De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 18 februari pagina 19

18 februari 1933 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

Ho. 2807 De Groene Amsterdammer van 18 Februari 1933 19 Uit het kladschrift van Jantje Croquante croquetjes Alida Zevenbootn U zal er misschien om lachen maar ik ben toch maar wat blij dat een van mijn prompt-betalende gasten kapitein bij de Burgerwacht is, want je kunt nooit weten in zulke tijden als wij nu beleven als iemand als meneer Wibaut ook al aan het muiten slaat. Toen ik een tijd geleden van mevrouw van de boven-voor-suite dat boekje te leen kreeg over het ver wordend huwelijk, zei ik al bij mezelf: als dat met die twee menschjes maar goed afloopt" en nu heb ik gelezen dat hij Zondag in Carr echt revolutie heeft gemaakt en al zoo 'n tikje aan het muiten is geslagen. Ik heb er met onzen kapitein over gesproken, maar die is heelemaal niet bang en ik vind zelfs dat zijn kleur nog een tikje hooger is dan gewoonlijk als hij 's middags tegen halfzeven thuis komt uit Polen" waar hij bittert. TI zal geen haar op uw hoofd gekrenkt worden, zei hij gisteren nog tegen me en dat is maar goed ook ?want ik heb juist een haardotje aangeschaft, want mevrouw van boven heeft me gezegd dat het korte haar uit de mode gaat en er weer lang gedragen wordt. ,,Wij zijn klaar, zei de kapitein ook nog tegen me, laat ze maar opkomen" en dat vind ik toch maar prachtig dat zij zoo voor iemand als ik het gaan opnemen en dan heb ik nog pas verleden week woorden met hem gehad over zijn boekje waar twee gulden en dertig cent op stond voor schoenenreparatie die hij niet betalen wou omdat hij maar volhield dat het zijn schoenen niet geweest waren. Nee, daar ken je den waren held aan en wil u wel gelooven dat ik van de week zijn zwarte hemd gestreken heb en ik stond er finaal een beetje bij te beven, zoo pakt alleen het gezicht van zoo 'n hemd je aan en ik heb van de schrik een klein, glaasje rum moeten nemen Barometers, kijkers, Blazen, (de beroemde ,£eix"), Vindt U steeds bij Schmidt voorradig. Prima en niet hoog in prijs /, J. M. SCHMIDT OPTICIEN Rokin 72 Amsterdam. toen ik zijn kast opendeed en zag dat hij tegenwoordig ook zwarte onderpantalons draagt. Ik ben nu toch niet zoo heel erg bang uitgevallen maar dat vond ik toch griezelig en ik heb eens bij Grader in de Plantage een stuk gezien met den Duivel er in en die was ook heelemaal in het zwart gekleed ik geloof zelfs dat het Veltman zelf was en dien nacht heb ik niet anders dan van dien zwarten duivel gedroomd en toen de Inwendige ons tweepersoons op de Nieuwmarkt had verkocht, heb ik den Duivel weer gezien en weer was hij in het zwart en hij had den kop van den Inwendige, zoodat u mij niet moet wijs maken dat droomeii altijd bedrog zijn. En dan praat onze kapitein over dat lichte bommetje van vijftig kilo of het een appeltje is dat op je hoofd valt en hij heeft me uitgelegd dat een bom van twee honderd kilo achtmaal zoo krachtig is als een van vijfig, zoodat, zei hij, zoo'n bom niet vijf en twintig dooden en vijf eri twintig gewonden maakt maar honderd en honderd neerlegt en dat zegt zoo'n man zonder dat een spier van zijn gezicht vertrekt en als er oorlog komt, zei hij verder, nemen de vliegtuigen honderd van die bommen van honderd kilo mee en daar ze niet zijn tweehonderd tegelijk over u heen vliegen, is een stad als Amsterdam binnen de drie minuten een puinhoop en dan hoop ik maar dat zoo'n bom boven op dat huis van dat meubel van schuinhierover terecht komt, van die met haar honden, want ze is weer erg aan den gang in de buurt en vertelt nu bij den slager dat neef Bertus uit het gezicht van meneer Pierre gesneden is en wat doe je tegen dien laster? Hij lijkt als twee droppels water op zijn oom den Inwendige en ik schrik wel eens als hij in het half donker bij me oploopt en ik het licht nog niet op heb, want denk ik soms: gut, als ik niet beter wist dan staat de Inwendige voor me. En nu is die goeje meneer Kreeft ook al weel dood ! Och, och, wat gaan er toch een bekenden om je heen weg eri je blijft zoo langzamerhand alleen over en wat wordt het eenzaam op die manier. Ik sprak meneer Kreeft nog wel eens een enkelen keer als hij in het Vondelpark wandelde en hij kon dan zoo aardig door zijn bril kijken en hij zei altijd, maar dat bedoelde hij als een grap: Mevrouw Zevenboom, wat jammer dat u nooit aan de operette is gegaan: u heeft zulke mooie beenen". Ik heb toch wat genoten van hem en meneer August Kiehl en meneer Kelly en ik heb wat avonden met den Inwen dige op het balcon bij meneer Prot gezeten. Ik hoor meneer Kreeft nog tegen meneer Kelly zeggen, het was geloot' ik in Miss Hellyez": hier, bewaar zoolang mijn pruim, ik zwabber in je kielzog" en dan stak meneer Kelly de pruim achter zijn kiezen en daar gingen echte zeezwabbers en dacht er toen iemand aan muiten? En dan had je er de lieve mevrouw Budermann die nu nog leeft en ze zong als een vogeltje en als ik niet zoo streng was opgevoed, wil 11 wel gelooven dat ik soms zoo het idee kreeg om naar liet toorieel te gaan? De Inwendige zei altijd: Ali, je hebt een stem om een dooje aan het praten te brengen" en hoe dikwijls zei hij niet: Toe .Ui, zing nog eens van die zwaluw waarheen is uw vlucht. Daar word ik altijd zoo lekker beroerd van" en als ie dat allemaal bedenkt, dan heb je wel eens spijt dat je niet aan de operette bent gegaan want als ik zoo naga wat er nu in de films zingt nou zoo had ik liet ook wel gekund. O een een met een stem en sommige met een stern om brand" te roepen t-ii lees je nu nog van een voudige schilderkriechts die aan het tooneel gaan en het ver brengen? Dat moet allemaal erg geleerd zijn maar spreken kunnen ze niet en lachen nog veel minder en luisteren heele maal niet en de Inwendige die lid was van de Toorieelvereeniging: Hoo ger zij ons Doel" waar alleen samen spraken werden opgevoerd, zoi altijd: spreken is niks maar luisteren, dat is de kunst" eri luisteren kon hij want ik heb eens Josef in Dothan" voor hem voorgelezen en hij luisterde zoo goed dat toen hij weg was, uit mijn zilveren knipje een rijksdaalder ook weg was en ik verdenk hem er nog altijd van dat hij te goed geluis terd heeft. Kri nu ga ik voor meneer Rikus Oolijn een wollen zak breien voor zijn warrnwaterkruik iri den vorm van een torpedo want dat vind ik toch zoo mooi dat hij dat gezegd heeft en ik heb al tegen me vrouw van boven gezegd: U zal zien dat die torpedo hem aan de regeering brengt eri kan oris dan nog wat gebeuren?" Maar dat neef Bertus op meneer Pierre zou lijken.... waar haalt het monster het van daau !. . . . Nieuwe Uitgaven Ar«o»-,S'pfmjV,heeftmen de reeks geïl lustreerde geschriften en het bijbehoovende reisprogramma genoemd, die de American Express ons ter aan kondiging toezend. Het zijn boekjes met foto'sen met beziens- en merkwaar digheden van steden eri dorpen die ondei' leiding van ilevr. K. K. Korenaar-Hesseling op een door de American Express georgani seerde rondreis in Spanje zullen wor den bezocht. De reis vangt aan op 22 April te Rotterdam en gaat via Iruii naar Burgos. Vandaar naar Madrid, Toledo, Cordova, Sevilla, Granada . Terug te Madrid op (i Mei. Sarogossa en Barcelona worden nog bezocht. Via Toulouse en Parijs wordt op I l Mei Rotterdam weder bereikt. Prentenveiling Veiling van gravures, etsen <-ii tevkeningen bij K. w. l». «Ie Vries, Amsterdam Op 21?23 Febr. a.s. komen bij K W. P. de Vries een kleine 1400 num mers oude en nieuwe prerit-kurist onder den hamer, bestaande uit 1089 gravures en etsen uit een Belgische collectie, een goede 200 kaarten en topografische teekeningen en eeri aan tal zeden- en costuum-prenten. Onder de te veilen werken komen voor: eeri l(>-tal bladen van Pieter Brenghei, 9 bladen van Dürer. een album met 225 portretten van van Dijck, 7 bladen van A. van Ostade. 12 van liembraridt. Van de topografische teekeningen noemen wij de serie van l (i afbeeldin gen van ..Kloosters iri Amsterdam in de I (ie eeuw" van J. Stellingwerf. Van de at'deeling ..Zeden eri Costuurris" vermelden wij ..Tijdverdrijf van smaak of joujou de ^N'ormandie" (1791), gravure naar J. van Meurs door J. L. van Beek, en ..Spotprenten op de Girobank" (183(5). twee lithos naar teekeningen van P. van Loon met rijmpjes door J. van hennep.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl