De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 11 februari pagina 4

11 februari 1933 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 11 Februari 1933 N o. 2906 Koloniale mogendheid ** of niet K. W. L. Bezemer Het nationale" karakter van het nationaal socia lisme in Nederland De muiterij op de Zeven" In den Haag, de bij uitstek Indische Hollandsche stad, was iets van onrust en ongerustheid merkbaar toen de week inzette met hoogst ernstige en alarmeerende berichten over muiterij op ,,de Zeven Provinciën" (in marinekringen genoemd ,,de Zeven"). Onder de stille, lezende groepen die zich in verschillende deelen van de stad voor de bulletins hadden samengepakt trof men telkens personen aan, voor w^e het feit van de muiterij nog veel meer beteekende dan voor de niet koloniale Hollanders om hen heen. Een Hollandsch oorlogsschip overmeesterd door de Inlandschc schepelingen; een Hollandsch oor logsschip dat daar ver weg in den Indischen Oceaan vaart onder door geweld vermeesterd commando van Inlanders, die hun officieren en andere Europeesche meerderen gevangen houden ! Men moet feitelijk eenigen tijd in Indiëzijn geweest, om iets van den diepen indruk te kunnen begrijpen, die deze ongehoorde feiten maken op ieder IndischHollandsch gemoed, dat zich de ontstane situatie realiseert. Welk een blamage. Er was een climax in de wijze, waarop de ontevredenheid en het verzet van het personeel, in verband met de ingevoerde salarisverlagingen, zich uitten. De vorige week Maandag begon het met een weigering van de Europeenchfl korpo raals en minderen van de ,,.Tava", de Evertsen" en de ,,Piet Hein", om bij het ochtendappèl aan te treden. De recalcitranten lieten zich door een toespraak tot bedaren brengen. Vrijdag daarop "?.?tikten de Inlandsche schepelingen van de oorlogsschepen in de haven en bij de marineinrichtingen van Soerabaja het, op het morgenappèl te verschijnen, waarop er 428 dienstweige raars werden gearresteerd. Dienzelfden dag ligt de Ze\en" te Oleh-leh. 's Avonds is er volgens Aneta instuif" aan boord, hetgeen de Nieuwe Rotterdammer het onderschrift in de pen geeft dat zulks wel bewijst dat de stemming aan boord niets te wenschen laat"! Och, de stemming van de vroolijke instuivers zal wel niets te wenschen hebben gelaten, maar hoe slecht de commandant en de officieren de eigenlijke stemming peilden, bleek wel daaruit, dat zij een instuif organiseerden, terwijl hun man schappen een uit-stuif" voorbereidden. Het frappeert, dat deze muiterij in het groot zoo vlot en in alle stilte werd georgani seerd; maar dat het plan kon worden voor bereid en de opzet tot een goed einde gebracht, zonder dat er iets tot de superieuren doordrong, is haast onbegrijpelijk. Het hoofd nog vol van instuif herinneringen zijn de commandant en de meeste officieren in de sociëteit aan het naboomen, misschien nog wat aan het nadansen; die aan kondiging, dat de Zeven" zonder commandant zou vertrekken, 't was toch maar 'n grapje! Tot een van de aan boord gebleven officieren ontdaan binnenvalt en aan zijn commandant rapporteert, dat hij nog net in zee is kunnen springen toen de bemanning begon te muiten en dat het schip juist wegstoomt in handen van deoproerlingen. Waarop de commandant een CouvernementsstoomerreqtiiJ'eert en zielig achter zijn schip gaat aanvaren. Men vraagt zich'werkelijk af, of het eensgezinde en blijkbaar óók onverwacht komende verzet in Soerabaja (waar de manschappen bovendien af komstig waren van verschillende schepen en van diverse maimeimichtingen) den commandant en zijn officieren niet eenigszins wakker had moeten schudden, hen minder zorgeloos, meer op hun hoede had moeten doen zijn. Het kordate in het optreden, het feit dat erradioberichten in Hollandschen en Kiigelschen tekst voor de wereldpers worden uitgezonden, de geheele opzet, wijst er op, dat het hoogst waarschijnlijk moet worden geacht, dat alles wat plaats vond, geschiedde onder directe o l' indirecte Europeesche leiding. De indruk, dien deze muiterij in het Oosten zal maken, de nu nog onzichtbare gevolgen ervan, mogen niet onderschat worden. Juist den Oosterling zal zulk een gezagsaanranding een diepe impressie geven. Gezag en macht zijn alles voor hem, maar dan ook onwrikbaar en zoo noodig voelbaar. ledere verslapping en weifeling, ieder teeken van achteruitgang en gezagsdecadentie legt zich onvergetelijk vast in zijn gemoed als een bewijs, dat er schroeven loszitten in het gezags apparaat. En zoo zal de geschiedenis met de Zeven Provinciën" hem bijbrengen, dat er thans zelfs groote schroeven, die een onmisbare plaats innemen, merkwaardig beweeglijk en labiel zijn geworden. Het feit van deze" muiterij komt wel op een kritiek oogenblik in onze koloniale geschiedenis. Zelden zag Holland zich zóó economisch bedreigd in Indiëals in deze dagen. Zelden ook was er zóó weinig' lijn en richting te onderkennen in daden en maatregelen van de Overheid uitgaande, als gedurende de laatste jaren. Natuurlijk, la critique est aisée enz., maar toch, is er wellicht niet deze grondfout of grondoorzaak aan te wijzen, dat men steeds minder is gaan realiseeren, wat de positie is van een mogendheid, zelfs een kleine mogendheid, die koloniën heeft? Van tweeën n, of men wil zijn koloniën houden f niet. Aannemende dat men ze wil behouden, dan dient men voortdurend in het oog te houden, dat men uitsluitend uit hoofde van zijn machtspositie tegenover vreemde onderdanen (Oosterlingen in dit geval) staande kan blijven. ledere andere opvatting is onlogisch, huichel achtig, onjuist. Breede lagen van socialistische Hollanders. anderen vol van onjuiste ideologieën hebben onze werkelijke macht in Tndiëoneindig schade gedaan door het waandenkbceld, dat men vreemde landen met vreemde onderdanen kan regeeren door ervan uit te gaan dat onze Oostorsche onder danen on'/e broeders zijn. Onmogelijk: het is volkomen juist wat een Pranschman schreef. dat de woorden onderdaan en broeder met elkaar vloeken. Wij regeeren Indiëuit hoofde van onze imperia listische machtspositie en wanneer we daarvan niet alle consequenties willen aanvaarden, dan kunnen we beter uit Indiëweggaan. Dan zullen duizenden Hollanders het in de toekomst zonder Indiëmoeten doen; ook de socialistische en andere woordvoerders en hun kinderen en kindskinderen zullen vette baantjes in Insulinde kwijtraken. En Holland zelf zal vél en vél armer worden en veel van zijn aanzien verliezen. Wil Holland Indiëop den duur behouden, dan zullen wij ons eigen belang dus vóór al het andere laten gelden en Indië'en zijn volk komen op de tweede plaats, welke dan natuurlijk nog zeer goed kan zijn. Willen wij de meesters blijven. dan moeten we ons als meesters gedragen, anders gooien onze onderdanen ons er vandaag of morgen uit. Daar komt het in het kort op neer. Onze machtsmiddelen moeten dan echter perfect in orde zijn. Een koloniale marine, een koloniaal leger en een koloniaal bestuur, die volkomen betrouwbaar zijn. Keurcorpsen waarvan het streng geselecteerd personeel boter dan welk ander betaald moet worden, omdat ze de stutten zijn van ons koloniaal gezag. (Niet voor niets worden in het Sowjet-Hijk de soldaten het best van alle ambtenaren gesalarieerd eri behandeld). Wat ei' thans op de ,,Zeven Provinciën'' i.s geschied bewijst dat men zoo volkomen ..er naast" is. wanneer het erop aankomt ziek voor oogeii te stellen wat een l jloniale marine moet zijn. dat men beter doet van den grond at' aan, een. nieuwe vloot bezetting (en ook eert goeddeels nieuw leger) te ereëereii. Tenzij men in I Folland langzamerhand van meerüng is, dat het hemd niet nader is dan de rok en dat, aangezien Indiëer blijkbaar beter aan toe is zonder een koloniseerend vreemd land boven zich, wij .er maar moeten weggaan. Ten bewijze van de stellingen, die ik in de hoofd artikelen van de Groene van 28 Mei 1932 en 21 Januari j.l. heb ontwikkeld, laat ik hier volgen een citaat ontleend aan Der Angriff" (Berlijn) van 12 Januari 193:!. Der Auslandspressestelle bei der Reichsleitung wircl ber Holland und die Fortschritte der hollandischen Nationalsozialisten gemeldet: Die landlaufige Meinung unserer Nachbarn am Zuidersee ber Deutschland lautet etwa: Deutschland hat nach dem Kriege nichts hinzugelernt, es will wieder rusten und nach Weltherrschaft streben. Die braunen und grauen Bataiüone stehen .schon bereit. Deutschland wird wieder der gewaltige und gefahrHche Nachbar von 1914." Und leise fügt man hinzu: Das jetzige schwache Deutsche Reich, vorausgesetzt, dass es uns Hollandern möglichst viel Ware abkauft, ist uns lieber." Aber man ist klug in Holland; man will die Dinge nicht auf die Spitze treiben. Man besinnt sich darauf dass 90 v. H. des niederlandischen Durchgangshandels nach Deutschland geht. Die Entrüstung ber die deutschen handelspol itischen Selbstschutzmassnahmen weicht der kaufmannischen Betrachtung: ,,Bei einem schwachen Schuldner muss mm Geduld haben." Diese Rechnung hat aber ein Loch. Ein dem Bolschewismus verfallenes Deutschland ware nicht nur militarisch eine weit grössere Gefahr für Hollar.d ! Man kennt in Holland die russischen Methoden: Annulierung der Auslandsschulden, Dumping, Erpressung ! Unddennoch gibt man in Holland die alteingewurzelte Betrachtungsweise Deutschland gegenüber nicht auf, obwohl man allen Grund dazu hatte, die natu nale Wiedergeburt Deutschlands im Sinne Adolf Hitlers schon lange zu unterstützen. Nur eine Bewegungin Holland sieht die kommenden Dinge klar. Es ist der junge niedcrlandische Nationals >zialismus. Er stellt nicht das Trenuende, sondern das Holland und Deutschland Vereinigende voran. Dort bei den jungen, hollandischen Nationalsozialisten hort man ganz neue Töne: H >lland istin den Handen der Juden ' Unsere hollandische Freiheit existiert nur ncch zum Schein und kann jeden Tag ein Ende nehmen, wenn es den Grossmachten passt ! In das hollandische Kolonialreich dringen Fremden ein, namentlich Japaner, und legen unscre hollardische Textilindustrie um. Ausserdem ist Holland bedreht von Frankreich und Russland." Die niederlandischen Nationalsozialisten fcrclern wei ter: D^utschland und Holland gehören zusammen wie Herz und Lunge eines Leibes. Holland kann, wenn es sstne Freiheit bshalten will, dies nur tun als ein gleichberechtigter Partner einer grossen kontinentalgermanischen Völkergemeinschaft." Vor dreieinhalb Jahrhunderten habcn sich die nieder landischen Landschaften: die Hollander, Gelderlander und Friesen zusammengeschlossen zu einem 8o-jahrigen Kampfe zur Erhaltung ihrer gcrmanischen Yolksseele. Die Niederlander mussten sich damals vom gros sen Deutschen Reich trennen, dessen zehnten burgundischen Kreis sie lange gebildet batten. Jetzt sieht der niederlandische Nationalsozialismus die Zeilen kommen, dass sich die Völker gleichen Blutes in Nord-, West- und Mitteleuropa zusammenschliessen, vor Flandern bis weit ber den danischen Sund hinaus ! Die Hoffnung des grossen deutschen Historikers Heinrich von Treitschke dass die 1648 ausgeschiedenen deutschen Yölker einstens zum Deutschen Reiche (freilich jetzt in einer neuen Bedeutung !) zurückkehren mógen steht wie ein Morgenrot am Horizont. In Köln habcn niederlandische Nationalsozialisten unsere deutschen Organisationen studiert. Die Früchte diescs Hesuches zeigen sich bereits: In allen grosseren Stadten Hollands werden Ortsgruppen und provinziale l'arteibüros ins l.eben gerufen. Ordnungsgruppen werden geschaffen: zu Fuss, zu 1'1'crd, zu Rad ja sclbst ein KSKK! Der niederlandische Nationalsc zjalismus marschiert l Ganz Deutschland aber, nicht nur die N.S. D. A. P. allc-in, hat (mimi, den hollandischen Nationalsozialismus wohhvollend zu betrachten, denn dieser allein bietct (iewahr, dass am Stelle eines cngherzigcn j discli-materialistischcn Kramergeistes eine grossziïgige. den \virklicli gerimnischen Interessen dienende Auffassun,!,' in unserein zwar kleinen, aber seiner Geschichtc und seinen ('haraktereigenschatten nach ausserst \vertvollen Xachbarvolke einzieht. A. C. JOSKP11US JITTA

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl