Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
'Weekblad voor Nederland
Onder hoofdredactie van A. C. Josephus Jitta
Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltema en M. Kann. Secretaris der redactie: G. F. v. Dam
Keizersgracht 355, Amsterdam C. - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000
Opgericht in 1877
No. 2907
Zaterdag 18 Februari 1933
De ontbinding van de
Tweede Kamer
Van de drie mogelijke oplossing
een zonderling conflict, de minst *
_en van
slecht»Het is een zonderling conflict, dat in deze
iritieke tijdsomstandigheden tusschen de Tweede
Kamer en de Begeering is gerezen. Op zich zelf
is het conflict belangrijk genoeg, maar een Kamer
ontbinding of een nieuwe regeering veroorzaakt
een stilstand in zaken, die allicht eenige maanden
kan duren en voor zulk een pauze zijn de omstan
digheden, waarin wij leven, weinig geschikt.
Er moet op ingrijpende wijze bezuinigd worden.
De Begeering heeft een reeks van plannen van de
commissie-Welter ontvangen. Een van die plannen,
dat op de rechterlijke macht betrekking heeft,
ontmoette groot verzet bij de belanghebbenden
en in de Tweede Kamer. De Regeering komt aan
?die kritiek gedeeltelijk tegemoet, maar zij wenscht
onverbiddellijk aan hetgeen van haar plan over
blijft vast te houden, al beteekent het vermoedelijk
niet meer dan een bezuiniging van een half millioen
per jaar. Omdat een deel is geofferd, kan men
moeilijk ten slotte nog hetgeen rest ook gaan
offeren.
De Tweede Kamer heeft na uitvoerige beschou
wingen uitgesproken, dat zij wel een bezuiniging
wenscht, maar dat zij met dit plan van de Regeering
niet accoord kan gaan. De Begeering had te voren
verklaard, dat zij van uitstel en nader onderzoek
niet gediend was. Zij wenschte de verantwoordelijk
heid daarvoor niet op zich te nemen.
Die verklaring kon slechts twee dingen
beteekenen, of dat het Kabinet zijn ontslag zou nemen,
of dat de Tweede Kamer zou worden ontbonden.
De laatste oplossing is gekozen.
De heer Marchant had aanbevolen, dat het
Ministerie zou heengaan, dat een nieuw Ministerie
2ou worden gevormd, zijn programma in de Tweede
Kamer zou ontwikkelen en dat dit Ministerie,
"wanneer mocht blijken, dat het op geen meerder
heid in de Kamer kon rekenen, de Kamer zou
ontbinden. Dan zou een beroep worden gedaan op
het volk.
Aan die procedure waren drie groote moeilijk
heden verbonden. Het zou buitengewoon moeilijk
zijn geweest, thans een nieuw Kabinet te vormen;
het programma van de nieuwe regeering ware
uiteraard bijzonder vaag geweest en hoe zouden
de kiezers in staat zijn geweest zich over een zoo
?vaag programma uit te spreken?
Het is in ons land bovendien niet gebruikelijk,
dat een nieuwe Begeering een algemeen votum
van vertrouwen vraagt van de volksvertegenwoor
diging. Of het dat vertrouwen heeft, moet blijken
«it de stemmingen .over concrete plannen. Het is
ook heel goed denkbaar, dat de Kamer een bepaald
voorstel verwerpt zelfs een voorstel, waarvan
zij weet, dat de Begeering er groote waarde aan
hecht zonder, dat zij wenscht, dat de Regeering
zal heengaan.
Ten slotte hadden er in elk geval binnen eenige
maanden nieuwe verkiezingen moeten worden ge
houden, omdat de termijn, waarvoor de Tweede
Kamer zit, is verstreken. Het ontslag van het
Kabinet en de vorming van eeri nieuw Kabinet
hadden dus nieuwe moeilijkheden geschapen bij
de vleet, zonder de moeilijkheid, waarmede wij
thans zitten, op te lossen. ?
Het plan, dat de Begeering blijkbaar voor oogeii
stond, toen zij in de Tweede Kamer de kabinets
kwestie stelde, was klaarblijkelijk niet een ontslag
van het Kabinet, maar n ontbinding van de
Tweede Kamer. Het vragen van ontslag kan het
Ministerie zelfstandig doen, voor een ontbinding
van de Tweede Kamer behoefde het de medewer
king van de Koningin. Het is een van die betrek
kelijk zeldzame omstandigheden in een parlemen
taire democratie, waarin de persoonlijke opinie
van den vorst een vrij groot gewicht in de schaal
werpt. De Koningin had haar medewerking kun
nen weigeren. Dan had het Kabinet kunnen berus
ten, of zijn ontslag indienen.
De Koningin heeft aan den raad van haar minis
ters gehoor gegeven en zij heeft de Tweede Kamer
ontbonden.
Zullen de kiezers thans uitspraak moeten doen
in het geschil tusschen Tweede Kamer en Ministe
rie? Wat is dat geschil? Men kan niet zeggen, dat
de Begeering bezuiniging wil en de meerderheid
van de Tweede Kamer daartoe niet bereid is. De
Tweede Kamer wil ook bezuinigen, zelfs op de rech
terlijke macht, maar niet op de wijze, waarop de
Begeering het voorstelt.
Zullen de kiezers misschien uitspraak moeten
doen over dit concrete bezüinigingsvoorstel ? Zul
len zij moeten beslissen, of de rechtbank in Win
schoten of in Dordrecht en 30 kantongerechten
moeten worden opgeheven? Het is ondenkbaar,
dat iemand zal meenen, dat dit een geschilpunt is.
dat bij voorkeur door de kiezers moet worden op
gelost.
Wanneer men geen nieuw Ministerie wil en geen
Kamerontbinding, dan ware er nog een derde
oplossing mogelijk geweest: het conflict had door
bemiddeling kunnen worden opgelost. Dat de
Tweede Kamer op haar uitspraak terug ware
gekomen, is niet goed denkbaar. Maar het Ministe
rie had na rijp beraad daarvoor waren natuurlijk
een paar dagen noodig geweest kunnen besluiten
in het votum, van de Tweede Kamer te berusten.
Als zoenoffer van zijn plicht had de Minister van
Justitie kunnen heengaan,^
Of een dergelijk besluit ware genomen op
instigatie van de Koningin doet weinig ter zake.
Had het Kabinet aan een dergelijken wensen
van de Koningin gehoor gegeven, het zou zelf
daarvoor de volle verantwoordelijkheid hebben
moeten dragen.
Maar de positie van het Ministerie tegenover
Inhoud:
5.
9.
1012.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
Prol. Mr. A. C. Josephus Jitta, De ontbin
ding van de Tweede Kamer,
Prof. PJ. IGoudriaan Jr., De S.D.A.P. en de
onaantastbaarheid van het wettig gezag.
L. J. Jordaan, De Tweede Kamer.
Jan van Mijlen, Een Franschman over Neder
land. Melis Stoke, De auto-didact, teekeningen
Harmsen van Beek.
Spreekzaai B. van Vlijmen, De rijkskanselier
spreekt.
Nico Rost, Tragedie van een gezindheid.
Dr. Jac. P. Thijsse, Vlinders. Mr. F. Coenen,
De staat.
M. Wittop Koning, Een onmisbare hulp.
Otto van Tussenbroek, Reclame-poppen.
II. L. J. Jordaan, Btoscopy.
Prof. Mr. A. C. Josephus Jitta, Europeanen
tegen inlanders,
A. Plasschaert, Schilderkunst.
C. v. Wessem, Muziek. H. K. T., Bart K reeft.
C. A. Klaasse, Beurssensaties.
C. A. van Schaick-Willink, Amerik. letteren.
O. Simons, De goede aarde.
Willem de Geus, Tusschen twee nachten. Albert
Heiman, Boekbespreking.
Uit het kladschrifl van Jantje, Alida
Zevenboom, Croquante croauetjes.
Letterraadsel..?Charivaria.
Omslag: Spelproblemen.
de Tweede Kamer zou aanzienlijk verzwakt zijn.
Het Kabinet kon moeilijk nog eens mst ontslag
dreigen. De eenige troost ware geweest, dat het
toch over enkele maanden had inkten he>TV'a.au.
Van de drie weinig fraaie oplossingen, die moge
lijk waren, is een ontbinding van de Tweede Kamer
in deze omstandigheden de minst slechte. De
verkiezingen moeten toch over eenige maanden
worden gehouden. Tengevolge van de Kamer
ontbinding worden die verkiezingen thans eenige
maanden eerder gehouden. Des te spoediger
hebben wij dus weer een Tweede Kamir, die ver
moedelijk voor ruim vier jaren zal zitten en een
nieuw Kabinet, waarvan men altijd vertrouwt,
dat het beter zal zijn dan het oude.
Er is 7, ;lfs geen overwegend bazwaar tegen.
dat de Tvveede Kamer is ontbonden met ingang
van een termijn, zoodat de Eerste Kamer de aan
hangige wetsontwerpen nog kan afdoen en de
Tweede Kamer enkele dringende zaken kan
behandelen.
Het is een vreemde figuur, dat men de Tweede
Kamer ontbindt, om een beroep te doen op het
volk, waardoor men tevens de onderstelling uit
spreekt, dat de zittende volksvertegenwoordiging
de meening van de kiezers niet meer juist weer
geeft .... en toch met die Tweede Kamer blijft
regeeren.
Men neme echter aan, dat deze ontbinding in
wezen is een vervroeging van de periodieke ver
kiezing en de Regeering behandele met de Tweede
Kamer uitsluitend enkele zaken, die geen uitstel
kunnen verdragen, zooals de nieuwe
conversieleening van 350 millioen en de
contingenteeringswetjes.
Dat is nog geen fraaie oplossing, maar dat is
in de gegeven omstandigheden de minst slechte
en de meest practische oplossing.
A. C. JOSEPHUS JITTA