De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 25 februari pagina 18

25 februari 1933 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 25 Februari 1933 No. 2908 Dramatische kroniek door Henrik Scholte Het amusement Met een zekere vrijmoedigheid, die haar durf misschien aan hot filmbedrijf ontleent, wordt nog altijd door sommige handelaren in tooneelamusement aan ons het recht ontzegd om ook maar n minder gunstig woord over hun pleziertjes uit te spreken, onder den dooddoener, dat wij ons maar bij ,,de kunst" moeten houden. Een eertijds gezeten, thans onttroond directeur vertelde mij diena&ngaande, dat hij maar zoo'n snoepwinkeltje"" had en niet wenschte, dat zulks in de termen viel om serieus beoordeeld te worden. Daargelaten of ik serieus ben, meen ik toch dat deze menschen even gevaarlijk speculeeren als de filmmagnaten, die ook maar liefst alleen hun press-copy in de krant gedrukt zagen. Deze misvatting ontstaat uit een heel klein gedachtenwereldje, dat in z'n domheid voor veel misère verantwoordelijk is. Deze menschen denken, dat amusement uitsluitend bestaat, wanneer een dikbuikige man met een aardappelhoofd, waarin een sigaar, lacht om een afzakkend kleedingstuk en met een scheel oog naar het jongste actricetje loenscht. Mogen andere menschen dan ook niet eens lachen om wat naar hun meening gezonde, prettige humor is, andere menschen, talrijk genoeg om toch niét allen 'als abnormaal en/of exclusief beschouwd te worden? Ik weet niet op welken grond men ons" ontzegt om ook onze rechten op amusement te doen gelden. Ik weet niet waarom alle amusement over n kam geschoren zou moeten worden. Maar ik weet wel, dat er breede lagen van het publiek" zijn, in staat om vele scjftöuwburgen avond aan avond te vullen: publiek, drft nog wél iets meer wil dan hutspot met uien e» toch,-w-at het wil, niet anders dan met den naam van amusement" zou weten te betitelen. Dévergroving van smaak, die in Nederland bijna vwr hoogerhand gepropageerd wordt en jarenlang in de film van ons land een veilig afzetgebied voor Kitsch' gemaakt heeft, begon echter te wijken, zoodra een aantal menschen eenigszins ver wonderd dat zij zooiets niet eerder gedaan hadden - Inm mond openden door te zeggen: Ik wil ook lachen.... als ik dan ook maar lach." Op het tooneel heeft Cees Laseur dit jaar amusement" gebracht, dat als ik mij niet vergis zakelijk gesproken lang geen kwade vruchten afgeworpen heeft, integendeel: menigeen de oogen geopend heeft voor de geringe kwaliteit van wat men vroeger placht te slikken. Het snoepwinkeltje" is een onhoudbare toevlucht gebleken, maar de houders van zulke zaken weigeren zich rekenschap te geven van de leege plaateen, die avond aan avond talrijker worden. Ook het amu sement begint zijn schakeeringen te krijgen, ook het amusement neemt niet langer genoegen met een goedkoope afzwering van alles wat naar kunst in den zin van kundigheid en ambacht, ont spanning met voldoening en een lach, die naklinkt zweemt. Ook het amusement wil gemaakt, geslaagd, beoordeeld en onderscheiden zijn. De rol, die Laseur in dezen aan het Centraal Tooneel gespeeld heeft, vereischt moed en een zekere waaghalzerij. Ik zou niet weten wat eenvoudiger was: kunst met een groote k te maken door te speculeeren op den kleinen kring, waarvan men zeker is, of goede kunst met een kleine k, door te speculeeren op den grooten kring van een soort publiek, dat evenzeer recht van spreken heeft, al is het van nature misschien niet zoo demonstratief en luidruchtig aangelegd. Cor Ruys heeft altijd een toontje lager gezongen dan Laseur, maar hij heeft, als brillant typeur Uw kamer is nu hél iets anders, vél rustiger, veel gezelliger dat deden die lampen van Jaspers. f Altijd iets aparts en ... niet duur. CEINTUURBAAN 308 AMSTERDAM JE/«*»i»«M en Jatpert... f en rombtitatir al SO Jaar oml! Weest op uw hoede ! en als een begenadigd kenner van den lach in vele nuances, er voor gezorgd, dat hij slechts bij hooge uitzondering in de snoepwinkel-branche verhuisde en zoo hij wel eens laag vloog toch nimmer zijn eigen talent oneer aandeed. Het is daarom jammer, dat hij in zijn laatste kluchtje, De Zweedsche Lucifer", de teugels laat vieren en bedenkelijk komt in die regionen, waar nog maar heel weinigen lachen, en dan stupide en vermoeid, omdat zij het al zoo vaak zouden hebben gedaan, maar dan toch altijd nog iets beter. Het stukje speculeert in zijn titel op beurs schandalen. Er had een stuk van dien aard ge schreven kunnen zijn en het zou waarschijnlijk volle zalen getrokken hebben, al had men niet gelachen. De heer Ludwig Hirschfeld, fabrikant van vele snoepartikelen, heeft echter het actueele element niet bij Kreuger & Tol], maar bij het denkbeeldige P.E.N.,-congres in Stockholm ge zocht. Nu weten wij wel, dat ook het P.E.N.congres zeer wel het onderwerp van een klucht, waarom men stellig lacht, zou kunnen zijn. Men is althans zeker van een paar vrijzinnige vrouwen rollen en er mag ook op het tooneel gegeten en zoo noodig gezwetst worden. Maar van het P.E.N.congres in Stockholm krijgen wij in dit Weensche baksel niet anders dan de naweeën, zijnde een lichtelijk getikte schrijver, die een Zweedsch typistetje op sleeptouw heeft en zich thuis voor allerlei narigheid geplaatst ziet omdat hoe en waarom, dat blijven open vragen zich meer vrouwen voor zijn pietluttigheid schijnen te inte resseeren. Het stukje kan mij niet veel schelen, want Oor Kuys heeft er wel meer gespeeld, die alleen om hun voorstelling, alleen om Ruys wat , waard waren. Maar toen ik vijf minuten naar dit type, dat alleen van schmink en entree knap is, had zitten kijken, heb ik mij drie uur lang het hoofd gebroken over de vraag of ik dan zoo anders lach dan andere menschen. Ik heb niet gelachen, ik heb me verveeld. Deze constateering zou zonder belang zijn, als er niet rijen van menschen geweest waren, die elkaar aankeken en ook niet lachten en toch net zoo graag wilden als het prinsesje uit het sprookje van Andersen. Maar er kwam geen snijdertje, er kwam alleen Elien Pisuisse en zij ging weer weg en zij kwam weer terug. Pietgeen een vorm van spelen moest zijn. Oor Ruys bleef op het tooneel en men hoorde hem zonder tekst en alleen met geluidjes. Er waren verder l ierre My'.n en Gusta Crïspijn, en zij vochten hard, tegen de bierkaai. Het ging uit, als een lucifer: gloeit niet na en verbrande kop valt niet af. Snoepwinkelbranche en bange onderschatting van het amusement.... als er zooveel menschen queue maken om in dezen tijd eens werkelijk, voluit en met innig genoegen te kunnen lachen en niets meer dan dat! Tentoonstellingen Kunsthandel Aalderink, Amsterdam. Jubileum tentoonstelling Alex Boom. Tot 20 Februari. Kunstzaal d'Audretsch, Den Haag. Beeldhouw werken van Hildo Krop. Tot 23 Februari. Kunstzaal Frans Buffa & Zonen, Amsterdam. Dertig nieuwe schilderijen van Permeke. Tot l Maart. Kunstkelder, Amsterdam. Beeldende kunst en kunstnijverheid. Tot l Maart. J. H. de Bois, Haarlem. Schilderijen van mo derne meestsrs. Tot l Maart. Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Teekeningen door H. Heidersberger. Tot l Maart. Rotterd. Kunstkring, Rotterdam. Rotterdamsche kinderportretten. Tot 5 Maart. Kunsthandel Huinck en Scherjon, Amsterdam. Beeldhouwwerken, schilderijen en teekeningen door John Radecker. Tot 12 Maart. Stedelijk Museum, Amsterdam. Voorjaarsten toonstelling van leden der Onafhankelijken en van verboden werken der Berliner Kunstausstellung 1932. Tot 12 Maart. Voor de Kunst, Utrecht. Werk van Karin en Ernst Leyden. Tot 12 Maart. Nieuwe Uitgaven De Meiboom", tijdschrift voor Volksdans eii Volksmuziek en officieel orgaan van het Nederlandsch Instituut voor Volksdans en Volksmuziek. Afl. I. Verschijnt 4 maal per jaar. Uitgave van het Nederlaridsch Instituut voor Volksdans en Volks muziek. Kunstbilel DONS HERMSEN N.V. Oen Haag Doorloopende tentoonstelling van oude schilderijen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl