Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 18 Februari 1933
N o. 2907
l
4- *
f
Een Ffansch schryver
over Nederland
Boekbespreking Jan van Nijlen
Sedert ^Fromentin, Verlaine en Huysmans,
, hebben- heel wat Fransche schrijvers hunne indruk
ten over Holland gepubliceerd. Vooral in de laatste
jaren is dit aantal sterk toegenomen; noemen wij
nkel onder, de meest vooraanstaanden: Paul
Valëry, Léon Daudet, Georges Duhamel. Hoeveel
z^jn er bovendien niet die hun impressies over
Nederland in maand- en weekbladen hebben
bekendgemaakt t £>p zijne beurt heeft. Henry
Bordeaux in zijn jongste boek Amitiés trangères 1)
zijn Huit Jours en Hollande" gegeven.
'? l-Henry Bordeaux, lid van de Académie francaise,
is een ook buiten zijn land veelgelezen auteur.
;Hjj is een van Se drie beroemde brave B's-(Bourget
? en Bazin zijn de twee anderen) en zijn oeuvre is
l 'zeer omvangrijk. Het bestaat, als ik de
tegen, over de titelpagina van zijn jongste boek afge
drukte lijst zijner werken mag gelooven, uit 39
romans, 5 reiebeschrijvingen, 17 boeken met
geschiedkundige en literaire essay's, 3
tooneel, .stokken, 5 oarlogsboeken. Het is een indruk
wekkend ensemble. Ik heb er slechts een betrekke
lijk klein gedeelte van gelezen, maar toch in
vol'doende mate om te hebben kunnen vaststellen
dat jpjn reputatie van braaf auteur voor de
huiskamer volstrekt niet geüsurpeerd is. Een
verblijf van een achttal dagen in Nederland, waar
; hij lezingen heeft gehouden, heeft Bordeaux de
t gelegenheid gegeven eenige kennis van Nederland
. o,p te doen en het is die kennis die hij in de
hieribesproken bladzijden meedeelt.
i In de eerste plaats moet men opmerken dat
i:een verblijf'>an' acht dagen ba een vreemd land
i een zeer kort tijdsbestek is om tot den aard van
; «en volk door te 'dringen. Er blijft natuurlijk
l lipg altijd de gemakkelijke beschrijving van het
hóllandsch landschap ! Een groot deel der auteurs
; dfe over Nederland hebben geschreven en ik
i bepaal mij alleen tot de Franschen hebben
.dan ook niet nagelaten daarvan gebruik en mis
bruik te maken.
Laten we even zien wat Henry Bordeaux heeft
i ontdekt, of laat ik bescheidener zeggen, heeft
j gezien. Veel-is-hèt niet. Wij vernemen dat hij een
aantal lezingen heeft gehouden, meestal met een
.' vrij groot succes, in de voornaamste steden van
Nederland. Wat hij mededeelt over de steden die
' bij bezocht heeft en over de merkwaardigheden
die bij er gezien heeft, is niet veel meer dan wat
in elke reisgids is te lezen.
, Laat ik er nu nog even op wijzen, dat, wanneer
. de auteur ons een beeld wil geven van den rijkdom
.van een museum, hij zich vergenoegt met een
dorre opsomming van eenige schilderijen. Dat
t, ligt in. het bereik van iedereen. Bovendien vergist
>..,bij eicb. pp eene in 't oogloopende wijze: de werkelijk
merkwaardige schilderijen worden verzwegen,
an;< .dere, veel minder belangrijke zonder verdere
verklaringen tot meesterwerken uitgeroepen I
Kort, om, dit; relaas van een bezoek aan Nederland is
een bloemlezing van de meest versleten
gemeen.. plaatsen. Het ergste is dat dit alles zeer goed en
i vriendeUjk .is bedoeld. Het was zeker het voor
nemen van den auteur, niets dan liefs en hartelijks
te zeggen over zijn verblijf in Nederland, en dat
doet hij inderdaad, maar in zulke wanhopig
s banale termen, dat men ten slotte een boosaardig,
maar mannelijk pamflet a la Mirbeau gaat
ver? kiezen boven de beleefde taal van iemand, die zoo
.j weinig heeft te zeggen.
i Althans over Nederland, want alles in het boek
van Bordeaux is niet even onbeduidend als boven
genoemde bladzijden (ofschoon deze over Belgi
al niet beter zijn).
Onderden titel L'Enchantement du Bosphore bevat
het boek een zeer leesbare beschouwing over een
eigenaardige amoureuze correspondentie, Lettres a
Abdulhak Haamit, en over de qmstandigheden die
aanleiding tot het schrijven van die brieven hebben
gegeven. Zij werden geschreven door een jonge
vrouw aan den man, met wien zij gehuwd was
geweest, van wien zij was gescheiden en met wien
zij naderhand zou hertrouwen. Het is een vreemde
geschiedenis. Die man, een der grootste dichters
van Turkije, volgens men beweert, was ongeveer
zestig jaar oud, toen hij te Brussel, waar hij gezant
was, kennis maakte met een jong meisje uit Luik,
Lucienne, met wie hij in 1911, toen hij naar zijn
Een autodidact aan het woord
Melis Stoke
Teekenlngen Harmsen van Berk
Adolf Hitler beeft, de groote Internationale
Automobieltentoonstelling te Berlijn geopend met
een reusachtige redevoering. Hij werd bij zijn
verschijnen stormachtig toegejuicht en daarop
schetste hij, aldus melden de couranten ons, de
beteekenis van de automobiel voor het economi
sche en maatschappelijke leven die eindigde in
vier punten waarin hij o.a. geleidelijke opheffing
van de verschillende belastingen op autos beloofde
en ontwerp en uitvoering van een grootsch opgezet
wegenplan. '
Hoewel de couranten daaromtrent niets meldden
nemen we aan dat tóén 'nóg een veel luider gejuich
geklonken heeft.
Ingevolge de ministerieek beschikking
Hoe anders stond onze minister Reymer op
de B. A. I. te Amsterdam. Er was daar geen auto
mobilist die niet dadelijk bij het verschijnen van
dezen bewindsman onmiddellijk dacht aan het
tientje dat hij de vorige maand nog heeft moeten
besteden aan nieuw,e nummerborden ingevolge
de ministerieele besphikking.
En met l April a.s. gaat de nieuwe termijn van
de wegenbelasting alweer in. Laten we dus direct
erkennen dat Adolf Hitler het op de automobiel
tentoonstelling heel wat beter heeft gedaan dan
Minister Reymer.
Maar dat is ook te begrijpen. Het was de eerste
tentoonstelling die hij opende en daar mag dan
wel een beetje feestelijkheid bij.
Overigens zal het stellig niet de laatste zijn.
En daarom mogen we deze prachtige redevoering
beschouwen als een precedent.
De Rijkskanselier kan nu geen tentoonstelling
meer bezoeken of men verwacht een redevoering
van hem, waarin hij de beteekenis schetst van
hetgeen er te zien "is, en die beëindigd wordt in
vier punten waarin hij van allerlei heerlijks belooft.
Dat kan geweldig worden.
Vrij verf en penseelen
Adolf Hitler heeft 'al zooveel beloofd gedurende
zijn politieke loopbaan dat hij van Duitschland
een soort land van belofte maakt.
Dat al die beloften niet zoo dadelijk in ver
vulling gaan spreekt vanzelf, en dat heeft hij trou
wens al bewezen ook.
Laat ons aannemen dat hij de volgende week
een schilderijententoonstelling opent. Wedden
dat hij de beteekenis van de schilderij in het
economische en politieke leven schetst en dat hij
vervolgens vrij verf en penseelen en geleidelijk.
vrij doek aan de schilders belooft.... ?
Ongetwijfeld volgt daarop een
redevoeringbij de opening van de Koloniale.Tentoonstelling:
te Essen, in de gebouwen van de Haagsche Kolo
niale tentoonstelling 1932.
Daarbij zal Adolf Hitler de beteekenis van.
koloniën voor het economische en maatschappelijke
leven schetsen en vervolgens zal hij in een enket
krachtig punt aan zijn landgenooten
NederlandschIndiëbeloven.
Hij is daar al zoo'n beetje mee begonnen in zija
orgaan de Angriff en de lezers van de Groene heb
ben dat kunnen constateeren.
Een enorm gejuich zal zijn buitengewone
royaliteit beloonen en hij zal de man van den.
dag zijn.
Hoogstwaarschijnlijk zal er ook wel een
electriciteitstentoonstelling te Berlijn komen en Adolf
Hitler zal er dan niet aan kunnen ontkomen de
beteekenis van de electriciteit in het economisch
en maatschappelijk leven te schetsen met, aan.
het slot, de toezegging van geleidelijke kostelooze
verschaffing van electriciteit aan alle Duitsch»
staatsburgers, met uitzondering van de Israëlieten
die het met gas of desnoods kaarsen zullen
moeten stellen. Kortom, wanneer Adolf Hitler
voortgaat met het houden van redevoeringen
optentoonstellingen dan zullen geleidelijk de
Rijksinkomsten uit hoofde van directe en
indirecteBelastingen en de inkomsten van de openbare
diensten sterk gaan dalen. ;
Het is alleen maar de vraag of zijn mede
regeerders erg blij zullen zijn met de activiteit.
van den kanselier.
die ellendige Joden
Adolf.... Adolf, zullen ze zeggen als ze met
hem vergaderen Adolf wat heb je nu weer
allemaal beloofd. Je doet zoo royaal en we kunnen*
de duiten niet missen.
Dan zal hij zijn snorretje opstrijken en zeggen
dat die ellendige Joden overal de schuld van zijn.
Die hebben met hun handelsgeest de heele wereld
bedorven. Hij zal vragen of de heeren daar ook
al mee besmet zijn.
Neen Adolf, dat niet, zullen ze roepen, maar
wij hebben de grootste moeite om het geld bij,
elkaar te houden en jij belooft maar... . Wat
nu bijvoorbeeld met die Hollandsche koloniën.. . . ?
Holland wil ze heelemaal niet loslaten... .
Misschien zal er een bij zijn die schuchter zegt
dat Adolf gelijk heeft en dat je niet beter kunt
doen dan de menschen blij maken. Ze hebben
toch al zoo weinig tegenwoordig.
En dan zal Adolf moeten beloven dat hij bij al
zijn beloften uitdrukkelijk woorden zal gebruiken
als zeer geleidelijk" en in een betere toekomst"
en wellicht" en indien het mogelijk zal blijken.
te zijn."
Dan zal hij geleerd hebben te regeeren.
Maar dan zullen de menschen ook niet meer
zoo hard juichen.
Dat is de draw-back. . ..
land terugkeert, in het huwelijk treedt. Na acht
jaar laat hij zich van haar scheiden. Lucienne
trouwt dan met een italiaanschen graaf en begint
dadelijk een amoureuze correspondentie met haar
vorigen echtgenoot. Als zij zeven jaar later weer
vrij is, trouwt zij andermaal met Abdulhak
Haamit, die toen den zaligen ouderdom van 76 jaar
bereikt had. Van dit zonderling, romantisch en
wel een beetje verdacht geval, heeft de auteur
van Amitiés trangères een relaas gegeven dat in
voldoende mate menschelijk is en onverklaarbaar
om ons werkelijk te boeien.
1) Henry Bordeaux. Amitiés trangères. Paris.,
Librairie Pion. 1933.