Historisch Archief 1877-1940
No. 2805
De Groene Amsterdammer van 4 Februari 1933
15
Dc beslissing dOOr het lot 'n Honden-professor
Mr. Dr. H. F. A. Vollmar
Benoeming door aandeelhouders
Behalve op het gebied der loterij speelt het lot
ook op ander terrein een rol en nog wel een rol, die
over het algemeen wettelijk toelaatbaar wordt
geacht. Rechtbanken maken voor een vacature een
voordracht op van drie candidaten e A herhaaldelijk
leest men, dat van vier in aanmerking komende
gegadigden mr. zoo en zoo door het lot afviel".
Zoo kent ook de kieswet meerdere gevallen van
loting, bijv. wanneer een candidaat op meer dan
«én lijst het aantal stemmen, vereischt om gekozen
te zijn, heeft verkregen; het lot wijst dan aan, op
welke lijst hij als gekozen geldt.
Ook voor algemeene vergaderingen van aandeel
houders van naamlooze vennootschappen was
het sinds jaar en dag gebruikelijk beslissing door het
lot voor te schrijven voor gevallen, waarin een
benoeming door die vergadering moest plaats
vinden en twee candidaten eenzelfde aantal
stemmen verwierven. Een. dergelijk voorschrift
was even nuttig en gewenscht als het wettelijk
toelaatbaar werd geacht.
Toen kwam de nieuwe wet. Zij beoogde op dit
gebied niet de minste nieuwigheid te brengen en
verdoeming van het lot lag ongetwijfeld niet in de
bedoeling van haar scheppers. Evenwel, die nieuwe
wet gaf, anders dan de oude wet, die zoo verstandig
was daarover te zwijgen, een recept, waarvolgens
de algemeene vergadering besluiten heeft te nemen.
Alle besluiten n.l., waaromtrent bij de statuten geen
grootere meerderheid is voorgeschreven, worden
volgens haar genomen bij volstrekte meerderheid
?der uitgebrachte stemmen. Ziet, zoo zeiden de
commentatoren (en zei ook aanvankelijk de
minister van justitie), de wet kent slechts twee
soorten besluiten en wel besluiten, die met een
volstrekte meerderheid en dezulke, die met een
grootere meerderheid (bijv. twee derden der uit
gebrachte stemmen) worden genomen. Andere
besluiten (ook benoemingen zijn besluiten), met
name die, welke bij stak ing van stemmen met behulp
van het lot tot stand komen, kunnen niet meer
als rechtsgeldig worden erkend, immers afwijking
van de onderhavige wettelijke bepalingen is slechts
geoorloofd, voor zoover dit uit die bepalingen
?elve blijkt, hetgeen met de geciteerde niet het
geval is.
Aldus geschiedde het in den eersten tijd na de
inwerkingtreding der nieuwe wet, dat statuten en
statutenwijzigingen, waarin als van ouds de be
slissing door het lot stond voorgeschreven voor de
noodgevallen, waarin geen meerderheid te be
reiken viel, te dien aanzien niet werden goedge
keurd. Maar aangezien met het onthouden der
goedkeuring niet tevens bereikt was, dat nu de
stemmen ook nimmer meer zouden staken, werd
niet onbegrijpelijkerwijs van het departement van
justitie verlangd voorlichting omtrent de wijze,
waarop in bedoelde noodgevallen kon worden
voorzien. Ken vondst werd toen ten departemente
gedaan, daarop neerkomende, dat voor geval van
staking van stemmen de statuten een hernieuwde
stemming zouden kunnen voorschrijven, waarbij de
aandeelhouder, die de meeste aandeelen bezit n
stem minder zal uitbrengen. Mochten meerdere
van de aandeelhouders een gelijk aantal stemmen
bezitten, dan zou men bijv. den jongsten n stem
minder kunnen geven. Deze weinig fraaie op
lossing (?) heeft niemand's bewondering vermogen
te verwekken; zij was niet alleen willekeurig,
althans niet minder willekeurig dan het lot, doch
CHAMPAGNE KRUG&CO
REIMS
IN KWALITEIT AAN DE SPITS!
AGENTEN FONNES 5 ZOON GRONINGEN
was bovendien in strijd met de nieuwe wettelijke
regeling van het stemrecht, dat van een strenge
evenredigheid uitgaat. Geen wonder dan ook, dat
zij spoedig werd vaarwel gezegd en plaats maakte
voor.... de officieele toelating opnieuw van het
lot. Sindsdien werden vanwege het departement
statutaire clausules, volgens welke bij staking van
stemmen beslissing door het lot volgt, wederom
geaccepteerd.
Hiermede was evenwel nog niet het laatste
woord gesproken. De minister van justitie moet
weliswaar ingediende statuten toetsen aan de wet
en daarbij zijn opvatting laten gelden, die opvat
ting bindt niet den rechter. Deze blijft ondanks het
ministerieele fiat volkomen bevoegd van afwijkend
inzicht te doen blijken en ontoelaatbaar te ver
klaren wat den toets van 's ministers rechtsgevoel
vermocht te doorstaan. Het was dus geen wonder,
dat vroeg of laat een rechterlijke uitspraak zou
volgen, waardoor eerst de al of niet wettelijke toe
laatbaarheid van het lot zou komen vast te staan.
De uitspraak is gevallen en wel in hoogste in
stantie. Reeds eenige jaren geleden begon de
rechtsstrijd, nadat op een aandeelhoudersvergadering
twee groepen van aandeelhouders, ieder precies de
helft van het geplaatste aandeelenkapitaal ver
tegenwoordigende, hardnekkig ieder op hun eigen
candidaat voor een vacante commissarisplaats
hadden gestemd en de voorzitter der vergadering
een (statutair voorgeschreven) beslissing door het
lot ontoelaatbaar had verklaard. De Haagsche
rechtbank, voor welke de strijd in eerste instantie
werd gevoerd, was het met dien voorzitter eens.
Het Haagsche gerechtshof daarentegen besliste,
dat de wet niet \oorziet in liet geval, dat de stem
men staken ea oen benoeming noodzakelijk is,
in welk geval naar het oordeel van het Hof ele
statuten een aanvullende regeling mogen geven.
Zoo kwam het in cassatie en de ilooge liaad.
15 December j.l. uitspraak doende, schaarde zich
aan de zijde van de Rechtbank en overwoog kort
en bondig, dat, waai de wet nu eenmaal alleen
besluiten kent. die genomen worden met meer dan
de helft van het aantal uitgebrachte stemmen.
benoemingen, waarvoor een dergelijke
minimummeerelerheid niet i.s te vinden, niet kunnen ge
schieden.
Hiermede is rechtszekerheid verkregen, doch aan
den anderen kant een hoogst ernstige lacune ont
staan. Vennootschappen, waarin twee aandeel
houders of twee groepen vati aandeelhouders ieder
een gelijk a-antal stemmen uitbrengen, /.ijn talrijker
dan men denkt. De mogelijkheid van beslissing
door het lot had, wanneer bij benoemingen ieder
neiging had op zijn stuk te blijven staan, preven
tieve werking en in ieder geval gaf die beslissing
uitkomst. Thans staat men voor gevallen, waaraan
geen mouw is te passen. Tenminste niet door parti
culieren. Redding kan alleen worden verschaft
door wetswijziging en gezien de activiteit van den
huldigen bewindsman aan justitie is dan ook hoop
in die richting geenszins ijdel. Het staat: echter te
bezien of de wijziging daarop zal neerkomen, dat
alsnog de beslissing door het lot, als uitzondering
op het bovengenoemde beginsel omtrent een
minimum-meerderheid, voor het geval van staking
van stemmen door een uitdrukkelijke bepaling
toegelaten zal worden. liet lot staat nu eenmaal
aan justitie niet in hoogeri eere ! Ook langs anderen
weg is echter wel een resultaat te bereiken, b. v. door
den voorzitter der vergadering een beslissende stem
t e geven; doch dan zal dikwijls de moeilijkheid alleen
maar verplaatst zijn, n.l. wanneer de voorzitter
door de vergadering zelf moet worden aangewezen.
Of wel door in. te grijpen in de, nieuwe regeling van
het stemrecht, die uitgaat van zuivere evenredig
heid. Doch dan wordt die hooggeprezen evenredig
heid, waarbij aan ieder aandeel een stem is ver
bonden en ieder aandeelhouder derhalve een macht
uitoefent, die evenredig is aan zijn aandeelenbezit.
weer in gevaar gebracht.
Werkelijk, het lot is zoo kwaad nog niet !
De Psychologie van den Hond. Prof. Dr
F. J. J. Buytendijk. N.V. Uitg. Mij.
,. Kosmos'', A msierdam.
Dit boek is geschreven met die liefde voor
honden, welke Prof. Buytendijk in hooge mate
bezit en die zich door en in allerlei subtiele
en aandachtige waarnemingen niet alleen open
baart, doch die ook de onmisbare voorwaaide
vormt voor het doen van dergelijke waarnemingen.
Het is niet de man der wetenschap alleen die
spreekt, daarvoor leze men liet eerste hoofdstuk
met de simpele aanduiding ..De Hond". Het treft
ons ook in het volgende deel. waarin de relatie
tusschen. metisch en hond beschreven wordt.
Uit liet hoofdstuk over de instincten blijkt
hoe onze huishond nog allerlei eigenschappen
behouden heeft die nauw samenhangen met de
oerinstincten van zijn voorouders, zooals b.v.
de nesttrouw, die een afspiegeling is van het
oorspronkelijk leven in holen. Diverse foto's en
teekeiiingen lichten den tekst toe, welke, dit zij
reeds hier vermeld, uitstekend van uitvoering zijn.
Ook worden tal van proefnemingen beschreven en
we hooren tal van interessante dingen.
Wanneer de gevoelens en uitdrukkingsbewe
gingen bthandeld worden, wordt als primaire
voorwaarde voor het instinct de emotie genoemd
met de uitdrukkingsbewegingen als begeleiding.
Het valt ons op, dat de vergelijking met een
kind zoowel hier als in het geheele boek vol
komen toelaatbaar is en dat de reacties en gedra
gingen vaak precies eender zijn. Daarentegen
waarschuwt de schrijver steeds tegen de vergelij
king met een volwassen mensch en wijst hij op de
niet te onderdrukken neiging van sommige
menschen om een hond, menschelijke eigenschappen
toe te dichten. Bovendien lezen we op bldz. 55
nog: Wij zullen dus zeer vaak de uitdrukkingsbe
wegingen in bepaalde situaties moeten aanduiden
niet de woorden, waarvan de overeenkomende toe
standen ook bij den mensch nog niet goed zijn
emderzocht. Wat is h.v. het wezen van verwondering,
van afgunst, van tre>ts. enz.?
Wij weten het niet. en wanneer wij eleze begrip
pen op het dier toepassen zullen wij eius bewust
moeten zijn. ons nog geheel in el.e' onwetenschappe
lijke, dichterlijke, litteraire, ondooi dacht in
voelende' sfeer te bewcge'n."
ITet verwondert ons elan ook niet, dat schrijvers
als ('urwood en Lnndein lu-t nog al ee-ns zwaar te
verantwoorden hebben.
Va.n de zintuigelijke functies behande-lt de schrij
ver in ele- eerste plaats het ruiken, vanden hond e-nhij
gaat hierbij de diverse proefru-minge-n uitveie-rig
na. zooals inricht ing en voor/orgsmaatre'gclcn. want
allerlei fouten kunnen in dergelijke e'xpc-rime'nten
binnen sluipen. Merkwaardig zi.-n el.e moeilijkheden.
die zie'h juist bij goed gedre-sseerele honden voor
doen.
De be'sehreven pre>even over het spe>e>r-volgen
vallen niet /.oo positief uit als men oppervlakkig
altije) aanneemt. Kveneens blijkt el.e
gezichtswaarneming en vormbepaling bij lange na niet
vergeleken te kunnen weirelen met de scherpte van
<len reuk. liet hooren daarentegen brengt het er
beter af.
De bekende proeven van Pawlow die mij neioit
bijzemeler hebben aangetrokken wore'en eütve>erig
besproken en aan een kritiek onderworpen. Prof.
Buytendijk beschrijft ten sleitte neig ee-n reeks
proeven, welke ervaring en inzicht nagaan en
besluit zijn interessant boe-k me-t het hoofdstuk:
de ziel van <K>n hemel, waarin hij ele betrekkelijke
waarde van het voorgaande signaleert en vast
stelt elat alleen intuïtie en invoeling ons hier helpen
kunne'n:
..Ken hond ziet ons aan. liet is einze hond. nie't
een vreemde maai' een. dien wij kennen en elie ems
kent.
Ke>n hond. dien wij kennen in die n-voeling.
elie door hejt pathisch gebonden-zijn van twee le
vens ontstaat."
ir. .J. 15KTLKM
POLROGER&C-E
LE CHAMPAGNE ENVOGUE
JAGER-GERLINGS HAARLEM