Historisch Archief 1877-1940
N o. 2907
De Groene Amsterdammer van 18 Februari 1933
De goede aarde
G. Simons
De oude vader
Good Earth" is de zeer veel
gejezen roman van Pearl Buck, dochter
vaneen Amerikaanschen missionaris in
China. Als zes-jarig kind trok zij niet
haar ouders naar dat land, leerde er
de taal, gewoonten en gebruiken en
huwde daar later met een Amerikaan.
De roman beschrijft het leven van
den Chineeschen landbouwer, van den
koelie, de vrouw en het meisje, den
rijken gedegenereerden groot land
eigenaar en der slavinnen die gekocht
en verkocht worden als koopwaar.
De Goede Aarde" geeft een beeld
van de worsteling tusschen den land
man en de aarde, zijn eeuwigen strijd
tegen de elementen, onder de zengende
zon die soms oogsten vernietigt, tegen
het water dat soms de landerijen over
stroomt, van den hongersnood en de
ellende, van de bandieten, de revo
lutie en de booze geesten.
Het boek is gebaseerd op Chineesche
folklore en legende. De typen zijn uit
bet dagelijksche leven genomen. De
achtergrond is het Chineesche platte
land, de provinciestad.
Pearl heeft voor dit verhaal de
BijbelscMe taal gekozen, de taal van
den King James Bijbel.
Hoe goed en eenvoudig heeft zij
het sombere, eentonige, kunstlooze
leven dier Chineesche landlieden
getst.
Owen Davis heeft het aangedurfd
om van dien roman een tooneelspel
te maken in tien tafereelen. Het be
roemde Guild Theatre heeft het ge
waagd om het werk op te voeren.
Beide pogingen zijn min of meer mis
lukt. Wanneer men het geluk heeft
gehad kennis te maken met het
Chische tooneel en de beste Chineesche
acteurs heeft zien spelen, dan weet
men te voren dat geen enkele
Amerikaansche acteur in staat is om een
Chinees realistisch voor te stellen, laat
staan als een Chinees te acteeren en
te spreken. De regisseur die Good
Earth in scène bracht, heeft dit niet
begrepen. Alle acteurs probeerden een
Chineesche werkelijkheid te imiteeren
die niet bestaat. Wat hier vertoond
werd was noch Chineesch
noch^Westersch! Zoo leken de decors op tableaux
vivants ter gelegenheid van een of
ander huiselijk feest. De stijl was zoek.
Alleen de costumes, de Chineesche
staarten en wijde pantalons waren
daar, plus de niet al te goed gelukte
grimen.
* *
Good Earth is een treurspel. Het
is niet zoo somber als la Terre van
Zola, doch de kreten van het
geslagenrampzalige aan de goede" aarde ge
ketende Chineesche volk, stijgen er
even smartelijk uit op. Misschien kon
de taal krachtiger, gespierder geweest
zijn, doch dan verloor dit boek zijn
legende-karakter.
De tooneelschrijver Owen Davis
heeft geprobeerd om de tale Kanaans
te behouden. De regisseur prof iteerde
daar niet van door de acteurs
rhythmisch te laten spreken en hun gebaren
daarna te bepalen en te richten. Er
gaat van dit proza uit het boek een
ingehouden plechtigheid uit, iets
verhevens. De grove daagsche bezigheden
krijgen daardoor het patina der eeu
wen. En ofschoon alle leven naar de
Goede Aarde" terugkeert of juist
daardoor misschien, krijgt alles iets
van het tijdelooze, onsterfelijke als in
het verschijnen en verdwijnen der
jaargetijden.
In het tooneelwerk valt van deze
schoone hoedanigheden niets of zeer
weinig te bespeuren. Die tien tafe
reelen zijn op een enkele uitzondering
na ontleend aa.n den roman. Het zijn
fragmenten gebleven die geen wortel
hebben geschoten in de aarde, waaruit
The Good Earth" roman ontspro
ten is.
Pearl Buck noemt de namen zelfs
niet van de dorpen, steden of provin
cies waarin haar drama speelt. Een
jonge Chineesche landbouwer, Wang
Lung, leeft met zijn vader op een
stuk eigen grond, niet ver van een
kleine provinciestad en dicht bij een
groote rivier die naar 't schijnt ta
melijk slecht ingedijkt is. Vader Wang
begint oud te worden en verlangt dat
zijn zoon Lung een vrouw in huis
neemt. In monosylaben wordt over
dit huwelijk gesproken. De slavin moet
in de eerste plaats kinderen, zoons,
voortbrengen, opdat het geslacht Wan;
Lung nog tallooze jaren zal blijven
voortbestaan. Zij behoeft niet mooi
te zijn, anders is zij reeds de
bedgenoote van den landlord uit het
Groote Huis van Wang, of van diens
wellustige zonen, of van zijn dienst
knechten geweest. Zij moet krachtig
zijn om kinderen te baren, het huis
houden te doen en mee te helpen op
het vruchtbare land. Zij moet zuinig
zijn, opdat er in tijden van nooddruft
geld en voedsel over is om van te
leven.
Zoo spreekt de verstandige vader,
die reeds in de stad zijn huwelijksplan
ontvouwd heeft aan Cuckoo, den slaaf
van Wang, den landlord. De eenige
aanmerking die zijn zoon maakt is:
dat hij geen pokdalige vrouw wil
trouwen.
* *
*
Hij heeft de slavin O'lan voor vrouw
genomen; een vierkante sterke Chi
neesche, die weinig spreekt doch de
dingen die zij kent goed uitvoert.
Vader en zoon zijn tevreden. O'lan
zwoegt van den morgen tot den
avondstond, in het huis van Wang en
op het veld. Wanneer het graan
gedorscht wordt moet zij bevallen. Zij
heeft geen hulp noodig. Een dag daar
na staat zij weer in het woonvertrek
en verricht haar dagelijksche bezig
heden.
Daar gaat het leven verder.
In die tijden komen rijke stedelingen
met gordels vol zilver naar het land
toe, om voor bloedgeld het eigendom
der boeren te koopen. Doch de
hyena's hebben geen kans om het land
van Wang Lung af te troggelen.
Liever trekt hij met vrouw en kroost
naar 't Zuiden, om daar de zijnen in
't leven te houden, tot de regens de
verdorde landen weer zouden laven.
Zij trekken met vele duizenden, in
vrachtwagens van den spoorweg naar
de Zuidelijke stad. Wang Lung huurt
een jinrikisha en probeert op die
onmenschelijke manier een paar stuivers
te verdienen. Zijn vrouw O'lan bedelt
met de kinderen den ganschen dag
om brood, rijst en een paar pen
ningen. Dan verschijnt in de Zuide
lijke stad een van de vele
vechtgeneraals met zijn bandieten of sol
daten. De rijken worden geplunderd.
O'lan dringt met een bende honger
lijders in het naaste paleis en neemt
daar kostbaarheden weg, die in een
nis verborgen waren. Wang Lung
redt door toeval den vetten, rijken
Chinees, die hem in doodsangst goud
voor zijn onnuttige leven betaalt.
Hun ellende in het Zuiden is geleden.
Vol moed trekt de Wang-familie het
Noorden tegemoet, terug naar het
land, dat door de voorjaarsregens,
klaar ligt om beploegd te worden.
De oogst is goed en Wang spaart
geld.
Wang koopt land en het Groote
Heerenhuis in de provinciestad. Zijn
rijkdom is nu bekend en de buren spre
ken zijn naam met respect uit. Hij
bezoekt een theehuis en leert er een
mooi, nuffig meisje kennen. Lotus
wordt zij genoemd. Voor veel zilveren
dollars koopt hij haar en voert haar
in triomf naar de voor haar ingerichte
vertekken.
Zonder iets van haar verdriet aan
Wang te toonen, ziet O'lan de vreemde
tweede slavin in het groote heerenhuis
met de vele gemeubileerde kamers,
binnenpleinen, goudvisch vijvers en
tuintjes, verschijnen.
Maar O'lan heeft teveel van haar
sterke lichaam gevergd. Rustig vertelt
zij haar man, dat 't einde nabij is.
Alla Nazimova als O'lan
Doch voor zij de eeuwigheid intrekt,
wil zij haar oudsten zoon in het huwe
lijk zien treden.
De groote plechtigheid vindt plaats
in het Groote Heerenhuis. De jonge
bruid die nooit tevoren door de
bruidegom gezien werd, is de schoone
jonge dochter van een rijk en aan
zienlijk koopman. Onder de oogen der
zieke moeder, van den gelukstralenden
Wang Lung, van alle familieleden en
bekenden, vindthet eigenaardige mooie
feest plaats.
Nog eens leeft het harde verleden
in O'lan op wanneer zij de slavin
Lotus ter verantwoording roept. Al
de lang verkropte haat stijgt haar
naar de lippen. Met wijd gespalkte
oogen luistert haar man Wang Lung
naar de woorden, die deze stille, een
zame, onbegrepen ziel haar tegen
standster in 't gezicht werpt. Nooit
heeft Lung zich de moeite gegeven,
om de schoone, pure onbaatzuchtige
ziel van zijn eigen slavin en vrouw
O'lan te ontraadselen. Thans, nu zij
op sterven ligt, gaat hij begrijpen.
wat hij in haar zal verliezen.
* *
*
Nu zwoegen en slaven zijn dienst
knechten op het land, dat Wang Lung
zoo dikwijls met zijn eigen zweet en
bloed gedrenkt heeft. Thans is hij
de landlord, de rijkaard, die een groot
huis met vele gemeubelde vertrekken
bezit. Twee zijner zonen zijn gehuwd
en de kleinkinderen spelen in de
tuinen of ravotten op de binnenpleinen.
In het boek van Pearl Buck leeft
de familie Wang Lung verder. Zij heeft
zelfs een vervolg geschreven Sons",
waarin zij Wang den grooten landeige
naar, Wang den koopman, en Wang
den Tijger-generaal beschrijft.
Wang Lnng in het huis van Wang