De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 25 maart pagina 2

25 maart 1933 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

?e- s De Groene Amsterdammer van 25 Maart 1933 No. 2912 Hitler keerdam? Dr. M. van Blankenstein st t, " Een gevaarlijke illnssle Er gebeuren in Duitschland dingen die men als nette Hollander werkelijk niet meer goed kan ver dedigen. Men is reeds aan zijn fatsoen verplicht liet hoofd te schudden over allerlei dat daar den joden wordt aangedaan; maar men troost zich ermede dat het Wel niet zoo erg zal zijn als de be tichten ons willen doen gelooven; waarbij men ijverig over het hoofd ziet dat die berichten niet meer melden dan Wat een felle censuur den bladen Veroorlooft mede te deelen. Wie tusschen regels weet te lezen en dat is nu een volstrekte nood zakelijkheid kan aanduidingen vinden om van - te huiveren. Hiermede zij echter allerminst gezegd, dat de zeer gruwelijke verhalen die ook in ons land van zekere zijde worden verspreid, grif geloofd kunnen worden. Waar de normale berichtgeving zoo gemuilband is als op dit oogenblik in Duitsch land, tiert welig de onderhandsche sensatie. Het ligt dan aan den toehoorder wat hij ervan gelooven wil; en toehoorders die van ambtswege op sensatie uit zijn gelooven het meest mogelijke. Er is ook nog een andere bron van sensatie: de vluchtelingen. Hun verhalen zijn gekleurd door de vrees die hen uit hun land heeft gejaagd. Na deze Waarschuwing moeten wij toch weer eeggen: wij kunnen maar een zeer onvolledige ken nis verwerven van de feiten die in Duitschland gebeuren. Ben desperate, ten deele in ruige straat gevechten geoefende jeugd, die men gevoed heeft toet bloeddorstige redevoeringen en liederen is op een deel der bevolking losgelaten. Zij heeft zich jaren geleden reeds, toen zij een tijd lang de straten van München kon terroriseeren, soms ergerlijk misdragen; zij heeft ook later te Berlijn, waar zij de straat nog niet beheerschte, de lafhartige jodentelletjes op den Kurfürstendamm aangericht. Mi heeft zij op last van haar leider Goering, en «pder de vociferaties van haar leider Goebbels, (jjdelijke vrijheid van handelen gekregen. Zij mocht Aanvankelijk, en op vele plaatsen nu nog, bij wat «Q ook deed, niet door de politie worden gehinderd; dat zij niet heel zachtzinnig zou optreden kon men te voren weten. Wat er ook verzwegen zij, het is zeker nog meegevallen. Wij zullen hierover niet verder in bijzonder heden treden maar komen op de opvatting van vele Nederlandsche hoofdschudders terug. Bij dat hoofdschudden houdt hun critiek dan op. Nu ja, daarvoor is het revolutie; men heeft het wel erger beleefd. Het is de revolutie van Hitler, onder toe zicht van Hindenburg, die wel onpleizierige kanten heeft, maar diétoch dit groote, omwaardeerbare voordeel heeft: zij houdt opruiming onder de marxisten. Dit is ten slotte het belangrijke: zij Werpt een dam op tegen het communisme. Achter dien dam voelt men zich in deze landen zoo veel te veiliger. Menigeen was in de laatste jaren alrijkelijk zenuwachtig geworden. Malaise en zekere ge beurtenissen hadden dat verergerd. Zooveel geroep om de ijzeren vuist, zooveel geweeklaag over de slapte van ons geslacht als wij thans dagelijks kunnen hooren, het verrijzen van zooveel aspirantMussolini's, aspirant-Hitlers, aspirant-Napoleons ; - zooveel neiging tot verdere versplintering der natie onder geroep om eenheid, dat zijn bij elkaar heel veege teekenen. Er was een stemming ontstaan die naar geruststelling snakte. Die geruststelling meent men nu gevonden te hebben in hetgeen er in Duitschland gaande is. 'Dat is wellicht het uiterste van verdwazing in deze dagen. Ik heb in den wilden zomer van 1917 te St. Pe tersburg, ter plaatse het bolsjewisme met vallen en opstaan, maar zichtbaar onweerstaanbaar naar voren zièh komen; rk-heb de Duitsche republiek in de eerste maanden van haar bestaan te Berlijn zien worstelen met het spartakisme; ik heb den strijd 'met 'het" "bolsjewisme in Polen gezien, in de Baltische land en en ik heb het Bu ssisch communisme in heerschappij uitvoerig kunnen bekijken. Op die wijze heb ik-indrukken te over verzameld over omstandigheden die al dan niet kansen scheppen voor het communisme, over samenlevingen die al dan niet een voedingsbodem er voor kunnen vor men. Daarom heeft mij veel communistenvrees steeds dwaas en menigmaal zelfs lafhartig geleken. Br zijn lieden geweest, en er zijn er nu meer dan ooit, die overal de roode hand van Moskou in stilte aan het werk zien, die overal de agenten van Mos kou ruiken. Niets is vleiender voor de bolsjewiki dan de onbegrensde behendigheid, de zeer superi eure slimheid, en het vermogen om de intelligentste menschen in hun dienst te krijgen, die men hun toeschrijft. Maar zij verdienen slechts heel weinig van den onvrijwilligen lof die hun op deze wijze ten deel valt. Hun grootste steun, ja hun beste propagandamiddel is vaak deze zenuwachtige, met spokenvrees behepte bestrijding geweest. Deze contrapropaganda" heeft nooit iemand van het communisme afgehouden, maar is wel de onvrij willige en schromelijk overdrijvende verkondigster van zijn macht, van zijn alomtegenwoordigheid geweest. Het is niet te loochenen dat de beweging van Hitler, nut heeft gehad^als afleiding van den groei van het communisme in Duitschland. De wanhoop in dat land was zoo groot, dat het inderdaad een zeldzaam goeden voedingsbodem ervoor moest gaan opleveren. Ook onder de jonge arbeiders, maar onder hen niet voornamelijk. Hun heeft het leven nog herhaaldelijk kansen geboden en hen hoeft de toekomst niet radeloos te stemmen, hoe bitter ook het heden zij. Die voedingsbodem is voornamelijk te vinden in het steeds aangroeiende, verloren ge slacht van jonge intellectueelen en semi-intellectueelen, voor wie er geen uitkomst is in Duitsch land, wier bestaan even hopeloos was in de perio den van oeconomische opflikkering voor 1923 en van 1924 tot 1928 als in de slechte tijden sedert den oorlog. Een gedeelte van dit geslacht heeft echter het contact met de gevoelens, die het tijdens den oorlog bezielden, niet verloren. Naast de Russische rraseologie heeft een nationa listische fraseologie steeds gebloeid. Deze twee vormen van fraseologie vormden een tegenstelling in de georganiseerde wanhoop, maar gelijk was voor beide vormen het streven naar eenheel andere maatschappij. De communisten hadden het voor deel en het nadeel tegelijkertijd van schoonklinkende maar zeer ingewikkelde theorieën die een paar generaties van geleerden hadden uitgewerkt; deze hadden hun bekoring voor gecompliceerde geesten met roeping voor leider. De nationaalsocialisten hadden feitelijk geen enkele theorie, slechts leuzen, maar leuzen die weerklank vonden in oude, hereditaire gevoelens. Beiden beloofden feitelijk vrijwel het zelfde, een nieuwe wereld zon der de gebreken van de tegenwoordige, een van het kapitalisme bevrijd socialisme. Het Hitlerianisme heeft verhinderd dat de ellende kon samenvloeien in n enkele, gevaarlijke zware golf van bolsjewisme. Het heeft groot nut gehad van splitsingsverschijnsel te zijn waar n heid noodlottig had kunnen worden. Dat nut heeft het gehad voor de Duitsche samen leving tot het oogenblik waarop het de macht ver overde; toen veranderde het tafereel. Dat hebben zij, die bij ons zich nu veilig wanen, niet opgemerkt. Zijn macht om het communisme blijvend afbreuk te doen moest eindigen op het oogenblik waarop het de macht verkreeg tot politioneele vervolging der communisten. Toen werd het hoog spel! Het is dwaasheid te gelooven dat men het com munisme kan uitroeien door het te verbieden en te vervolgen. Bismarck heeft reeds anders ervaren met de socialisten. Moskou kan niet ontevreden zijn met hetgeen er nu geschiedt. Toen men Goering vroeg of de vriendschap tusschen Rusland en Duitschland verbroken zou worden heeft hij zooals met zekerheid te verwachten viel ont kennend geantwoord. Het gaat ons niet aan wat de Russen bij zich thuis doen, en de Russen niet wat wij in ,,eigen huis verrichten", antwoordde hij, voor den eersten keer Real-Politiker",. Maar hij vergiste zich voor de helft. De Russeninteresseeren zich gloeiend voor hetgeen in Duitschland geschiedt; en met goede reden. Zij interesseeren zich weinigvoor hetgeen de Duitsche communisten weder varen. Wat hebben zij zelf Russische communisten laten wedervarenl Maar voor h«n is dit van belang: De zegepraal van Hitler heeft het Duitsche volk de keus opgedrongen het socialisme in een van zijn twee hier boven geschetste vormen te accepteeren. Er is een wedloop geweest tusschen die twee en Hitler heeft het nu gewonnen. Hem heeft men de vesting van de oude wereldorde binnen gelaten en daardoor heeft hij haar kunnen veroveren. Met hem heeft het radicalisme er zijn intocht gedaan. Daar buiten ligt zichtbaar en onzichtbaar, reëel of poten tieel, het andere radicale leger,met de onverzwakte verwachtingen. Een dergelijk leger beetaatuitleiders en mogelijkheden, de aanhang is altijd toevallig en als vlugzand. De oude verdedigers, die de ves ting hadden moeten en kunnen houden zonder het woord moet er uit:?verraad in eigen gelederen, zijnuithetspel.De verrader, die echterniet wist wat hij deed en zelfs aan een eigen krijgslist geloofde, is von Papen geweest. Ik heb hem hier al vroeger een welmeenend, naief, maar gevaarlijk man genoemd. Nu moet Hitler vertoonen wat hij kan. Vier jaren heeft hij voor zich opgeëischt, dan moet het Duit sche Rijk in oud aanzien en oude welvaart zijn her steld. Een program heeft hij er nog niet voor, hij belooft slechts het anders en beter te maken. En zijn volgelingen, in de psychose van den strijd, in de dronkenschap van het lan, gelooven hem. Aldus hebben de Duitschers hun keizer, de Russen hun tsaar geloofd en gevolgd in 1914, niet anders, niet zwakker. Duitschland heeft 8 of 9 millioen werkloozen, waarvan vermoedelijk tenminste drie millioen geen werk meer zouden kunnen vinden al werd de toe stand als in 1927, omdat zij door de machine over bodig geworden zijn. Het denkbeeld bijv. de helft van de werkloozen in de agrarische productie over te brengen om dan verder dragelijk te leven is van een verbluffende naïviteit, waarover wij hier niet hoeven te praten. Hitler had een programpunt, de autarkie, die op dergelijke plannen berustte. Daarvan heeft hij, zoo heet het, het onmogelijke ingezien. Er moet dus een nieviw plan komen. Zal dat gegarandeerd slagen, onverschillig hoe de con junctuur in de wereld is? Wij moeten aannemen dat Hitler tot een wonder in staat is, of wij moeten aannemen dat hij de zijnen moet teleurstellen. Zij kunnen niet allen in ambten worden geholpen. Hitler moet dan ook in het lot vervallen van ontevredenheid te wekken; hij zal onvermijdelijk zijn aanhangers teleurstellen en hen toegankelijk maken voor andere, radicale beloften. Het leger ligt al voor de vesting. Een ander is er niet meer. Dit is het hooge spel. Hitler moet slagen in datgene waarvoor hij nog geen goed uitgewerkt program heeft, en dat ook geen van de heerschers in de wereld buiten hem zou vermogen. Anders gaan de legioenen die hij van het oude leven heeft losgemaakt, van hem weg naar het andere radicale kamp. Het is puur doctrinarisme geweest als Duit sche socialisten ervan hebben gesproken dat nu een gemeenschappelijk front met de communis tische arbeiders noodzakelijk was. Dit was geen practische mogelijkheid. Slechts Nazi's en commu nisten hebben met elkaar te doen, zij het ook als vijanden. Het zijn twee legers, waarin positieve leuzen de radeloosheid van een volk uitdrukken. Wie in een van die legers losgeschud is van zijn oude voorstellingen, los van de oude maatschappij, zal als hij zijn leger verlaat in de meeste gevallen nog slechts heil vinden in het andere leger; voorzoover tenminste hun nationaal-socialisme echt eii geen modegril was. De Duitsche kindertjes, die zelfs in Nederland deftige woonkamers binnen stappen en nu even keurig Heil Hitler" groeten als zij vroeger hun Knicks" maakten, hebben dat niet noodig; wel zij die inderdaad de bittere nood gedreven heeft. De dam is niet veilig. En nu is hij toch waar schijnlijk het eenige dat ons van den rooden vloed in Duitschland scheidt. Het is een experiment dat ik liever niet gezien had. Het is een schouw spel, niet voor goden, maar voor minder ethische machten, om nette Nederlanders, nadat zij plichtgetrouw hun hoofd hebben geschud, innerlijk zich te zien verheugen over de overwin ning van het revolutionaire radicalisme in Duitsch land.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl