De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 11 maart pagina 5

11 maart 1933 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2910 De Groene Amsterdammer van 11 Maart 1933 Meer zakelijkheid Hitler triomfator Teekening B. van Vlijmen Prof, Mr. F. G. Scheltema Minder politifk Politieke strijd is onvermijdelijk. De menscheiigemeenschappen, die staten hoe ten, worden nu eenmaal gevormd door individuen met verschil lende levensbeschouwing, met verschillende op vatting omtrent wat billijk en onbillijk is, met ver schillende economische inzichten; en elk dier . individuen wenscht de gemeenschap iri haar in richting en ontwikkelingsgang van zijn stempel, van het stempel van de groep, waartoe hij behoort. te voorzien. Onvermijdelijk is ook, dat er in dien strijd overwinnaars en overwonnenen zijn: een staat kan niet tegelijkertijd de kapitalistische en de socialistische productiewijze belichamen; hij kan niet tegelijkertijd weerbaar en weerloos zijn. Politieke strijd en nederlaag zijn binnen de menschenmaatschappij derhalve onvermijdelijk maar daarom niet minder betreurenswaardig. Betreurenswaardig althans in het oog van hen, die zulk een strijd op zich zelf als een onheil beschouwen. Wellicht is die beschouwing op haar beurt voor bestrijding vatbaar; maar op die be strijding kan ik niet nader ingaan. Voor mij geldt als axioma, dat het geluk van den mensch niet vermag te woi telen in een sfeer van verbittering en haat, van minachting voor den medemensch en van negatie van diens goede bedoelingen, en dat het daarom zinloos is, den strijd ter wille van den strijd te zoeken. Politieke strijd is onvermijdelijk; maar het is van belang, het terrein van dien strijd zooveel mogelijk te beperken. Anders gezegd: het is van belang, de vraagstukken en onderwerpen, waarmee zich de gemeenschap heeft te bemoeien, zooveel mogelijk aan de politieke sfeer te onttrekken, en naar een neutrale zone over te brengen; ze zooveel mogelijk van zuiver zakelijke zijde te benaderen. Die mogelijkheid bestaat niet steeds; maar zij bestaat m.i. in meer gevallen, dan men zich wel eens re aliseert. Laat ik aan de hand van twee voorbeelden mogen toelichten, wat ik bedoel. De gemeente Amsterdam overweegt sinds jaar en dag een centraliseering van de melkvoorziening harer bevolking. Het is merkwaardig dat enkele goede uitzonderingen niet te na gesproken de positie, die beoordeelaars van dit en dergelijke plannen innemen, eigenlijk reeds van te voren door hun politieke kleur is bepaald. Wie rechts staat, staat intuïtief argwanend tegenover die plannen, omdat ze naar socialisatie rieken; wie links staat, koestert, om soortgelijke reden, een intuïtieve sympathie ervoor. Toch is bij nader inzien m.i. duidelijk, dat niet politieke dogma's, maar zakelijke overwegingen bij problemen als deze beslissend moeten zijn. De vraag, waarom liet gaat, is in laatste instantie immers: op welke wijze kan op de meest doel matige wijze de Amstordamsche bevolking van het product melk worden voorzien; wat kan, bij rationeele centralisatie, op productie en distributie worden bespaard: welke meerdere uitgaven aan gebouwen en loonen vereischt anderzijds de cen tralisatie? Uit is een vraag van feitelijke gegevens en becijfering; men kan haar een bekwaam ac countant voorleggen, die, aan de hand van de ver schillende factoren, den. prijs per liter melk in het bestaande en in het nieuwe systeem kan uitrekenen. Het is denkbaar, dat bij deze zakelijke beschouwing het bestaande systeem goedkooper en doelmatiger blijkt; dan zal men het moeten behouden. Het is ook denkbaar de laatste Amsterdamsche Melkcommissie kwam tot die conclusie . dat het. omgekeerde het geval is: dan zal, door wie in de berekening geen fouten kan aanwijzen, liet nieuwe systeem moeten worden aanvaard. Zakelijke, niet politieke overwegingen zijn hier beslissend. Een tweede voorbeeld. De vraag naar de verhouding van parlement en regeering, de vraag in het bijzonder, of de regee ring tot in de kleinste details van het staatsbestuur aan de inzichten van het parlement behoort gebon den te zijn, dan wel of zij een Kokere eigen, vrije sfeer van werk zaamheid behoort te hebben, waar binnen zij naar eigen inzichten mag handelen, kan als een zuiver poli tiek probleem worden gesteld. Aan de ne zijde staan dan zij, die zich in beginsel alle overheids macht als van de geregeerden af geleid denken, en die daarom van een eigen, niet-afgeleid recht der regecring niet willen weten; aan de andere zijde zij, wier levenbe schouwing er toe leidt, het regeergezag op anderen dan menschelijken wil te zien gegrondvest, zoodat het in beginsel onafhankelijk is van den wil der geregeerden. Het is duidelijk dat, wordt het probleem zóó gesteld, levensbe schouwing op levensbeschouwing botst, en heftige strijd onvermij delijk is. Maar men kan het probleem van de verhouding van regeering en parlement ook van geheel anderen, meer zakelijken, kant benaderen, n.l. als volgt. De overheidsmacht moge in beginsel bij de volksver tegenwoordiging berusten, men zal toch rekening moeten houden met het feit, dat een groote vergade ring als de volksvertegenwoordi ging ongeschikt is voor het nemen van beslissingen omtrent allerlei concrete bestuurshandelingen; dat dergelijke bestuurshandelingen behooren te worden verricht door een ~ orgaan als de regeering, dat daarvoor beter is geoutilleerd; en dat een doelmatig verrich ten van die handelingen slechts mogelijk is. wan neer de regeertng daarbij binnen zekere grenzen haar eigen inzichten kan volgen. Ook do rasechte democraat zal daarom tot de conclusie moeten komen, dat de staatsinachine het best functioneert, dat de belangen der gemeenschap het best worden gediend en daarom gaat het toch tenslotte , wanneer de volksvertegenwoordiging zich beperkt tot hot trekken van de groote lijnen van liet staats beleid, en er daarnaast een betrekkelijk ruime plaats is voor de vrije werkingssfeer dor regeeririg. /jóó gezien is het probleem van de verhouding van rogoeriiig en parlement veeleer van zakelijken dan van poiitieken aard; de vraag luidt dan: hoe behoort de overheidsmacht tusschen regeering en parlement te zijn verdeeld, opdat een zoo <l< <:!ntd'ifi-inoijK'.ijl.K inrichting en functioneering van de staatsmaohino worde verkregen. Kn jil moge de a!iU s gestelde vraag niet aan do hand van becijferingen door accountants kunnen worden opgelost: heftige politieke hartstochten zal zij. als zuivere doelmatigheidsvraag, toch nauwelijks kunnen opwekken. De aanschouwing van wat bij onze Oostelijke buren op dit oogenblik geschiedt, leert ons de ellende kennen van een toestand, waarin de po litieke tegenstellingen welhaast het geheele ter rein van menschelijke levensuitingen beheersclien. Alles wat aan die beheersching kan worden onttrokken, wat tot onderwerp van zakelijke be schouwing kan woi'den gemaakt, is winst. Xiet zelden hangt het van de wijze, waarop de proble men worden gesteld, af, of die winst kan worden behaalt1; Brüning Braun Thiilmann Einigkeit und Recht und Freiheif (Randschrift op Duitsche munt) KUNST7AAL VAN LIER DOORLOOPEND TENTOONGESTELD ROKIN 126AMSTERDAM BEZICHTIGING V RIJ KUNSTWERKEN VAN JONGE HOLLANDSCHE EN BUITENL. MEESTERS Nieuwe Uitgaven Lankhorst en .1. K. Bas Hacker, /IdliininneliNe//erl(/)i(/ni'/i \\'<Mn'</e>il>:)<L', dool f. Uitgave W. J. Thiome A: ('ie. /utphen. liet eei'ste nummer van ])K (!<'ÏIli<ntr<'t'r<lt' f)\eri'in-ricml is onder redactie van Dr. 1). van Ilinloopen Labberton verschonen, liet is een, zoowel typografisch als redactioneel, uitstekend verzorgd maandschrift van den Xederlandsohen Hond tot bestrijding dor vivisectie. Secretaris van dit genootschap is .Mr. .1. Sj. Brouwer, Koninginne gracht ?'>?! don lfaa.g. bij wion inlichtingen over lidmaatschap on abonnement op hot maandschrift zijn aan te vragen. VlRpSSEM'S DE DESTE\/ARINAS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl