Historisch Archief 1877-1940
No. 2909
De Groene Amsterdammer van 4 Maart 1933
Schilderkunst
I/ouis < arilinaals. bij Kleykamp
(Xotitle)
De schilderijen, teekcningen,
houtsneden en linoleumsneden van dezen
jongen schilder doen ons een be
ginnend realist zien, van het vereen
voudigend gilde, stijf nog, niet
strakgespannen in lijn en in volumine en
"wiens kleur niet altijd zuiver genoeg
is en dikwijls niet boeiend genoeg;
hij hanteert de kleur nog zooals een
onderwijzer het Nederlandsch han
teert: uit degrammatika. Hij
schildert?enz. figuur, portret, Xeeuwsch land
schap, stadsgezicht, stilleven en bloem
stuk. Een der aardigste werkjes is
ongetwijfeld hier een wit-gedekt tafel
tje in een restaurannetje, met het
uitzicht uit het raam van dat
koffieliuisje. Het kleine formaat vermin
derde hier wel het vergroven der
Jkleur (wat ge vindt in de grootere
vlakken op de groote schilderijen).
Onder de portretten is dat van de
zittende Dame te noemen en dat
van een meisje in bruinen. In de
landschappen vlaagt soms een vleugje
phantaisie....
Nieuwere Franschen bij
Esher Snrrey, den Haag
Naast Kleykamp vertoont Esher
Surrey een bepaalde bewegelijkheid
ge vindt daar m.a.w. in den Haag
niet steeds een herhaling van tentoon
stellingen vol werk van de Haagsche
«pigonen (en zijn er daar andere?)
Maar ge ziet er pogingen nieuwere
soorten schilderkunst, die echter reeds
een bepaalde bedaagdheid vertoonen,
?dichter bij het Hollanclsche, in quaestie
Het Haagsche publiek te brengen.
Niet altijd treedt de leiding
scherpziftend genoeg op straffer oordeel
is zeker gewenscht, terwijl bij de
buitenlandsche schilderkunst teeken
kunst als die van Jessurun de
Mesquita en van Teixeira de Mattos
ongetwijfeld zou kunnen worden ge
voegd. Maar wat vinden wij er nu?
Een aantal moderne menschen. die
niet allen op hun best zijn gekozen,
niet op hun allerbest, en eer blijken
te zijn van gemiddelde, soms zeer
gemiddelde hoedanigheid. Van Dérain
is de vrouwekop stukken beter dan
het stilleven met den bruinen achter
grond; van Chagall, den littérairen,
?die soms dat litteraire overwint tot
«en werkelijke schilderkunst, zijn
hier de kleinste werken het meest
aanvaardbaar. Dufresne is in Holland
vrijwel onbekend, zeker miskend. Hij
heeft hier een stilleven in zijn
bruineToses en witten, een der meest
lokIcende uitingen dezer tentoonstelling,
maar hij ware toch beter ingeleid door
die sonore stillevens, die eens in een
verfijnde keuze ons troffen te Parijs.
Dufy is een teekenend schilder,
Othon Friesz' groep aan het strand
geeft een schilder, niet van den
-eersten rang, op zijn genoegelijkst.
?Goerg's drie naakten met een Joodsch
figuur op den achtergrond zij zijn
ongeveer typeerend voor hem, en zij
<loen ons zien, dat hij evenmin als
T'riesz ooit een groot schilder zal zijn.
Het werk is een soort romanti
sche psychologie. Marie Laurence's
Vrouw met roze kleed; de verf is er,
niettegenstaande een bepaalde dis
tinctie, niet tot geest of gevoel genoeg
geworden. Marquet's Rivier is dat
werk van de twee Marquet's, dat het
beste hem benadert, maar hem niet
geeft zooals hij zijn kan: frisch en
schuldeloos-zuiver. Van den hier on
bekenden Ronault verkies ik een
liefdespaar, van Pascin ken ik ruim
schoots betere, ofschoon het
zinnelijkfluweelige hier aanwezig is. l'trillo's
Kasteel het is persoonlijk ge
schilderd, maar het overtreft zeker
niet een aantal schilderen vol blauwen,
die ik nu en dan zag. De Waroquier's
naam vermeld ik ten slotte.
Het stilleven l»ij «oudstikker
A'dam. Een voorspel
Voordat ik een saam vattende be
spreking van de tentoonstelling van
het stilleven begin, wilde ik eerst
bepaalde dingen vaststellen. - Ik zal
,,hoe" werd alleen de moeite waard
geacht, en iemand als Ter Meulen
genoot door een artikel, dat alleen
het ..hoe" zocht en prees, een nu
gelukkig-verouderd reputatie. Brem
mer is daarna een verstokt verdediger
van het stilleven gebleken. Ik ben
het met zulke heereri ganKchelijk
oneens; hun stelling lijkt mij weer
een funeste uitbotting van het Alter
natief; het eene of het andere. Ik
ben voor het hoe-en-wat: ik annvaard
gradaties in de schilderkunst; ik vind
de metischelijke figuur psychologisch
de grootste opgave eri
picturaalvoltooid liet zuiverst treffen van de
..roos".
Wanneer wij, voor de hoe
veelste maal. onbevangen nagaan,
wie de waereldschilders zijn. dan zijn
dat onmiddellijk de schilders van de
menschen, of van de groepeeringen
figuren; daar toch is stilleven en adem
vereend, daar is het zwaarste, diepste
probleem gezocht en gevonden.
Barthol. Bruyn
Tentoonstelling Goudstikker
in dat artikel de benamingen volgen
waaronder de werken zijn tentoon
gesteld, al mocht ik het niet met alle
ns zijn, en zoo noodig in een kritisch
vervolg sommige bezwaren ontwik
kelen. Dat ten eerste. Ten tweede is
het een aangenaam werk deze tentoon
stelling na te gaan (het werk eraan
besteed is dus niet vergeefsch) al is
het wat onbegrijpelijk (of eigentlijk
toch wel begrijpelijk !) dat in een
overzicht over zooveel eeuwen ge
namen vindt van enkele modernen,
die hier inderdaad bij de haren zijn
bijgesleept, en die inderdaad als
overbodig konden gemist op een ten
toonstelling van zóó internationale
constructie en met verrassingen
ook in den goeden zin.
En dan het volgende. Er is een
tijd geweest, dat het onbehoorlijk
was over genres" te spreken in de
schilderkunst, en dat het verboden
was het onderwerp" in verband te
brengen met de schilderkunst; het
I>e maskers van von Essen, bij
Esher Surrey in den Haag;
Ik was zeer benieuwd geworden naai
de maskers van Von Essen. Hun ver
tooning leek een gebeurtenis; hun
vormen gaven plastisch
niet-bevoegden beoordeelaars aanleiding tot
zulken lof (d' een vond ze zelfs mooier
dan de oostersche), dat ik begreep,
dat andere factoren werkzaam waren,
dan die der zuivere beoordeeling. Dit
is mij gebleken bij bezichtiging juist
te zijn en het is niet onaardig te
merken, hoc de latere besprekingen
der critici steeds meer voorbehoud
vertoonden, en de waarde van het
evenement" niet erkenden of niet
als zoo groot konden aanvaarden. De
nu stil-hangende maskers (zij zijn dus
niet het gunstigst te zien naar mate
van hun functie) zijn aesthetisch ge
sproken veel minder dan de oostersche
maskers en ze missen, ze vergelijkend
met dingen uit onzen tijd, ten
eenenmale de bittere ernst en verbetenheid
van die van Krop, die ongetwijfeld
behooren tot de beste werken van
dezen beeldhouwer. En rui kan Von
Essen met den overmoed va-n een eerste
(en laatste?) succes te keer gaan tegen
deze beeldhouwer-maskers en
luchtzinnig spreken van statisch en dyna
misch (weet hij eigentlijk wol wat deze
woorden beduiden?) en in een betoog
vol quasi-deftigheid zijn willige volge
lingen meesleuren ik ben geen
dupe, en word niet overreed.
Om kort te zijn. en de heer Von Essen
vindt kort-zijn een deugd, er is in deze
maskers niet de deugd eener werke
lijke kracht; er zijn bizarre
onzuiverheden ten eerste, die een bepaalde
menigte verrassen, maai' die door
anderen snel worden bepaald, en dan
oj) haar plaats definitief worden gezet.
Hij, die deze maskers beter vindt dan
Oostersche, heeft geen besef van de
waarde zulker Oostersche maskers
(of hij overdrijft moedwillig). De
beste dezer maskers zijn die, die aan
oosterschen zijn ontwrongen, maar die
door onrustige formaties de eeuwigheid
ontberen van zulke Oostersche mas
kers (zie b.v. de vroolijke, een der
beste !) Een masker als de oude
wellustige komt regelmatig af van een
aantal expressionistische teekeningen;
een ander zoudt ge van de Primitieven
kunnen laten komen, zoo ge hun felle
sterkte woudt smalen; een
Stommerik" is een duitsche karikatuur wat
ronding gegeven en de Angst is door
vele andertin op veel wijzen en ma
nieven schiiklijker en grootseher ge
geven.
A. PLASSOI1AERT
Max Kiideeker bij Veolit,
Amsterdam
De jongste van het
kunstenaarsgeslacht der Radeokers, die enkele
jaren geleden reeds in dezelfde zalen
min of meer als schilderend wonder
kind voor het voetlicht trad. laa.t
thans bij Vecht een aantal van y.ijn
nieuwste werken zien. Als algemeenon
indruk zou men ook nu nog. evenals
vroeger, bij veel van dit werk kunnen
spreken van een mengeling van kin
derlijke naïviteit en vroegrijpheid. Er
vallen ook nu nog in de détails dingen
te ontdekken, die bekoren door een
kinderlijke speelschheid ;'zooals er in
de compositie ook thans nog elemen
ten zijn die vei bazen en verrassen.
door de wijze waarop een probleem
met vroegrijpe durf en met vaart"
zou men kunnen zeggen oplossen..
De winst, die dit keer te boeken
valt zie ik voornamelijk in het vrij
komen van de techniek uit het iet of
wat huisvlijt, of wel
kunstnijverheidachtige, wat in het oudere werk te
onderkennen viel.
Veel van het laatste werk is
ontstaan aan havens en kusten in
het Zuiden en het is alsof daar de
open verschieten, het opt,. ';<>^t en
de open kleuren voor den jongen
schilder de deur hebben open ge
worpen van de broeikas waarin hij
vroeger, te Parijs werkend, verkeerde
en waarin het schilderen als 't ware
nooit gelegenheid kreeg zich uit te
vieren, een gelegenheid die het toch
nmaal in ieder schildersleven moet
hebben, ook al komt de kunstenaar
er later toe het uitsluitend en alleen
te beschouwen als het goede am
bacht", dat door en door gekend
wordt en beheerscht. . .. Het schil
deren" nu kwam bij Max Radecker
..vrij" in de lichte, luchtige, vlotte
olieverfschetsen als b.v. Vtxsrhers I
en IL en ook in enkele stillevens met
bloemen, die hij dan in een open
zee-licht en atmosfeer zet en die ik
tot de beste stukken van deze expo
sitie reken.
A. E. VAX DEN' TOE