Historisch Archief 1877-1940
f ?I*SlÉiii^ ? \!
DE VERBEELDING DER
Sport en Kerkelijke Kunst - H(
Directeur en De Onaf ha
?^'«?rv^
-l*» ^~9 'J ,'
i$r*~* .? *?**£ ii
.--=*»?' fc^c'«* 4PA Ii
-*.
?«r/AXV.ll
L. Balmet
Sport en.... kerkelijke kunst
In het dorp Chamonix, gelegen aan
den voet van den hoogsten top "an
Europa, den Mont Blanc, staat een
kerkje, dicht bij het bekende
gidsenkantoor waar de volbloed-bergbe
klimmers hun afspraken komen ma
ken voor de te ondernemen toeren en
naar verluidt vonden daar in een der
muren tijdens
herstellingswerkzaamheden in 1864 eenige metselaars een
steen waarin duidelijk leesbaar het
jaartal 1119 gehakt was, een herinne
ring aan de Benediktijner monniken
die op dezelfde plek een kapel hadden
gesticht.
Vóór dit kerkgebouw, dat in een
omgeving van hooge bergketens al
heel nietig aandoet, heeft men destijds
een gedenkteeken opgericht naar ont
werp van den beeldhouwer Samsori
ter eere van Jacques Balmet, de
beroemde gids, de eerste die er in
slaagde ten koste van een welhaast
bovenmenschelijke inspanning, den
top van den Mont Blanc te bereiken.
Dat was in 1786. Hij deed er vier
dagen en nachten over maar hij
overwon! Op 7 Augustus van het
zelfde jaar ging hij met Dr. Placcard
naar boven en was toen dienzelfden
avond om zes uur op den top, een
bewijs van het feit hoe zeker hij toen
was van den door hem ontdekten
toegangsweg. Zij waren daags daarna
om acht uur in den ochtend in
Chamonix terug. Dit is dezelfde Balmet
die op l Augustus 1787 den franschen
geleerde de Saussure tot gids diende.
Zij deden er toen, met achttien dra
gers voor de meegevoerde instru
menten, twee volle dagen over.
Deze eerste beklimmingen zijn de
opkomst van Chamonix gebleken.
Thans trekken tienduizenden jaarlijks
het bergland in en het dorp is zoowel
's zomers als 's winters een centrum
van alpinisme en wintersport ge
worden.
Dit is aanleiding gebleken tot het
aanbrengen van een tweetal vensters
van gebrand glas in lood, ontworpen
en uitgevoerd door een kunstenaar
wiens naam, rnet verschil van de
voorlaatste letter, sterk herinnert aan
dien van den grooten gids n.l. Louis
Balmei uit Grenoble.
Een dier ramen is hij dit artikel
afgebeeld. Het was heel moeilijk
daarvan een draaglijke foto te nemen
want er is weinig licht en men kan er
geen voldoenden afstand nemen maar
hoofdzaak is dat men een indruk
ervan krijgt. Men ziet eenige figuren in
k'i-nmers-kleeding, gewapend met
pickels (die te lang zijn en niet op de
juiste manier gehanteerd worden doch
wij zullen dit maar als een dichterlijke
vrijheid opvatten!) omhoog stijgen
terwijl in de wolken de beschermhei
lige hen zegent, en den duivel der
ongelukken in ketenen legt. Hier
hebhen wij dus te doen met een merk
waardig voorbeeld van een zich
inspireeren op een of anderen tak van
sport in samenhang met de kerkelijke
kunst. Men zag zoo iets wel eerder in
profane gebouwen (stations,
reisbureaux enz.) maar dit is iets anders en
iets bijzonders hoewel het volstrekt
geen verwondering kan wekken, dat
nu de Sport in de gemeenschap zulk
een groote kracht geworden is en
(helaas !) mér dan de Kunst midden
in het volle leven is komen te staan,
haar invloed zich zelfs uitstrekt in
zoodanig ruimen zin dat zij aanleiding
gaf tot het scheppen van ontwerpen
van vensters in glas en lood bestemd
ter plaatsing in een of ander kerk
gebouw.
Want ook elders zijn ramen van
denzelfden kunstenaar te zien. Daarin
wordt het verkeer te v:ater en te land
gesymbol i seerd.
Een dezer ontwerpen geven op het
vóór-plan weer een vliegenier die
Otto van Tussenbroek
bezig is uit zijn hydroplane in een
bootje over te stappen; race-roeiers
zijn doende zich te oefenen; op het
tweede plan maken zeilers hun scheep
jes voor het vertrek gereed, terwijl aan
den einder een oceaan-stoomer voorbij
vaart. Het geheel is bekroond door den
heiligen Christofoor (beschermer van
alle reizenden alsmede van allen die
de sport beoefenen) met het Kindeke
Jezus op den schouder, leunend op
een staf.
Ook het andere venster vertoont
dezelfde groep in de twee bovenste
venster-vakken (elk raam heeft zes
afdeelingen) doch hierop is het verkeer
te land afgebeeld.
Een paar balie-kluivers" leunen
over een brugrand op den voorgrond.
Een ruiter tracht zijn steigerend ros,
dat geschrokken is van een voorbij
rijdenden auto, in toom te houden.
Voetgangers en wielrijders, een
boerenkar, een vrouw die met brei-werk
bezig is terwijl een wegwerker even
den arbeid onderbreekt vormen hier
gezamentlijk het wei-gekozen motief
dat Balmet knap heeft saamgevat.
Op het achterplan ziet men de vrucht
bare velden, omzoomd door een rij
populieren met in de verte een trein.
De compositie der beide vensters is
zoodanig dat men als het ware van uit
een hoog oogpunt het landschap
beziet. Door vereenvoudiging der
vormen wist Balmet de klippen van
een al te zeer naturalistische weergave
handig te omzeilen.
Het lijnenspel wordt overigens ge
heel beheerscht door dat der
loodbanden waarin het, meerendeels effen
gehouden, gekleurde glas is gevat.
Geel, oranje, bruin en eenig blauw
overheerschen met hier en daar een
fel-roode noot en, als complimentaire
kleur, wat groen.
Ondanks velerlei verschillende ac
centen is n teekening n kleur op uit
stekende wijze opgelost en verbonden
tot een vasu-gesloten geheel, van
eenigerlei rammelenden indiuk, waartoe
de veelheid van zeer verschillende ele
menten allicht aanleiding zou kunnen
gegeven hebben, is geen sprake en het
wekt zeker verwondering dat in
Frankrijk, waar toch de nieuwere op
vattingen in zake de kunst gewoonlijk
den weg vrij vinden, van zekere zijde
geprotesteerd is tegen het aanbrengen
dezer beide ramen omdat daarvan de
voorstelling recht tegen de traditie
ingaat van een zuiver religieus ge
houden onderwerp.
Ik kan echter niet inzien waarom
men hier eenig bezwaar in het geding
brengt, want het goede ervan isjuist
het feit dat het door den kunstenaar
gekozen onderwerp uit het leven zelf
gegrepen is, het toont ten duidelijkste
de goede kanten van de sport en het
verkeer aan, waarbij het niet alleen en
uitsluitend om de ontwikkeling der
lichamelijke krachten
mag gaan maar, bij
juiste beoefening en
beheersching, vooral om
de opvoedende ver
mogens der geestelijke
gaven, waardoor het
in open lucht bewegen
oorzaak wordt dat de
mensch zich n voelt
met het groote geheel
der Nataur welke op haar
beurt de religïeuse ver
langens doet heileven.
Men heeft hier dan
ook te doen met een
zeer verblijdende en
m.i. volkomen geslaag
de, uiterst merkwaar
dige poging het
allergewoonste, ja
alledaagsche te verbijzonderen
en het komt mij voor
dat de kunstenaar
Balmet daarin zeker
ten volle zijn doel be
reikte. O. v. T.
L. Bah
de kerk
Het incident tusschen <li
dïreeteur van het Musen
en ,,l>e Onafliankel ijken"
Dit incident schijnt voor mij ni,
een aesthetische quaestie te zijn (das
voor zijn de twee geweigerde schild
rijen, vooral het Hollandsche, n!
belangrijk genoeg) maar meer ei
quaestie, wie het gezag zou hebben
het Museum zelf, de directie of i
Onafhankelijk en. Een bepaald gebrc
aan juist begrip van haar bevoegdhe
valt hij de groep waar ts nemen, d
den ander wou dwingen tegen zi.
voorschriften te handelen, well
ander in lange jaren zijn gema'
kelijkheid had bewezen, en wiei
afkeer van censuur" steeds is g
Pieter Breughel de Oude
(Stilleven-tentoonstelling