De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 11 maart pagina 18

11 maart 1933 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 11 Maart 1933 No. 2910 Engelsche en Fransche boeken Over John Keats In 1925 werd te Moskou een schaak wedstrijd gehouden, waaraan twintig sterke, ten deele zelfs beroemde mees ters deelnamen en dat dan ook de qualificatie van Grossmeisterturnier" ten volle verdiende. Een aantal Russische professoren, die als psychologen een wereldnaam hadden, maakte van de gelegenheid gebruik en onderwierp de schaakmees ters aan een zorgvuldig samengestelde reeks psychologische tests, met het doel eindelijk eens langs streng wetenschappelijken weg vast te stellen, welke psychische eigenschappen een schaakmeester onderscheiden van een gewonen sterveling, m.a.w. hoe en waardoor het komt, dat van de honderd duizenden hartstochtelijke schakers slechts dertig a veertig het ,,spel der duizend zorgen" zóó leeren beheerschen dat zij algemeen als meester er kend worden. De profesoren experimenteerden naar hartelust, de schaakmeesters wa ren gedwee en de resultaten van het onderzoek bleken belangwekkend ge noeg om tegen matigen prijs in boek vorm aan het publiek te worden aan geboden. Het boekje heette Die Psy chologie des Schachmeisters" en be helsde een nauwkeurig verslag der toe gepaste tests, een analyse van het gewonnen statistische materiaal met vele verduidelijkende diagrammen, en aan het slot de conclusiën waartoe het onderzoek had geleid. De professoren konden de verblufte wereld mededeelen, dat een schaak meester zich in niets van een gewoon mensch onderscheidde, geen enkele bizondere eigenschap had en psychisch een volstrekt middelmatig, onbelang wekkend verschijnsel was. Helaas, het profanum vulgus was niet overtuigd. Het hield zich aan den onwetenschappelijken schijn,merkte op dat velen schaken doch weinigen door Caïssa zijn uitverkoren, en con stateerde, horribile dictu, dat indien de professoren niets bizonders hadden kunnen vinden, er iets aan hun tests moest haperen. Sedert Emile Herzog, alias Andr Maurois een tiental jaren geleden zijn ABONNEMENTSPRIJS van ,,De Groene Amsterdammer" per jaar, bij vooruitbetaling franco per post: Voor Nederland . . . f 10 N cd -Indiëp/mail . ,, 13.50 » >, i> p'zeepost ,, 10 ab. binnen Europa ,, 11.50 uitgezonderd. ,, Engeland-Itali Zwitserla Amerika 13.50 ., Zuid-Afrika 11.50 d-Italië- ) J 13.50 and . . ) Postgiro No. 72880 Gemeentegiro G. 1000 ietwat mislukten roman Ni Ange ni Béte" omwerkte tot een luchtig-vluchtige vie romancée" en met ..Ariel ou la vic de Shelley" naam en fortuin maakte, laboreeren vrijwel alle samen stellers van dichter-biographie n-inromanvorm aan dezelfde verblindheid als de professoren van Moskou. Met vermakelijke verstrooidheid vergeten zij, dat een dichter zich van zijn medemenschen in de eerste plaats onder scheidt door die typische eigenschap, dat hij dicht. Zij vergeten, dat juist een dichter-biographie, welke niet docu mentair of didactisch wil zijn, maar ons den mensch zooals hij werkelijk in wezen was, wil laten beleven, niet kan volstaan met enkele citaten uit zijn werk, maar de genesis van dat werk dient bloot te leggen, de functie van dat werk in 's dichters leven zoodanig dient uit te drukken, dat wij, die het boek lezen, aan zijn scheppingen even zeer deelnemen als aan al het andere wat met hem gebeurd is en ons (bijna) dichter voelen. Misschien kan dat niet, misschien blijft 't altijd het monopolie van dichters, de sensatie van het creëeren-met-woorden te ondergaan. Dan zou men hen mijns inziens maar beter met rust kunnen laten en over hen geen romannetjes meer moeten pennen. Maar ik twijfel aan die onmo gelijkheid. Ik geef toe, dat het eenige mij bekende boek, dat de gewaarwor ding geeft, de geboorte van verzen te aanschouwen en mee te voelen, een autofciographie is: de Portrait" van James Joyce. Doch het essay van Francis Thompson over Shelley en het Afscheid aan Shelley" van Roland Holst toonen, dat het ideaal dicht te benaderen is mits de auteur die er zich aan waagt met het werk van zijn sujet jaren lang heeft omgegaan, er innerlijk contact moe heeft en ..van wanten weet", of te wel zelf dichter is. Zoo iemand zal niet gelijk Maurois een keurig" boekje schrijven waarin de vrouwen een groote, de verzen geen enkele rol spelen, noch ook ons afsche pen met de mededeeling: ..Shelley werkte; hij was een Bevrijde Prometheus begonnen, een drama over het boek Job; hij trachtte in verzen zoo licht als vleugelslagen(!) de droef geestige schoonheid van dit herfstlicht vast te leggen." Heeft de biograaf die deze rare zinnetjes schreef, ooit n oogenblik getracht te begrijpen, wat een werk als Prometheus Unbouiid" voor Shelley heeft beteekend? Het leven van Keats. zooals de Amerikaan O'Xeill l) ons dat schildert, is de droeve roman van den Jong Gestorven Dichter, die miskend werd, tering had, en weggerukt uit een groote Liefde in den vreemde stierf. Het is een aandoenlijk bock, dat velen die nog nooit een vers van Keats hebben ge lezen tot tranen toe zal roeren. Het verwerkt in vijftig bekoorlijk-korte hoofdstukken alle in encyclopaedieën etc. geregistreerde feiten en gegevens, geeft een handvol verzen van Spenser en Chapman, van Chatterton en Keats zelf, en bestaat voor een deel uit brieven nauwkeurig overgeschreven uit de be kende verzamelingen van Ijord Houghton en Buxton Forman. Het is overi1) George O'Neill. Special Hunger, A. -presentation of the life of John Keats. NewYork, Horace Lweritjht. geus een naar boek. Er is niets in te vinden van het extatische leven dat in Keats' verzen klopt. De jongeling die binnen vijf jaren van zwakke Spenser-imitaties tot het flonkerende Hyperion-fragment steeg en waarlijk gestorven is leaving great verse unio a litfle clan" die moet ontzaglijke verrukkingen gekend hebben. O'Neill heeft ze niet ontdekt; . .standing aloof in giant ignorance" klaagt hij het schrale klaaglied van miskenning en vroegen dood, blind voor de verza digde tevredenheid, die in zoovele Keats-verzen ligt. Rich in the simple worship of a day" noemde Keats zijn lied hoeveel zwaar gezonde en lang levende poeëten kunnen het hem na zeggen? Het posthume medelijden van O'Neill en consorten moge lezers van gen het is even voos en overbodig als hun nare vies romancées". Oscar Wilde heeft al hun voorloopers gebrandmerkt. Hij sprak van bodysnatchers of literature". E. STRAAT Over H il m «u Fernandez Sedert een tiental jaren zijn er in Frankrijk heel wat romans en essay's verschenen, die voor doel hadden een synthetisch beeld te geven van de aspiraties en gevoelens der jongste generatie. Vele dezer geschriften zijn zeer interessant, enkele zelfs merk waardig. Hun auteurs, en in de eer ste plaats J. de Lacretelle, II. de Montherlant. M. Arland, Jean Casson, P. Bost, behooren ongetwijfeld tot de meest representatieve schrijvers van hun tijd. Het feit. dat zoovele jonge auteurs hetzelfde onderwerp behandelden, heeft andere dan literaire gronden en vertoont zich niet voor de eerste maal. In alle tijden van sociale en moreele crises constateert men het zelfde verschijnsel, liet meest typi sche voorbeeld blijft nog altijd het Romantisme na den harden schok der 7<'ransche Revolutie en de uit putting die volgde op Napoleon'» mitteloozen triomf. De algemeene toestand van Europa na den jonasten oorlog is althans op geestelijk gebied eenigszins verwant met dien van het begin der negentiende eeuw. Evenals ten tijde van Musset en Vigny tracht de tegen woordige jeugd klaar te zien in zichzelf en te begrijpen waar het eigenlijk met de oude wereld naar toe moet. Dit blijkt duidelijk uit bijna al de ge schriften van bovenbedoelde auteurs. Wat ons daarin dadelijk treft is dat alle personages bijna zonder uitzon dering behooren tot de categorie der intellectueelen, kunstenaars of opstandigen, en daardoor is het beeld van die moderne generatie zeer een zijdig. Er is dan ook een groote een tonigheid in de voorgestelde types: alles komt altijd neer op vertwijfeling e 11 verwarring. Het kan soms waar zijn dat een gansche generatie samen te vatten is in n enkel type. maar dit is niet altijd het geval. Ik zal niet betwisten dat de intellectueele jeugd altijd een groote rol speelt in de politieke en literaire geschiedenis van een tijd, maar niet altijd is die rol overwegend. F> i? nog een andere jeugd, die niet filosofeert, geen literaire rol speelt, maar gewoon leeft en ageert. En vaak zal in haar de geest van een tijd dui delijker weerspiegeld zijn dan in de moreele agitatie harer intellectueele broeders. Wie zal er thans, na honderd jaar, nog aan twijfelen in wie de echte jeugd van dien tijd spreekt: of in den held van Les Confessions d'un enfant du siècle of in die van Le Rouge et Ie Noir en La Chartreuse de Panne. Maar de bedoeling van Stendhal was niet die van de Musset; in plaats van een generatie zag hij den mensch. Het zou mij niet verwonderen, dat men in later jaren in Le Pari 2) van Ramón Fernandez een menschelijker beeld zal vinden van de tegenwoordige jeugd, dan in vele werken die geschreven zijn met de bedoeling die jeugd uit te beelden. Nochtans behooren de meeste per sonages uit Le Pari tot de echte jeugd en nog wel tot de sportieve jeugd. De atmosfeer van het boek heeft iets bizonder levendigs, dat mettertijd wellicht de Avaarde van een document zal krijgen. Maar dit interesseert ons thans niet in de eerste plaats. Gansch het belang van het conflict dat zich afspeelt in het gemoed van de twee hoofdpersonen: Robert Pourcieux, een jongen rijken sportliefhebber en Pauline Bordier, een eenigszins ibseniaahsche" stu dente, ligt in de verschillende manier waarop zij vrij gecompliceerd reageeren op de meest gewone toestanden. Het is tusschen die twee verliefden een spel van geven en terugnemen, dat soms tot een drama groeit onder den drang van de door de personages zichzelf opgelegde levensconditie der zoogenaamde sinceriteit." Nieuw is dit niet, want reeds in de negentiende eeuw werd, zoowel in de literatuur als in de schilderkunst, een ontzet tend misbruik gemaakt van het be grip sincérité." Dit begrip is, zoo niet in principe, dan toch in de practijk hij uitstek romantisch en leidt tot de grootste verwarring. Het zou den mensch willen verplichten tot een starre overeen stemming tusschen daden en ge voelens, iets wat den mensch nu eenmaal niet is gegeven. Dit onder vinden ten slotte ook de helden van Le Pari, ofschoon ze het niet willen weten. Maar daarom zijn zij ook i°ng. Wanneer ik me afvraag wie van de twee figuren. Robert of Pauline. het meest echt en ontroerend is, kan ik moeilijk kiezen. Wellicht zou ik Pau line verkiezen, ware ik niet gehinderd door een literaire handigheid van den schrijver, die plots het verhaal af breekt om het dagboek van Pauline te publiceeren. Dit is een te gemakke lijk procédéom de gebeurtenissen psychologisch te verklaren. Dit pro cédégeeft iets conventioneels aan de figuur van Pauline. hoe aardig en sympathiek zij ook is. Indien men tenslotte moeilijk de conclusie kan trekken van het sentimenteel geschil dat Robert en Pauline van elkander scheidt, komt dit wellicht hierdoor: dat het drama niet volledig is, aangezien de auteur een vervolg op dit eerste boek aankondigt. In weerwil van eenige ergerlijke langdradigheden is Le Pari het interes sant geschrift van een zeer intelli gent auteur. J VAN NIJLEN 2) Ramón Fernandez. Le Pari. Paris, Editions dallimard. Nieuwe uitgave op pijpengebied Ter gelegenheid van de herdenking van den geboortedatum van Willem van Oranje heeft Goedewaagen's pij pen- en aardewerkfabrieken een twee tal pijpen, zoogenaamde doorrookers, in den handel gebracht, waarop op de fesstelijke gebeurtenissen toepas selijke voorstellingen met de hand zijn geschilderd.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl