Historisch Archief 1877-1940
No. 2806
De Groene Amsterdammer van 11 Februari 1933
f»
t.,.
BIOSGOPY
L. J. Jordaan
Een verfilmde roman
Ednt. Ooulding, Menschen ii
't Hotel". Corso-Royal
De jengelende operettefilm van onzen tijd heeft
behalve haar persoonlijke onaangenaamheid
nog deze funeste reactie tengevolge, dat zij de
normale critiek op ander, ernstiger filmwerk be
lemmert.
Ik wil bekennen, dat het mij onmogelijk is
zoolang de filmvaudeville taboe blijft, van leer
te trekken tegen films, die niet achter de onnoozele
immuniteit van het pretentielooze amusement"
schuil gaan. Het druischt toch immers tegen alle
gevoel van recht en billijkheid in, dat men zich
behagelijk tot scherpe critiek zou zetten tegen
over de beklagenswaardigen, die zich nu eens aan
iets anders wagen dan de getapte
nonsens-opmuziek !
En dus ben ik vóór Menschen in 't hotel" !
Ook al heeft het pretenties" de pretentie
b.v. van zich te richten tot een publiek boven de
zestien jaar en buiten de dans-kroeg.
Menschen in 't hotel" is geen meesterwerk
(waarom verlangt men dit toch per se van de
film?), maar ik heb het aan mijn hart gesloten
omdat er een danseres in voorkomt, die niet danst
omdat de jeune premier geen Balkanvorst is,
noch een smeltend en tenor bezit en omdat de
obsedeersnde heer Paul-H
rbiger-van-alle-operettefilms mij het onuitsprekelijke genoegen zijner
afwezigheid bereidt.
Vicki Baum's populaire roirian heeft het den
regisseur tegelijk zeer gemakkelijk en uiterst
bezwaarlijk gemaakt. Menschen im Hotel" is
n.l. de litteraire beteekenis welke buiten dit
kader valt, onbesproken gelaten de volmaakte
,,Kiuo-novelle" gelijk Eisenstein die als
ideaalfilmmanuscript voorschrijft. Behandeling van stof
en inhoud, zoowel als de verantwoording der
détails zijn die van het filmscenario. Gelijk meer
moderne auteurs blijkt Vicki Baum in de realisatie
harer fantasiën sterk door de film beïnvloed. Het
mediteerende en raisonneerende element wordt
vrijwel geheel naar den achtergrond gedrongen door
het visionnaire. Personen, karakters, situaties....
het is alles veel meer gezien dan c/eanali/seerd.
Door het naast elkaar stellen van handelingen,
gebaren, expressies door hun onderlinge con
trasten, o vereenkomst igheden door hun
contrapuntische werking.... kortom door de effectvolle
montarje dier eenheden bereikt zij haar schildering
van personen van milieu en atmosfeer. Een
dankbare en frappante bevestiging vindt deze
conclusie in de vergelijking met een ander letter
kundig werk van den laatsten tijd, dat nagenoeg
hetzelfde onderwerp behandelt, doch in zijn rea
lisatie op geheel tegengestelde wijze te werk gaat.
Ik bedoel: Night in the Hotel" van
CrawshayWilliams.
Behalve de treffende analogie in de keuze van
milieu en algemeene these (het hotel als
menschenpakhuis" met zijn privézorgen en vreugden) be
staat bij beide werken een zekere gelijkenis in de
rolverdeeling der personages. Baron von Gaigern
vindt gemakkelijk zijn pendant in den Mr. Ralph
Hunter van Crawshay-Williams. Director Preysing
is met eenigen goeden wil, den burgerlijken tegen
hanger te noemen van Malcolm Wharton, Dr.
Otternschlag dien van James Dowson, terwijl
Flammchen" en Marion Latimer wel een zeer op
vallende gelijkenis vertoonen. Mutatis mutandis
zou men Grusinskaja als eerste tragédienne naast
Pamela Baynes kunnen stellen. Ik geef gaarne en
bij voorbaat toe, dat deze gelijkenis niet meer is
dan een zeer oppervlakkige. Maar het is ons hier
niet in de eerste plaats te doen om de nauwkeurige
overeenkomst der dramatis personae, als wel om
de wijze, waarop zij door den schrijver levend zijn
geworden.
De beide realisatie-methoden vergelijffehj ^' dt
de zuiver filmische visie van Vicki Baum wel zeer
duidelijk aan den dag. De handeling", d.w.z.
het complex van beslissende gebeurtenissen, is
in Night in the Hotel" tot een minimum beperkt.
De verschillende karakters doen weinig anders dan
zeer neutrale en algemeena dingen men leert
ze eerst kennen doordien de auteur ze in de inti
miteit der privé-vertrekken volgt, om hun menta
liteit door dialoog of meditatie te openbaren. Bij
Baum geschiedt in groote trekken het tegenge
stelde. In haar boek heeft zelden of nooit het
,,mee-denken" plaats van den Britschen schrijver
zij bepaalt zich tot aanschouwen". Een karak
ter wordt bij haar eerst levend door vergelijking
van woord eft gelaatsexpressie, door kernachtige
gebaren, door het zèlf-handelen of door het
reageeren op handelingen van anderen. Zij borduurt
haar drama niet op de conflicten der gedachten
en emoties, doch veeleer op de botsing der gebeurte
nissen. Vandaar dan ook dat die gebeurtenissen
een uiterst praegnant en heftig karakter dragen.
Grusinskaja wordt na een zeer bewogen men
zou bijna zeggen: plastische" scène van een
poging tot zelfmoord afgehouden door de niet
minder dramatische tusschenkomst van den
gentleman-inbreker von Gaigern.... een zuiver con
flict der gebeurtenissen. Bij Crawshay-Williams
wordt de zelf-destructie van Pamela Baynes
slechts even aangeduid, na acht bladzijden van
innerlijken strijd". . . . een conflict der gedachten
en gevoelens. De eenige raisonneur in Menschen
im Hotel", de eenzame Dr. Otternschlag, is dit
enkel en alleen bij de gratie der gebeurtenissen.
Zijn melancholieke commentaar op elk der
sensationeele feiten vormt in wezen den
bespiegelenden grondslag van het boek.... zonder die
feiten ware ook deze achterwege gebleven.
Dezelfde methode van door zichtbaarheden"
opgewekte reactie bij den lezer, werd eveneens
doorgevoerd in stijl en schrijfwijze. Bij
CrawshayWilliams is de doode omgeving absolute quantit
négligeable. Milieu-beschrijving wordt overgesla
gen alles is geconcentreerd op dialoog of inner
lijke beleving van de personages. Bij Baum daar
entegen werkt de heele omgeving mee: een schil
derij aan den wand., een waterkaraf op tafel, ge
luiden van verre en dichtbij .... alles krijgt in
deze wijze van verbeelding zijn eigenaardige
zijn filmische" beteekenis. Fragmenten als de
razende rit van Gaigern en Kringelein langs den
Avus (met den sidderenden kilometei teller, de
voorbijsuizende boomen,i den wegschietenden
grond !) en ook de boksm#tch, zijn brokken sce
nario voor het gebruik gereed.
Dit alles zou moeten wijzen op ideale voor
waarden tot verfilming van een roman. Tot op
zekere hoogte is dit ook het geval. Er komt evenwel
een vernietigende handicap in het spel: het ver
schil in volumen tusschen den roman en de
filmvan-normale-lengte. De eigenaardige conceptie van
Menschen im Hotel", die alles reeds tot de be
knopte essentiaüa van het filmscenario terug
bracht, laat geen ruimte meer tot nóg sterker ver
eenvoudiging. Men heeft het :!27 pagina's lange
draaiboek zooats het daar ligt te aanvaarden of te
verwerpen. Wat bij het zuiver litteraire werk nog
mogelijk is: het comprimeeren van lange dialogen,
uitvoerige meditaties of gedetailleerde beschrij
vingen, gaat in dit werk niet zonder onvermijdelijk
hiaten te scheppen.
Aan dit gevaar is de regisseur Goulding dan ook
niet ontkomen. Zoo goed mogelijk heeft hij ver
schillende belangrijke fragmenten van het boek
in film omgezet voor de rest moest hij vertrou
wen op de populariteit van Vicki Baum's roman.
Aldus werd de film Menschen in het Hotel" een
werk, dat eerst ten volle genietbaar wordt voor
hen, die het boek gelezen hebben en het ontbre
kende uit hun geheugen kunnen aanvullen.
Wat voor den grooten gang der gebeurtenissen
geldt, geldt evenzeer voor de karakteriseering der
personages. In de eerste en voornaamste plaats
voor de hoofdfiguur Grusinskaja, door Garbo
voorgesteld,. Een polemiek over deze
filmpersoonlijkheid hebben wij reeds vroeger als volkomen
nutt'jloos afgeschreven. Hier staan de meeningen
blijkbaar hopeloos tegenover elkaar. Wij erkennen
eens en voorgoed haar grootste en onvergeeflijkste
fout, die van zoo onbehoorlijk veel geld te verdie
nen. Ook geven wij vol schaamte toe, dat men haar
portretten steelt zooals men honderd jaar
geleden medaljons en ringen droeg met de beeltenis
V;.>n tüeii anderen nul, Paganini. En met deze
capitulatie stappen wij van het chapiter af en
houden ons slechts aan de acfctH»'-it£Jt.
Grusinskaja dan is voor iedere filmsp.oelster te
accidenteel en te vluchtig in de film getex'kend.
om tot een zuivere benadering van het origineel
te geraken. Voor Garbo, die bij haar eigenaardig
John Barrymore en Gretha Garbo
Ruwe huid
Doos30en60cl.
concentrisch karakter meer dan anderen, tijd en
ruimte noodig heeft, eerst recht. Bovendien is zij
voor deze rol te jong, te koel en te gaaf, zoodat
niet van een Grusinskaja-vertolking?doch alleen
van een zwakke Garbo-transpositie kan worden
gesproken. Haar partner, de von Gaigern van
John Barrymore, is evenzeer een misgreep. Hij mist
(als 51 jaiige!) de jeugd, de flair en de charme
van dezen avontuurlijken veroveraar. Voortreffelijk
daarentegen is de Director Preysing van Wallace
Beery en zulks waarlijk nit-t alleen, doordien hij
relatief gesproken het uitvoeiigst in htt manu
script werd geteekend. De bijzondere gaven van
dezen ras-filmspeler (dwaas genoeg met den
pathetischen, bombastischen Jannings vergeleken !)
zijn prachtige reserve en magnifieke
zelfbeheersching, maken van den Saksischen
fabrieksdirecteur een intens levende, schoon ietwat
ge-Amerikaniseerde schepping. Onmiddellijk op hem volgt
Flammchen van Joan Crawford. Dit opmerkelijke
jonge talent, door de melodramatische branding
der vroegere sensatiefilms tot de rust en bezon
kenheid van een rijpe creatieve potentie geraakte,
geeft aan de rol van het typistetje al de
meesleepende kracht van haar hard en vurig temperament.
Lionel Barrymore zal voor velen, die op ostentatief
en nadrukkelijk spel" gesteld zijn, de beste ver
tolker uit de film heeten. Voor mij wordt deze
knappe speler helaas mot den dagnieor comediar t
en mist zijn voordracht in het bijzonder hier te
zeer innigheid, eenvoud en overtuigingskracht om
de stille, schuwe figuur van Kringelein levend te
maken. De Dr. Otternschlag van Lewis Stone is
voo>rnaam, ingehouden en gedistingeerd als steeds
en hij is waarschijnlijk de eenige acteur, die de
quasi-filosofische banaliteiten welke- het scenario
hem in den mond logt. kan zoggen zonder be
lachelijk te woi'don.
* *
*
Alles in alles word Menschen in hot Hotel",
omgerekend zijn tekortkomingen, 0011 interessant
experiment, dat de problematieke verhouding vari
boek en scenario een stap nader tot de oplossing
heeft gebracht. Een experiment, dat onzen dubbe
len dank verdient, omdat het een ernstige en moei
lijke taak aandurfde, maar dat ons bovendien een
oogenblik verloste van het lallende optimisme im
drei-vierteltakf'.
En van de protentieloosheid !
Nieuwe Uitgaven
(lodmundur Kamban, Op SkalhoU. Uit hot
Deensch vertaald door Dr. Annie Posthumus.
Uitgave van W. de Haan, Utrecht.
Dr. AI. Srhönleld. Historise ymmmtttikfi van
het Nederlands. Schets van klankleer, vormleer
on woordvorming. Derde druk. Zutphen, W. J.
Thieme et Oio.