Historisch Archief 1877-1940
NO. 2905
De Groene Amsterdammer van 4 Februari 1933
De onthitlerde Hitler
Dr. M. van Blankenstein
De onvermijdelijke periode
Hitler rijkskanselier! Tenslotte zal niemand.
verbaasder zijn dan ,,de man met het
inferioriteitscomplex", zooals velen zijner landgenooten hem
gaarne noemden.
Had Hitler echt aan zijn kansen geloofd, dan
zou hij waarschijnlijk nu nog geen rijkskanselier
aijn. Dan had hij de waardigheid niet aangenomen
wit de hand van menschen van wien hij weten moet
?dat *zij geen ander doel hadden dau hem, als het
«enigszins mogelijk was, onschadelijk te maken.
Daa zou hij geduldig hebben gewacht tot het
oogenblik waarop de werkelijke macht hem als een
lijge appel in den schoot moest vallen.
fu is men er voorloopig in geslaagd uit Hitler
«en onthitlerden rijkskanselier te maken. Hitler's
naam omvatte, zoo meende men totnogtoe, een
program. Daartoe hoorde niet alleen nationalisme
maar vooral ook socialisme. Het was
antikapitalistiech, autarktisch. Het wilde Duitschland los en
«laardoor onafhankelijk maken van de buiten
wereld.
Dit program behelsde de fascistische beginselen.
Het maakte Hitler in de oogen van alle democra
ten en in die van vele behoudenden een gevaarlijk
man. Verwezenlijking van dit program moest
beteekenen: uitroeiing van het marxisme in Duitsch
land en dan vooral ook afschaffing van het
parlementarisme, van den rijksdag in zijn
tegenwoordigen vorm.
Men vergelijke nu wat Hitler niet alleen door
<Je organen van de regesring, waarvan hij deel uit
maakt, maar zelfs door zijn eigen naaste
medeiverkers der wereld laat kond doen: Geen gewaagde
«xperimenten zijn van zijn kabinet te verwachten,
noch op oeconomisch, noch op financieel, noch op
iiscaal gebied. Waarom was dan Hitler noodig,
daar Hitler immers Duitschland slechts helpen kan
door'verwezenlijking van zijn denkbeelden 'f Het is
of nvsn hier, om onie staatsfinanciën in evenwicht
te brengen, Welter tot minister van financiën zou
maken, mat de opdracht echter van streng de
mathoden van zijn voorgangers te volgen en niets
uit te voeren van de dingen die in het
rapportWelter worden aanbevolen.
Met deze ingetogenheid van Hitler is men er
echter nog lang niet. Men luistere slechts: De
grondwet zal worden geëerbiedigd, en het voor
beeld van von Papen, die aan grondwetsherziening
in autoritaire richting heeft gedacht, zal niet ge
volgd worden. De regeering trachtte een meerder
heid te vinden in den rijksdag; dit lukte niet; nu
zal zij het probeeren met nieuwe verkiezingen.
En verder: De regeering zal zoolang het mogelijk
s de persvrijheid handhaven. Ook zal zij, zoolang
zij het vermijden kan, niets tegen de communisti
sche partij ondernemen. Daarmede bestrijdt /.ij
het haar toageschreven plan, de communistische
partij te verbieden en de mandaten van de com
munistische rijksdagafgevaardigden voor ongeldig
te verklaren, waardoor het kabinet op eens uit
eigen aanhang een parlementaire meerderheid zou
bezitten.
Ten slotte nog dit: De regeering denkt er niet
aan de legioenen van Hitler, de S. A., en de S. S.
als rijksmilitie door de regeering te laten, over
nemen.
Kort en goei, Hitler heeft zich tot taak gesteld
een voariiohtig rijkskanssHer te zijn in den ouden
trant. Van alles wat hij verkondigd heeft als vol
strekt noodzakelijk voor de genezing van het
Daitsshe volk zal hij niets in praotijk brengen.
Slechts voor werk en brood voor allen zal hij zor
gen. En dat zal hij doan in samenwerking met den
aartscons^rvatief Hugenberg en von Papen, die
reads heaft laten zien wat hij kon en. niet kon.
Wij zien mat groate belangstelling de naaste
toekomst onder Hitler tagemoat. Hij zal een nog
heel geheim en heel wonderbaarlijk nieuw program
in voorraad moaten hebban. Want anders....
Voa Sshleicher is overboord gezet, zooals Br
ning. Hij heeft voor dezelfde groap ondei' zeer
overeankom^tige omstandigheden moeten wijken. Hij
wj,3 niet agrarisch genoeg maar had zich tot taak
gesteld evenwicht te houden tusschen de takken
van bedrijf in het Duitsche Rijk. Hij had het on
vermijdelijke er van ingezien dat, als er gekoloni
seerd moest worden, dit slechts mogelijk w<is op de
groote feodale landgoederen die voor de eigenaars
op normale wijze niet meer te bekostigen waren.
Verder echter was hij toch in vele opzichten recht
zinnig genoeg geweest. Hij had de verwijdering
van republikeinsche elementen uit den staats
dienst laten voortzetten. En van den rijksdag trok
hij zich niet meer aan dan von Papen nadat hem
gebleken was dat hij er niets van te verwachten had.
Nemesis heeft gewild dat hij het door zijn ver
houding tot het parlement zijn tegenstanders ge
makkelijk zou maken. De primaire schuld ligt niet
bij hem, dat moet worden erkend; zonder eenig
vooroordeel te toonen heeft hij steun gezocht bij
het centrum zoowel als bij de socialisten. Hij had
hun bondgenoot willen zijn in den strijd tegen het
Hitlerianisme op het oogenblik waarop dit het
aantastbaarst scheen. En deze partijen hadden
reden om hem niet al te koel te begroeten. Want
zijn optreden was voor hen een opluchting geweest,
juist toen het met het bewind-von Papen voor hen
gevaarlijk ging spannen. Beter rijkskanselier had
den zij onder de omstandigheden van dat oogen
blik en bij hun eigen parlementaire machteloos
heid niet kunnen verwachten. Een presidentieele
von Schleicher moest hun veel aannemelijker zijn
dan een parlementaire Hitler. Maar men heeft niet
over partij bezwaren kunnen heenstappen.
Dit heeft von Schleicher niet afgeschrikt van
zijn taak. Hij heeft echter toen niet ten volle beseft
hoe noodlottig geïsoleerd hij was. Hij had
Hugenberg en de zijnen van zich afgestooten, hij had
zich de agrarische jonkers tot doodsvijanden ge
maakt. Von Papen had tenminste de heele reactie
op zijn kant gehad. Zijn basis was uiterst smal
geweest, maar hij had er op gestaan. Von Schleicher
echter ontbrak zelfs de smalste parlementaire
basis.
Hij heeft wel gemeend het. dank zij zijn onmis
baarheid, zonder parlementairen aanhang maar
met de stille sympathie van de vakvereenigingen
en der gematigde burgerij te kunnen klaarspelen.
Hij heeft daarbij blijkbaar niet bedacht, dat de
daaraan ontleende steun nooit in parlementaire
waarden kon worde*n uitgedrukt. Zijn positie tegen
over den rijksdag was daardoor nog veel lastiger
dan die van von Papen ooit geweest was.
Von Papen kon ontbinden. Als dan de weinige
percenten van het totaal der zetels waarover zijn
conservatieve vrienden beschikten, werden ver
dubbeld was dit in ieder geval voor hem een succes.
Hij kon daarmede in cijfers aantoonen dat het
beleid der regeering aanhangers won in het land.
Wat echter had een rijksdagontbinding von Schlei
cher, die geen enkele partij aan zijn zijde had, voor
winst kunnen brengen? De paar vrienden die hij
in den rijksdag bezat onder de paar aanhangers
van de oude volkspartij waren voor vermeerdering
ternauwernood vatbaar. Weinigen zouden op hen
hebben gestemd terwille van von Schleicher. Lie
den die volkomen accoord gingen met zijn bewind
zouden in den regel hun stem op een der oppositie
partijen hebben uitgebracht aangezien er nu een
maal niet anêers dan oppositiepartijen waren.
Het schouwspel van een rijksdagontbinding zou
dus haast grotesk zijn geweest: Von Schleicher
had het op hoop van voordeel moeten doen, maar
hij zou niets bezeten hebben om dat voordeel in
op te vangen. Dat maakte zijn positie wel heel
erg zwak. Hij heeft dat niet voldoende ingezien;
en de politieke partijen, die hem in die positie
haddeu gebracht doch die belang stelden in zijn
aanblijven, evenmin !
Men kan zeggen dat Hitler het
rijkskansolierschap niet bij verrassing is toegovallen, al zijn
de dingen nu toch hals n ver kop in hun werk ge
gaan. Zijn kornet tot de mtcht is geleidelijk voor
bereid, maar altijd door lieden die niet het goed
met hem voorhadden.
Toen de stroom van het nationaal-socialisme
zwol en dreigend bleef zwellen begreep men dat
Duitschland een periode-Hitler bezwaarlijk zou
kunnen vermijden. Er waren er velen in Duitsch
land, die hem gaarne in de regeering zagen komen
voor hij zelf zijn plaats daar met alle gezag zou
kunnen opeischen. Voorzichtige besprekingen zijn
van centrumkant ondernomen toen Brüning nog
regeerde, met medeweten maar niet met mede
werking van Brüning. De macht, een echt minister
schap, heeft voor Hitler altijd groote aantrekkings
kracht bezeten; zoozeer dat de zijnen hem soms
haast met geweld hebben moeten beletten voor
de verleiding te bezwijken.
Von Papen werd rijkskanselier, om de kracht
\an Hitler's beweging zooal riiet te breken dan
toch onschadelijk te maken. Spoedig heeft hij in
gezien dat het veiligste was, Hitler goed bewaakt
in de regeering op te nemen. Dat streven is toen
begonnen. Het heeft tot niets geleid omdat Hitler
zich, onder invloed der zijnen, niet wilde laten
vangen. Men heeft hem achtereenvolgens het
vicekanselierschap onder von Papen aangeboden,
men heeft zelfs de mogelijkheid overwogen van
zijn kanselierschap met ministers van andere
richting om hem heen. Tenslotte heeft Hindenburg
hem zelfs officieel met een formatie moeten belas
ten, onder voorwaarden echter die voor Hitler
onaannemenlijk moesten zijn.
Von Schleicher heeft, nadat hij zijn kabinet had
gevormd, eveneens moeten trachten Hitler te
vangen. Hij wist dat dit niet lukken zou, maar hij
heeft een oogenblik gehoopt dat Strasser's aan
hang groot genoeg zou zijn om hem, als
HitlerErsatz, tegenover den echten Hitler tot een bruik
baar wapen te maken. Daaruit is echter niets ge
worden.
De samenzweerders tegen von Schleicher, die
sedert de eerste dagen van dit jaar voor het voet
licht getreden waren, hadden nu Hitler erg noodig.
Von Papen was daarom gedwongen eenige toontjes
lager te zingen dan toen hij rijkskanselier was,
wilde hij iets bereiken. Hugenberg, die in Novem
ber nog in fel geschil was geraakt met Hitler, bakte
nu zoete broodjes. Zoo heeft men ten slotte den
grooten Adolf toch gevangen, om hem tegen von
Schleicher te gebruiken. Dat hij de gevangene en
niet de overwinnaar is blijkt iiit de voorloopige
verloochening van zijn program.
Is de verleiding van de hoogste waardigheid na
het presidentschap voor hem te groot geweest ?
Goedkoop heeft men hem echter toch nu-t kuuiu-n
krijgen. Zijn vriend Dr. Frick, die als minister in
Thüringen zoo willekeurig partijdig wist op te tre
den dat hij zich onmogelijk maakte, is als
rijksminister van binnenlandsche zaken heer en meester
geworden over alle rijksambtenaren. Zijn avontuur
lijke volgeling Goring, de rijksdagpresident, is als
Pruisisch minister van binnenlandsche zaken ge
bieder over de politie geworden en daarbij over
de machtige hooge ambtenaarschap in Pruisen.
Beschikte Hitler nog over de rijksweer dan zou hij
alle machtsmiddelen in handen hebben. Dat is
wel niet het geval, maar voor dagelijksch gebruik
is de Schupo wellicht ruim zoo nuttig als het leger.
Toch is hij nog voorzichtig. De vakvereenigingen
kruipen dreigend bijeen, communisten, socialisten,
christelijken. Von Papen en Hugenberg weten dat
men tot geen prijs een algemeene staking mag uit
lokken.
Dit is wel de hoofdreden waarom deze regeering
van hoofdaanhangers der dictatuur, van oervijan
den van het parlementairisme en grondwet, zoo
erg er op gesteld is rijksdag en grondwet te ont
zien. Voorloopig tenminste.