De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 18 maart pagina 19

18 maart 1933 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

", *.-, K. Araguez Teekeningen J. F. l>oeve .4 snapper-up of unmnsidered trifles.... Shakespeare, Winier's Tale. Het is mij opgevallen dat men de laatste jaren, onder anderen, hoe langer hoe minder noten kraakt, hoewel er toch minstens even veel noten te kraken zijn als vroeger. Zoo niet meer. Oudtijds wilde een goed gebruik dat er al natafelend noten gekraakt werden. Benig geblader leert den woetgierigen mensen dat notenkraken van de Grieken tot onze grootvaders een erkend onderdeel van de tafelplechtigheden was. En terecht. No tenkraken verzet den geest, vergt geduld en behendigheid, de mannelijke kracht krijgt schoone kansen zich te toonen bij ontstentenis van een note kraker, en aangezien men zelfs4n de best ingerichte gezinnen zelden meer dan n notenkraker vindt, krijgt ze die te over; tenslotte verhoogt de noot den smaak van het laatste glas wijn, en ze heeft vele andere eigen schappen die haar in eere houden, waarover weldra nader. Den laatsten tijd echter verkoopt men gekraakte noten; of zoo gezegd gepelde noten. Weliswaar zijn ze niet gepeld, ze zijn van hout, maar niet van vlies ontdaan, en veelal gemengd met uitheemsche leden van de familie, als daar zijn kókeliko's, Brazielnoten, amandelen, en zelfs apenoten. Wat ?zeg ik, zelfs met rozijnen. Daar heeft men nu weer een van die vele onbeteekenende teekenen van het verval dezer eeuw. Wie, ik vraag het ieder die ooit een notekraker hanteerde, wie waagt het zulk een moderne confectie-noot, zelfs maar te vergelijken bij een persoonlijk gekraakt en ge pelde? De nieuwlichterige noot, om haar maar ineens als dusdanig te brandmerken, smaakt wee en zoet, er is geea kraak en geea smaak aan, en het eene ons smaakt alevenwel precies als het andere, te weten slecht. De versch gekraakte en gepelde noot daarentegen heeft, stuk voor stuk, een eigen smaak. Een zeer eigenaardigen, onmiskenbaren, essentiëelen smaak, een bij iedere noot verschil lenden zweem van herf stgeur, een lichte bitterheid, waarin toch iets zoets is. De eigenhandig gepelde noot vergeef mij de zonderlinge vergelij king, heeft iets in haar smaak dat overeenkomt met de aanblik van meubels die lang in de familie zijn. Ze smaakt zeer aardsch en toch ook weer anders. Wanneer de peer ? als de saprijkste herfstvrucht een eten voor smulpapen mag zijn, dan is de noot, de droogste vrucht van den herfst, een eten voor wijsgeeren. Men eet in haar eigenlijk meer geur dan vrucht; er is nauwelijks Reeds bij de Grieken, een vrucht, die in zoo kleine hoeveel heid, zoo veel goeden smaak bezit. Nu is, gelijk reeds meer werd opgemerkt, de peer in verval, gelijk de appel en wie het niet erkent, wordt, als voorheen, verzocht zes soorten appels en peren te noemen. Nietwaar? Dus is de peer en de appel in verval, vandaar dat iedereen ze Amerikaansch, of in blik koopt, en niet weet wat hij mist. Maar terzake, over de noot. De noot is een vrucht die, als ze gekraakt wordt, veel openbaart. Ten tijde dat ik voor het eerst verloofd was, noodde mijn grootmoeder ons ten eten, en op de natafel stonden noten. Den volgenden dag zei zij ernstig: ..dat is geen meisje voor jou, Karel Araguez. Zij heeft al je noten gepeld en jij geen enkele. Zooiets doet een gezonde vrouw niet." Het bleek waar, maar eerst veel later heb ik deze les in notenkraken begrepen. Op gevaar af allen notenkrakers het notenkraken te bederven merk ik dit op, als ervaring van vele jaren: Zoodra aan een natafel noten gekraakt worden, kraakt een man noten voor een vrouw, of andersom. Het is zeer zeldzaam dat beiden beurtelings en voor elkaar noten kraken. Men zegt nu eenmaal, in deze alles ontledende eeuw, dat er in de liefde altijd een is die geeft, en een die neemt, een die de duizend kleine zorgen op zich neemt en geeft, en een die de duizend kleine zorgen aanneemt als waren zij niets, en neemt. Het notenkraken is hier van een onherroepelijk voorbeeld. Zet zes van uw vrienden en vrien dinnen rondom een schotel noten, en ge leert meer van hen dan uit vele onzekere confidenties. Tien tegen een dat er drie gaan notenkraken, en drie gaan noten-eten. En daar hebt ge de wereld, inder daad, ,,in a nutshell", al is het dan een gekraakte. (Slot op patj. 20)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl