Historisch Archief 1877-1940
No. 2811
De Groene Amsterdammer van 18 Maart 1833
16
Het einde van de crisis Spreek zaal
Hoe benutten wij het herstel
der conjunctuur ?
Wanneer loopt de crisis ten einde? Ziedaar de
simpele vraag, die dagelijks door het publiek pleegt
te worden gesteld aan hen, die door studie of be
roep in staat worden geacht, om een duidelijk
Antwoord te geven.
Een eenvoudig, duidelijk en precies antwoord
kan op die vraag echter niet worden gegeven.
Hst is mogelijk vrij nauwkeurig aan te geven,
wanneer de crisia begonnen is, zelfs hoe lang de
ineenstorting is voortgegaan, maar met eenige
nauwkeurigheid aan te geven, wanneer het einde
aal- komen, is niet mogelijk.
Is dan iedere gissing daaromtrent nutteloos en
is het oordeel van een leek in deze materie van
«venveel waarde, als dat van een deskundige?
WoSit aldus niet het failliet van de wetenschap
uitgesproken ?
De wetenschap stelt ons in staat ons een
betrekkeljjk juist beeld te vormen omtrent het ver
leden. Met behulp van die ervaring kan men the
orieën opstellen omtrent den loop der economische
gebeurtenissen. En niet die theorieën gewapend
is het mogelijk zich een richtsnoer te vormen om
trent de meest gewenschte ontwikkeling in de
toekomst. Is het mogelijk aan te geven, hoe men
behoort te handelen, om de gebeurtenissen ten
goede te beïnvloeden. Die toekomstige ontwikkeling
beheerschen of . voorspellen kan de wetenschap
echter niet.
De beste maatstaf om zich een beeld te vormen
omtrent de ontwikkeling van de conjunctuur ge
durende de geheele crisis en meer in het bijzonder
gedurende het laatste jaar, geven de volgende
indexcijfers betreffende de waarde der voornaam
ste fondsen op de beurs in die periode.
1929
1930
1931
1932
f Juni)
1932
(Decem
ber)
Banken
158
149
118
59
79
Handelsondern.
168
126
94
51
76
Indusstrie
433
265
107
89
116
Scheep
vaart
125
83
50
17
26
B
Met een oogopslag kan men uit deze cijfers
den fatalen invloed aflezen van de crisis op de
waarde der voornaamste fondsen op de beurs, de
meest gevoelige barometer van de conjunctuur.
Had ik de cijfers voor 1932 niet gesplitst in die
voor twee tijdstippen het hoogtepunt in Juni
en de cijfers van het einde van het jaar het beeld
zou uiterst somber geweest zijn, zonder een enkel
lichtpunt. De splitsing van die cijfers over 1932
geeft echter grond voor de verwachting, dat wij
het laagtepunt van de crisis overschreden hebben
en langzaam aan bezig zijn tot eenig herstel te
komen. Weliswaar heeft de bankcrisis in
NewYork de vorige week een nieiiwe daling teweeg
gebracht, maar die daling was op zichzelf
betrekkelrk gering in verhouding tot het herstel in 1932
en zij is weer door een gedeeltelijk herstel gevolgd.
NV ARMHEMSCHE HYPOTHEEKBANK
HYP KAPITAAL BESCHIKBAAR
'IRECTIE M* S.J.VAMZtJST-M1? J.F.VtRSTEEVEM
Men moet zich niet blind staren op de bovenste
rijen, die op zich zelf beschouwd een uiterst
droevigen indruk maken. Men moet evenmin op grond
van de verbetering, die uit de vergelijking van de
vierde en vijfde rij spreekt, zich te buiten gaan aan
ongemotiveerd optimisme. Maar men moet uit de
vergelijking van alle cijfers in hun verband de
conclusie trekken, dat er aanleiding is voor een
zeer bescheiden mate van optimisme.
Geheel denzelfden indruk krijgt men op andere
wijze. De conferentie van Lausanne heeft een
einde gemaakt aan de schulden van Duitschland
aan de geallieerden. Weliswaar is de voorwaarde,
waarvan de schrapping afhankelijk was gemaakt
het tegelijkertijd schrappen van de schulden van
de bondgenooten aan de Vereenigde Staten
nog niet vervuld, maar toch staat het vast, dat de
schulden van Duitschland aan de geallieerden niet
ingevorderd en niet betaald zullen worden.
Bovendien staan de kansen voor een vervulling
van deze voorwaarde niet zoo zeer van belang als
voorwaarde, maar als doel op zich zelf er goed
voor. Engeland en Amerika zijn daaromtrent in
overleg getreden en de andere mogendheden zullen
volgen. Het is ondenkbaar, dat dit overleg niet
tot eenig gunstig resultaat zal leiden. Dat is te
zeer het belang van beide partijen.
Zelfs valt er veel te zeggen voor het streven van
Roosevelt om deze regeling te koppelen aan het
herstel van den gouden standaard in Engeland en
aan een verlaging van de tariefmuren.
Alle drie dingen schrapping van de schulden,
herstel van den gouden standaard en verlaging
der tariefmuren zijn noodig. Elk ding op zich
zelf zou althans bij een der partijen groot verzet
ontmoeten. Koppelt men ze aan elkander, dan
ziet elk land niet alleen wat voor dat land zelf
op zich zelf beschouwd een nadeel schijnt, maar
tevens, wat ook op het eerste gezicht voor dat land
beschouwd een voordeel is.
Wat kan ons land doen, om het herstel van de
conjunctuur, wanneer deze stand houdt, te be
nutten ?
Direct kunnen wij op den gang der gebeurtenis
sen, die zich voornamelijk buiten onze landsgren
zen afspelen, slechts een zeer geringan invloed doen
gelden. Maar wij kunnen zorg dragen, dat wij,
als het herstel voortgang heeft, in staat zijn van
de voordeelen te profiteeren.
Wij moeten ons dus aanpassen aan een lager
welvaartsniveau, opdat wij, wanneer de vloedgolf
van het herstel opkomt, niet op een hoogte zitten,
die door het water niet wordt bereikt.
Met geen kunstmiddel, waardoor wij ons van
het buitenland onafhankelijk trachten te maken,
kunnen wij het gevaar afwenden. Dat mag op
n oogenblik, voor een beperkte groep een uit
komst schijnen, voor het geheele land en voor de
toekomst zijn de nadeelen grooter, dan de voor
deelen. Maatregelen van steun aan de werkloozen,
aan de takken van handel, industrie en landbouw,
die gevaar loopen geheel te gronde te gaan, zijn
voor zoover het mogelijk is daarvoor de middelen
te vinden verantwoord, mits zij duidelijk het
karakter dragen om voor een korten tijd de moei
lijkheden te overbruggen en niet tot strekking
hebben tegen te houden, wat toch onvermijdelijk is
Voor ieder land., zoowel als voor ieder individu,
schijnt de toestand, waarin het op een bepaald
oogenblik verkeert, stabiel te zijn. En toch is het
een essentieel kenmerk van het leven, dat de
toestand labiel is en zich voortdurend wijzigt.
Een streven, dat er op gericht is, alles wat be
staat, zoo mogelijk ongewijzigd in stand te houden,
is tot vruchteloosheid gedoemd. Men moet zich
aan de zich wijzigende omstandigheden weten aan
te passen.
De jeugdige, werklooze hoofdarbeiders
De werkloosheid onder de jeugdige Nederlandsche
,,intellectueele" arbeiders neemt schrikbarend toe. In
welhaast elke familie is er een"gym«a8ium.-»_H_B.S,- ot
Handelschooleindexaminandus, die -zonder betrekking
isr-zijn er oudere zonen, die ontslagen zijn, niet door
gebrek aan capaciteiten en prestatievermogen, maar,
zooals het in hun getuigschriften staat, door inkrim
ping onzer zaken".
Het eindelooze solliciteeren werkt uiterst
deprimeerend. Zonder individueele gevallen na te gaan, die door
bijzondere omstandigheden buitengewoon schrijnend
treurig zijn, kan men constateeren, dat de normale gang
van zaken vele, flinke jongens radeloos maakt.
Houdt die toestand op ? En wanneer ? Wanneer zal
het mogelijk zijn, dat men, in het bezit van eindexamen,
Mercurius diploma's, doctoraal Rechten een betrekking
krijgt ? Wanneer kan men aan verloven, trouwen
denken ?
Waaraan ligt de schuld van den tegènwoordigen toe
stand ? Wij peinzen ons suf. Doch kunnen geen nieuwe
motieven vinden.
We worden overstroomd met beschouwingen. Borah
zegt: ,,Voor alles geen inflatie van den Dollar". Korten
tijd later zegt de zelfde staatsman dat inflatie het
eenigste middel is om Amerika en de wereld er boven
op te helpen. Prof. Murray laat ter afwisseling den
volgenden dag z jn geluid hooren. Dr. Colijn weet zeker,
dat deze crisis een structureele crisis en geen normale is.
Dr. van Aalst deelt mede, dat we niet verder zullen
rollen, maar op een horizontaal vlak zijn aangeland,
alsof dit horizontale vlak een bemoediging voor ons is.
Jhr. de Jonge meent dat we alweer glijden. Roosevelt
heeft het Allotment Plan in petto, doch andere knappe
mannen beweren dat het ons niet zal helpen.
Dit bloemlezinkje zou zeer belangrijk verlengd kun
nen worden. Het heeft geen doel. We weten het immers
allen.
In Genève zijn eindelooze vergaderingen. Afwisselend
met derzelver verdagingen.
Het ligt niet in onzen aard in communisme, fascisme
en andere -ismen te vervallen.
De techniek schrijdt voort. Letterlijk en tevens in de
zin, dat zij de menschheid hoe langer hoe meer
beheerscht.
Men houdt ons zoet met het uitvinden van nieuwe
woorden: autarkie, technocratie, onderconsumptie.
Men verzekert ons dat de regeering het zoo moeilijk
heeft, wat wij niet tegenspreken. Men zegt, dat wij
werk krijgen als de opleving komt. Komt de opleving?
En krijgen wij dan werk ? Of komt de opleving, zonder
dat wij werk krijgen ?
Vele hoofdartikelen in uw blad vallen ons op door de
rustige, zelfbewuste bezonkenheid, waarmee zij zijn
geschreven. En ook lazen wij den Open Brief van uw
hoofdredacteur aan Hoover. Zou hij de moeite willen
nemen onze vragen te beantwoorden ? Wie de schuldigen
zijn of wat de schuld draagt van den tegènwoordigen
toestand interesseert ons minder dan de vraag: Wanneer
krijgen wij werk ? Want werk daar gaat het ons om.
J. J. v. V.
(Van redactiewege bekort. Men zie het artikel hier
nevens) .
Van dat gezichtspunt uit bezien s ij n aan een
crisis ook voordeelen verbonden. Wat minder ge
schikt is, valt af, en wat grootere waarde heeft,
krijgt de gelegenheid zich verder te ontwikkelen.
Wie geen werk heeft, moet niet moedeloos lij
de pakken neerzitten in afwachting tot het werk
hem in den schoot wordt geworpen, maar hij moet
de gelegenheid, dat hij vrijen tijd heeft, benutten,
om zich verder te ontwikkelen en te bekwamen.
opdat hij sterker zal staan, wanneer een nieuwe
werkgelegenheid zich voordoet.
Dat is niet een gemakkelijke oplossing, dat is
geen universeel geneesmiddel, maar dat is het
eenige middel, dat er is, en dat men dus bij gebrek
aan beter, moet aanvatten.
A. C. .TOSEPHUS JITTA
DE DESTEVARINAS
y
*.