Historisch Archief 1877-1940
No. 2910
De Groene Amsterdammer van 11 Maart 1933
Wetenschappelijke Varia
Een volk van grijsaards
Dr. P. van Olst
Jaren
Mannen
Vrouwen
y» na xo «o n»
Duizend
Duizend
De Duitsche bevolking in het jaar 1930
Een boom in een bosch beleeft heel veel dat
later oogenschijnlijk ongemerkt aan den boom is
voorbijgegaan. Zijn gave schors omsluit den stevigen
stam alsof alles pour Ie mieux dans Ie meilleur des
mondes was. Maar als de stam wordt doorgezaagd
en de jaarringen voor den dag komen waarmee
de boom ieder jaar in omvang is toegenomen,
zien we dat alle fata wel degelijk genoteerd zijn en
weer terug zijn te vinden. Jaren van droogte worden
verraden doordat de jaarringen smal zijn, jaren
van voorspoed en vochtigheid worden aangegeven
door dikkere ringen; een meegemaakte
boschbrand heeft deu stam beschadigd maar de bescha
digde plek is overwoekerd door de nieuwe weefsels;
echter is de brandplek nog terug te vinden tusschen
de ringen en is zelfs precies te dateeren. Dat alles
kwam mij in de gedachte toen ik een statistische
figuur zag, die hier gereproduceerd is in fig. l,
die de bevolkingssamenstelling aangeeft van
Duitschland in 1930, en die ik aantrof in een
publicatie van de Duitsche rijksstatistiek. Op de
verticale as (als 't ware de stam van de
boomvormige figuur) waarop de leeftijden zijn aange
geven van O tot 100 jaar heeft men telkens op
gelijke afstanden, die telkens een jaar voorstellen,
horizontale lijnen getrokken naar links en rechts.
De lengte dezer lijnen geeft het aantal menschen
aan van denzelfden leeftijd, links de mannen,
rechts de vrouwen. De maatstaf, die onderaan de
figuur is aangebracht, maakt het mogelijk uit de
lengte der horizontale lijnen het aantal duizend
tallen te vinden, bijv. van 5 jarigen of 10 jarigen,
enz. Een kleinigheid, die op het eerste gezicht
niet erg opvalt, maar die toch belangrijk is, vindt
men bij den leeftijd 59, waar zoowel de
mannenals de vrouwenlijn iets korter is dan men bij een
regelmatig verloop verwachten zou. Deze lijnen
springen iets naar binnen ! Dit wil dus zeggen dat
er een opmerkelijk tekort aan 59 jarige menschen
is. Het is de generatie, die geboren werd in 1871,
nadat duizenden vaders aan het vechten geweeit
waren met de Franschen. Hier is dus een
boschbrand-litteeken" als bij den besproken boom.
Een nog erger litteeken valt pas op als men den
linkerkant der figuur vergelijkt met den rechterkant;
vanaf 31 jaar tot 54 jaar zijn de linksche mannen
lijnen belangrijk korter dan de overeenkomstige
rechter vrouwenlijnen. Dat is het gevolg van het
verlies van twee millioen mannen, die in den
wereldoorlog sneuvelden !
Nog veel leelijker is de zeer opvallende inham,
zoowel links als rechts bij de leeftijden 11 tot 15.
Deze tekorten zijn het gevolg van den achteruit
gang in geboorten-aantal in de jaren 1015 tot 1919
als gevolg van de oorlogsjaren 1914-1918. Kr
zijn toen drie en een half millioen kinderen minder
geboren dan men anders verwacht zou hebben.
Men zou zoo zeggen, dat dit wel het leelijkste
litteeken is dat bij dat onderzoek voor den dag
komt. Maar er zijn nog ernstiger dingen uit de
figuur af te leiden. Dat blijkt namelijk uit het
feit dat de leeftijden 10 en 9 door lijnen vertegen
woordigd zijn die de vergelijking met de lijnen
van vóór den oorlog (dus 16, 17, 18 jaar enz.)
kunnen verdragen, maar dat de jongere leeftijden
door korter in plaats van langer lijnen vertegen
woordigd zijn. Dit komt door een geleidelijkcn
achteruitgang in geboorteaantal, zooals in veel
landen van West-Europa aan te toonen is, maar
dat in Duitschland, vooral in de groote steden,
bijzonder opmerkelijk is, omdat men immers
vroeger (en ook ten onrechte nu nog) de
vruchtbaarheid van het Duitsche volk stelde tegen
over het uitstervende" Fransche volk.
Toch is er nog een geboorte-overschot in Duitsch
land, d.w.z. dat het aantal geboorten nog absoluut
grooter is, dan het aantal sterfgevallen. De bevol
king groeit dus nog aan. Maar houdt men er
rekening mee dat (zooals de figuur laat zien)
de leeftijden van 16 tot 31 jaar beter vertegen
woordigd zijn dan de andere leeftijden, dan volgt
hieruit dat er een overmaat" van vaders en moe
ders is, dus een grooter kans op geboorten, maar
dat dit voordeel verdwijnen zal zoodra de jongeren
op den huwbaren leeftijd komen, want deze jongeren
vertoonen immers een geweldig tekort in aantal,
zoodat in de toekomst het geboortecijfer auto
matisch, door gebrek aan vaders en moeders,
sterk zal dalen. Houdt men verder in het oog
dat de hoogere leeftijden thans relatief geringer in
aantal zijn dan bij een normale" bevolking (waar
van de omtreklijn in de figuur is ingeteekend)
dan is de sterfte abnormaal gering en alleen
daarom is er nog een geboorte-overschot. Als
men deze twee abnormale voordeelen in rekening
brengt, is er eigenlijk reeds geen geboorte
overschot meer in Duitschland en vormen de
Duitschers een afnemend volk. Typisch is dat
Frankrijk, waarbij reeds jaren lang geen geboorte
overschot meer is, de toestand betrekkelijk gun
stiger is doordat daar een vrijwel stationaire
toestand is ingetreden.
Het ergste is de toestand in de groote steden.
Berlijn heeft zoo'n laag geboortecijfer dat, als er
geen aanvoer meer plaats vond van het platteland
naar Berlijn, de Berlijnsche stadsbevolking, die
thans ongeveer 4 millioen bedraagt, in 1955 af
nemen zou tot 3 millioen, en over anderhalve
eeuw nog maar 90.000 zou bedragen ! !, om na 3
eeuwen tot 2000 geslonken te zijn. Zoo is het
weliswaar voor heel Duitschland nog niet, maar
het gaat toch dien kant wel uit.
Een der gevolgen van het geboortetekort der
Jaren
Mannen
Vrouwen?
VOCALEUM
VLOERBEDEKKING
1.83 MTR. BREED
PER METER
".95
O
LINOLEUM
VLOERBEDEKKING
t.83 MTR. BREED l
PER METER 1-45
l N L A l D
VLOERBEDEKKING
1.83 MTR. BREED rj
PER METER ^.4O
XKDE
ZONEN
De Duitsche bevolking in het jaar
oorlogsjaren is dat in de jaren 1929 tot 1934
minder leerlingen zich zullen aanbieden voor
opleiding in beroepen. Dat zal dus op den duur ook
een minder aanbod van arbeidskrachten mee
brengen, dus een vermindering der werkeloosheid.
In zooverre kan Ilitler succes hebben met zijn
bestrijding der werkeloosheid, maar slechts een
schijn-succcs als hij tenminste niet mér bereikt
dan langs dezen natuurlijken weg ook zonder
Hitler zou gebeuren.
Een ander gevolg is dat de samenstelling der
bevolking geleidelijk zal gaan in de richting van
fig. 2, waar volgens de Duitsche rijksstatistiek
de vermoedelijke toestand in 1975 is aangegeven,
liet ,,litteeken" van de oorlogsjaren is opgeschoven
maar nog zeer opvallend; de basis der figuur wordt
geleidelijk smaller in plaats van breeder. Er is dan.
een toenemend tekort aan jeugd, een toenemende
overmaat van ouden van dagen. Terwijl op 't
oogenblik op iedere honderd menschen, die nog
werken kunnen (gerekend van 15 tot (55 jaar)
slechts ner/en menschen boven 65 jaar vallen,
die door de anderen onderhouden moeten worden,
zullen er in 1900 reeds op iedere 100 werkers 15
grijsaards zijn, in 1980 minstens 22, misschien
zelfs 2ö. Het Duitsche volk dreigt dus een volk
van grijsaards te worden en daar dezen het eeuwige
leven niet hebben, volgt een stijging van het
sterftecijfer. De sterfte overweegt boven de ge
boorten, het volk sterft uit. Men rneene niet dat
deze verwachtingen te pess:misti-ch zijn, wsnt
reeds eeuler zijn de veiwaehtingen der rijks
statistiek betreffende het geboortecijfer voor te
pessimistisch verklaard en door de werkelijkheid
toch nog overt.roffi-n.
Nieuwe uitgaven
IIuiMS-Orii'nt-uiul-Mïttelmi'er
fahrtoii 15>3!{
De Hamburg Amerika-l.inie deed een bijzonder
goed verzorgd boekwerkje verschijnen betreffende
haar reizen naar de landen rond de Middellandsche
zee. Van Hamburg vertrekkende schepen, du-deze
vacantiei'eizen maken, naar Madeira. Spanje. /,
Frankrijk. Italië, Yougo-HIavië. (iriekenland,
l'alestinu. K.uypte en de Fransche mandaiitgebieden
van Noord Afrika. Ver.seliillende reizen /.ijii in dit
programma uitgestippeld; op verschillende data,.
liet boekje is zeel' goed geïllustreerd met groote
foto's en di' tekst is overzichtelijk.