Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMM
Weekblad voor Nederland
Onder hoofdredactie van .A. C. Josephus Jitta
Redacteuren: L. |. Jordaan, F. G. Scheltema en M. Kann. Secretaris der redactie: G. F. v. Dam
Keizersgracht 355, Amsterdam G. * Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000
Ongericht in 1877
No. 2912
Zaterdag 25 Maart 1933
Het centrale probleem
Bewapening, tarieven en oorlogsscb
lden zijn symptomen van hetzelfde pro
bleem: -wanbegrip der volkeren omtrent
ban onderlinge afbankelykheld
Op het oogènblik, dat de
ontwapeningsconfe.rentie na meer dan een jaar over allerlei details
gedebatteerd te hebben op het punt stond uiteen
te gaan zonder vrijwel eenig resultaat bereikt te
hebben, of alleen een schijnresultaat, heeft de En.
gelsche premier MacDonald aan de ontstelde we
reld een greintje hoop hergeven door zijn in bijzon
derheden uitgewerkt ontwapeningsplan. Dat plan
is vrijwel onmiddellijk gevolgd door een plan van
Mussolini.
Deze plannen beoogen elkander aan te vullen.
.Mussolini houdt zich slechts bezig met een aan
vulling van het Kellogg-Pact, een plan, dat dient
om den vrede te waarborgen. MacDonald strekt
zijn zorgen slechts uit tot een symptoom van het
oorlogsgevaar: de bewapening. De leer, die vóór
1914 opgeld deed, dat men zich wapende om den
A'rede te waarborgen, heeft afgedaan. Men heeft
leeren inzien, dat, wanneer de volkeren zwaar be
wapend tegenover elkander staan, slechts een
vonkje noodig is, om het kruit te doen ontbranden.
Het is de verdienste van het plan van MacDo
nald, dat het concreet en in bijzonderheden aan
geeft, in welke mate alle mogendheden haar be
wapening moeten beperken. Die gedetailleerde uit
werking levert echter tevens een groot gevaar op.
Elke mogendheid zal verlangen, dat die details
nauwkeurig in de commissies van de conferentie
van Genève bekeken worden. En loopen wij dan
niet weer groote kans vast te loopen, als tot dus
verre ?
Het meest opvallende kenmerk van het
planMac Donald is, dat het Duitschland een bewape
ning toestaat, die slechts heel weinig verschilt van
zijn aartsvijand Frankrijk. Niet alleen, dat het leger
van 100.000. man mag worden uitgebreid tot
200.000 man, maar voor dat laatste leger geldt
slechts een diensttijd van 8 maanden, tegenover de
12 jaren van het oude leger. Dat lijkt op het eerste
gezicht een beperking, en wordt door sommigen
ook als een beperking beschouwd, maar het is in
werkelijkheid een zeer aanzienlijke uitbreiding,
omdat het nieuwe plan Duitschland in staat zal
«tellen in geval van oorlog een geoefend leger, dat
«enige malen 200.000 man sterk is, op de been te
brengen.
Tegenover deze geweldige concessie zinken de
beperkingen ten aanzien van de vloot, de vlieg
tuigen en het kaliber der kanonnen in het niet.
Toch was deze concessie op den duur on vermij
delijk. Nadat de bezetting van het Rijnland was
opgeheven, Duitschland tot den Volkenbond was
toegelaten, de oorlogsschutóen om zoo te zeggen
waren geschrapt en in beginsel de rechtsgelijkheid
van Duitschland was erkend, was het onvermij
delijk, dat Duitschland de vrijheid zou krijgen om
zich op gelijken voet als andere landen te bewa
penen.
Dat Mussolini, de eerste staatsman van een der
geallieerde mogendheden, die heeft erkend, dat
het verdrag van Versailles herzien moest worden
met het voorstel van MacDonald accoord zal gaan,
ligt voor de hand. Merkwaardiger is, dat Frankrijk,
dat zijn positie ten opzichte van Duitschland aan
zienlijk verzwakt ziet, van het plan van MacDo
nald niet geheel afkeerig schijnt te zijn.
Ten aanzien van de handhaving van den vrede
en de vermindering van de bewapening ziet de
wereld er door de plannen van MacDonald en
Mussv '
solini iets hoopvoller uit, dad-enkele weken geleden.
?Dit zijn echter slechts enkele symptomen van de
kwaal waaraan de wereld lijdt; het wanbegrip der
volkeren omtrent hun onderlinge afhankelijkheid.
De gedachte, dat men door Duitschland te verne
deren, door het te ontwapenen, door het eenige
generaties lang in een soort van economische sla
vernij te brengen, de rust in de wereld zou herstel
len, is bezig te verdwijnen.
Het is echter niet-voldoende, dat deze verkeerde
gedachte wordt uitgeroeid. Noodig is, dat de tegen
overgestelde gedachte, dat de opbouw van de we
reld slechts door de samenwerking der volkeren
mogelijk is, toepassing begint te vinden.
De voornaamste taak van de ontwapenings
conferentie te Genève is op het oogènblik gewor
den, de baan vrij te maken voor de economische
conferentie van Londen. Wanneer het werk in
Genève vast liep, scheen het onmogelijk het nog
veel belangrijker werk in Londen te beginnen.
Daar moet alle hoop gevestigd worden op het
initiatief van Roosevelt. Onverwacht heeft
Roosevelt zijn nieuwe functie moeten aanvangen met het
oplossen van de bankcrisis. Dat dit zoo betrekkelijk
snel met succes is geschied, heeft zijn positie in
het binnen- en buitenland aanzienlijk versterkt.
Dat zal hem de kracht geven om het vraagstuk
van de schrapping van de schulden en de verlaging
van de tarieven tegelijkertijd aan de orde te stellen.
Dat is het centrale probleem, dat moet worden
opgelost om tot herstel te komen.
Wie het onderling verband van de groote
inter- nationale problemen, waarmede de wereld op dit
oogènblik worstelt, ziet, zooals het hierboven is
Inhoud:
10
13.
14.
15.
16.
17
19.
20.
Mr. A. C. Josephus Jitta, Hel tentrale
probleem.
Dr. M. van Blankenstein, Hitler kéeidam.
L. J. Jordaan, Kuttur.
Melis Stoke, Op de Jaarbeurs, teekeningen
Harmsen van Beek.
Prof. J. Ooudriaan, Spreekzaal. B. van
Vlijmen, Pact van vier.
Jan van Nijlen, Fransche toeken.
Dr. P. van Olst, Wetenschappelijke varia.
Constant van Wessem, Muziek. J. F. Doeve,
Jaeunette Mac Donald.
11. L. J. Jordaan, Bioscppy. A. E. v. d. Tol,
Fototentoonstelling. Mr. E. Elias, Boekbespre
king.
A. E. v. d. Tol en A. Plasschaert, Schilderkunst.
Hoe anderen ons zien.
Mr. Evert Straat, Technocratie.
Alida Zevenboom, Croqaante croquetjes. Mr. F.
Coenen, Kunstenaars in de crisis.
M. J. Sanders, Met den pungel op den nek,
teekeningen Rachel Pellekaan.
Uit het kladschrift van Jantje. Charivarius,
Ru ize'rijm.
Letterraadsel. Charivaria.
Omslag: Spelproblemen
geschetst, moet wel tot de conclusie komen, hoe
uiterst gering de invloed is, dien Nederland in deze
kan aanwenden.
Het voor sommige landen moeilijk te aanvaar
den voorstel van MacDonald biedt voor ons land
geen bezwaar van eenige beteekenis. Het aantal
vliegtuigen, dat ons is toegestaan, is voor Indiëen
Nederland te zamen te gering. Er zullen nog wel
enkele andere oneleganties" zijn, zooals Minister
Beelaerts van Blokland het uitdrukte, die wij ge
wijzigd willen zien. Maar het leger, dat wij mogen
hebben, is grooter dan de lichting, die jaarlijks
onder de wapenen komt.
In een zelfde positie verkeeren wij, wat onze
economische bewapening betreft, op het gebied
van de handelspolitiek. Wij hebben in de laatste
jaren door tariefsverhooging, door
contingenteering en door steun aan den landbouw onze offers
gebracht op het altaar van den tijdgeest. Maar wij
hebben dat in geringere mate gedaan dan andere
landen, bovendien slechts als maatregel van ver
weer en wij hebben mede het initiatief genomen tot
de verdragen van Oslo en Ouchy, die, naar men op
dit oogènblik kan nagaan, op de internationale
economische conferentie zullen blijken het eenige
positieve plan te zijn, dat ter tafel ligt, om de we
reld uit den chaos te leiden.
Wij hebben gedaan, wat wij konden. Wat kan
men in alle redelijkheid meer verwachten?
A. C. JOSEPHUS JITTA