Historisch Archief 1877-1940
",
*.-,
K. Araguez
Teekeningen J. F. l>oeve
.4 snapper-up of unmnsidered
trifles....
Shakespeare, Winier's Tale.
Het is mij opgevallen dat men de
laatste jaren, onder anderen, hoe
langer hoe minder noten kraakt,
hoewel er toch minstens even veel
noten te kraken zijn als vroeger. Zoo
niet meer.
Oudtijds wilde een goed gebruik
dat er al natafelend noten gekraakt
werden. Benig geblader leert den
woetgierigen mensen dat notenkraken
van de Grieken tot onze grootvaders
een erkend onderdeel van de
tafelplechtigheden was. En terecht. No
tenkraken verzet den geest, vergt
geduld en behendigheid, de mannelijke
kracht krijgt schoone kansen zich te
toonen bij ontstentenis van een note
kraker, en aangezien men zelfs4n de
best ingerichte gezinnen zelden meer
dan n notenkraker vindt, krijgt ze
die te over; tenslotte verhoogt de
noot den smaak van het laatste glas
wijn, en ze heeft vele andere eigen
schappen die haar in eere houden,
waarover weldra nader.
Den laatsten tijd echter verkoopt
men gekraakte noten; of zoo gezegd
gepelde noten. Weliswaar zijn ze niet
gepeld, ze zijn van hout, maar niet
van vlies ontdaan, en veelal gemengd
met uitheemsche leden van de familie,
als daar zijn kókeliko's, Brazielnoten,
amandelen, en zelfs apenoten. Wat
?zeg ik, zelfs met rozijnen. Daar heeft
men nu weer een van die vele
onbeteekenende teekenen van het verval
dezer eeuw. Wie, ik vraag het ieder
die ooit een notekraker hanteerde,
wie waagt het zulk een moderne
confectie-noot, zelfs maar te vergelijken
bij een persoonlijk gekraakt en ge
pelde? De nieuwlichterige noot, om
haar maar ineens als dusdanig te
brandmerken, smaakt wee en zoet,
er is geea kraak en geea smaak aan,
en het eene ons smaakt alevenwel
precies als het andere, te weten slecht.
De versch gekraakte en gepelde
noot daarentegen heeft, stuk voor
stuk, een eigen smaak. Een zeer
eigenaardigen, onmiskenbaren, essentiëelen
smaak, een bij iedere noot verschil
lenden zweem van herf stgeur, een lichte
bitterheid, waarin toch iets zoets is.
De eigenhandig gepelde noot
vergeef mij de zonderlinge vergelij
king, heeft iets in haar smaak dat
overeenkomt met de aanblik van
meubels die lang in de familie zijn.
Ze smaakt zeer aardsch en toch
ook weer anders. Wanneer de peer ?
als de saprijkste herfstvrucht een eten
voor smulpapen mag zijn, dan is de
noot, de droogste vrucht van den
herfst, een eten voor wijsgeeren.
Men eet in haar eigenlijk meer
geur dan vrucht; er is nauwelijks
Reeds bij de Grieken,
een vrucht, die in zoo kleine hoeveel
heid, zoo veel goeden smaak bezit. Nu
is, gelijk reeds meer werd opgemerkt,
de peer in verval, gelijk de appel
en wie het niet erkent, wordt, als
voorheen, verzocht zes soorten appels
en peren te noemen. Nietwaar? Dus
is de peer en de appel in verval,
vandaar dat iedereen ze Amerikaansch,
of in blik koopt, en niet weet wat hij
mist. Maar terzake, over de noot.
De noot is een vrucht die, als ze
gekraakt wordt, veel openbaart. Ten
tijde dat ik voor het eerst verloofd
was, noodde mijn grootmoeder ons ten
eten, en op de natafel stonden noten.
Den volgenden dag zei zij ernstig:
..dat is geen meisje voor jou, Karel
Araguez. Zij heeft al je noten gepeld
en jij geen enkele. Zooiets doet een
gezonde vrouw niet." Het bleek waar,
maar eerst veel later heb ik deze les
in notenkraken begrepen.
Op gevaar af allen notenkrakers
het notenkraken te bederven merk
ik dit op, als ervaring van vele jaren:
Zoodra aan een natafel noten gekraakt
worden, kraakt een man noten voor
een vrouw, of andersom. Het is zeer
zeldzaam dat beiden beurtelings en
voor elkaar noten kraken. Men zegt
nu eenmaal, in deze alles ontledende
eeuw, dat er in de liefde altijd een is
die geeft, en een die neemt, een die
de duizend kleine zorgen op zich neemt
en geeft, en een die de duizend kleine
zorgen aanneemt als waren zij niets,
en neemt. Het notenkraken is hier
van een onherroepelijk voorbeeld.
Zet zes van uw vrienden en vrien
dinnen rondom een schotel noten, en
ge leert meer van hen dan uit vele
onzekere confidenties. Tien tegen een
dat er drie gaan notenkraken, en
drie gaan noten-eten.
En daar hebt ge de wereld, inder
daad, ,,in a nutshell", al is het dan
een gekraakte.
(Slot op patj. 20)