handen heeft, kan men hem niet euvel duiden: met de vinger toppen heeft hij ze aangeroerd. De jonge schrijver stelde zich zelve een niet geringe taak: Over den zelfkant der normen een liefde te doen opbloeien" tusschen een die het normale verre overschreden heeft en een vrouw, wier levenstaak het is mede dezen overschrijders der gren7.cn don weg te wijzen in den uitziehtloozeu doolhof voor wie ziek van zinnen zijn. Indien men dat kan: aannemelijk maken de sfeer van een krankzinnigengesticht, uiterlijk een heldere en systematische samenleving in duo-decimo, innerlijk een gruwelijke hel, waar verwrongen zielen, gillende monden, extatische oogen schroeien* op de vuren is men geniaal of De nieuwe geest dicht daarbij. Op zóó hoog plan zetten wij Lindt's boek allerminst. Maar eerbied hebben wij voor de wijze waarop hij dit dramatisch conflict heeft beschreven: de verpleegster en de verpleegde in verstolen ,,lief deleven" temidden van do besloten wereld: het krankzinnigengesticht. Een spel afwis selend van idyllische teederheid, van gruwelijke afstootendheid, zuivere menschelijkheid tegen diepste wér-val in duisterste laagten. En over deze menschelijke ellende van geloof in waa,n, teederste illusie en wreedst verscheuren, staat schijnbaar sereen en zuiver gestolpt de sfeer van hot gesticht-zelve. Er zijn bedenkingen. Mogen wij óns de vraag niet stellen: is dit bestaanbaar? Kan een vrouw zich zeive zóó zeer vergeten, een vrouw die in de/.e sfeer toch bestemd is de situaties te behee;schen ? Doch ondanks twijfel van velerlei aard, ondanks zekerheid omtrent uiterst zwakke plaatsen in eeri niet /.é:>r sterk boek. blijft de verheugende stellig heid: Hendrik Lindt is een niet alledaagse!) talent. die al heeft hij zich een te zware taak gesteld juist daarom en om de uitwerking er van, lecht heeft op on/e belangstelling. E. EL I AS Hoe het kan en mag

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl