De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 25 maart pagina 4

25 maart 1933 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 25 Maart 1933 No. 2912 Op de Jaarbeurs 2 w' Melis Stoke Tcekcnlnsjen Haringen van Beek Ze nestelen zich Een sprekende" affiche, voorstellend een reus* aohtige gevleugelde nul, heeft van heinde en ver démenschen bijeengeroepen tot de zooveelste Ufcpechtsche Jaarbeurs. En ook uw correspondent hé«ft aan dien oproep gehoor gegeven. Niet omdat hq iets wilde koopen of verkoopen, maar ónidat bjj .*i«h nauwelijks kon voorstellen dat andere mwMeben n buitengewone gretigheid zouden aan den dag leggen om in deze benarde tijden handelstransacties met elkander aan te gaan. Aan den anderen kant kon hij zich ook niet voor stellen dat de nul op het aanplakbiljet een grimmige toespeling zou' zijn op zulk een gedachterigang'. Teneinde nu door persoonlijke waar neming het een en ander te verifieeren, begaf ik: mij naar Utrecht. , ?Deze gemeente ontleent aan het geografisch feit dat ze in het midden van ons zoo grillig gevormd land ligt, de stoutmoedigheid om zich permanent bereid te stellen als ontmoetingscentrum van Nederlanders. /Weliswaar zün de straten nauw en krom, en warden ze bovendien nog voortdurend verstopt dcjor een enorme politiemacht die iedereen in den weg loopt, maar wanneer men het wezenlijk cehtrum van den handel bereikt heeft staat men toch verbaasd voor den omvang der gebouwen. Ditmaal zijn daarin, den nood der tijden ten spijt, bijna vijftienhonderd monsterkamers gevestigd. Gerekend op een gemiddelde van drie personen per uitstalling komt men tot een totaal aantal van 4500 faandelslieden die qualitate qua het complex bevolken in afwachting van andere duizenden waaruit ze hun clientèle moeten betrekken. Men behoeft nog heelemaal geen Amerikaansch statisticus te zijn om te kunnen nagaan dat voor de voedering etc. dier verkoopers een goede twaalf duizend gulden per dag moet noodig zijn, ongerekend de kosten van standhuur, verlichting enz. inhearent aan zulk een tentoonstelling; en dit alles vermenigvuldigd met het niet onaanzienlijk aantal beursdagen vertegenwoordigt een som van belang die de handel voor dit instituut blijkt over te hebben. Om nog niet eens te spreken van alle moeite die er aan besteed wordt. Wat mij het meest imponeerde was de vijfde en hoogste tage. Toen ik daar arriveerde zag ik onafzienbare reeksen meubeluitstallingen en het duizelde mij toen ik bedacht hoeveel honderden fauteuils, bedden, kasten en dressoirs gansch die hoogte waren opgesjouwd, om een paar weken later, als bij een monsterachtige domiciliewisseling, weer naar beneden gelaten te worden. In deze afdeeling trof mij hetzelfde schouwspel dat ik elders gezien had. Eindelooze winkelstraten ging ik langs, en in elke winkel zaten of stonden eenige heeren en dames. Aangezien winkel en kantoor, plus nog woon ruimte .i zijn, hebben al die menschen het zich zoo gemakkelijk mogelijk gemaakt. Zonder uit zondering hebben ze comfortabele zetels en banken ten gerieve van den cliënt, doozen cigaretten en kisten sigaren en velerlei ander gerief. Wanneer nu geen cliënten komen dan is het menschelijk en begrijpelijk dat al deze lieden van die toch eenmaal bestaande accommodatie gebruik maken voor hun eigen gemak. Ze nestelen zich dus in de behaaglijke zit meubelen, steken de sigaren en sigaretten aan en doen wat alle menschen plegen te doen als ze niets te doen hebben en op iets vaags wachten: ze staren naar buiten en naar wat er al zoo voorbij komt. Wat er voorbijkwam was ik en nog zoowat eenige honderden nieuwsgierigeii.wien men het reeds op een afstand aanzag dat ze geenszins van plan waren en-gros orders te plaatsen voor straatsteenen, radioapparaten of verfstoffen. Neem het dien verkoopers dan eens kwalijk dat ze ons met een lodderig oog zien voorbijgaan en zich daarbij hullen in tabaksrook. Omgekeerd nu krijgt de bezoeker daardoor het gevoel dat hij, met kramp in zijn beenen van het eindeloos loopen, niet meer dan een beziens waardigheid is voor gelukkiger stervelingen die zich genoeglijk uitstrekken in behaaglijke salonmeubelen: sterker nog, dat hij een paria is die Alle spranken van hoop zich moeizaam voortsleept door een dubbele haag van beter gesitueerden die hem koel monsteren in al zijn menschelijke ellende. Naarmate ik vermoeider werd van de enorme afstanden werd dat gevoel levendiger in mij. Ik keek valsch onderuit naar de mollige zetels en al het huiskamergerief, en het was me alsof ik door een vreemde stad ging vol huizen zonder gevels. die schaamteloos den daklooze de demonstratie gaven van alles wat een eigen interieur aan behaaglijks weet te bieden voor den gelukkige die geen tehuis of onderdak bezit. Allengs vestigde zich naast dit gevoel een tweede en milder indruk. De wat wazige en vermoeide blikken kregen bij mijn nadering gedurende een ondeelbaar oogenblik een glans van hoopvol licht. Want men kon toch nooit weten. . . . Ik, die daar zoo argeloos naderde, kon iemand zijn die in de uiterste behoefte verkeerde om tachtig wagons klinkers te koopen of een paar treinen vol huisraad .... Ik kon iemand zijn die op het punt stond een hotel of een waren huis in te richten en te bevoorraden'.. .. Men heeft zulke dingen meer meegemaakt. Maar wanneer ik dan voorbij ging- en mij. op een hartelijke informatie, kenbaar maakte als niet belangstellende in de koelmachines, de diesel motoren of de bonbons en gros, dan verdofte Dan moet ik U den toegang weigeren onmiddellijk weer dat licht.... de oogen waren weer vaag en moe en lodderig' en de sigaar ging' weer tusschen de lippen van den verkooper bij gebreke van een cliënt om haar te savoureeren. Toen bekroop mij de obsessie dat ik toog door een. reusachtigen dierentuin, en dat van weerszijden van mijn weg bedroefde en verlaten, uit hungewone omgeving gerukte schepselen Gods mij naoogden.... Ik heb een goed hart en ik trachtte mijn best te doen. Ik nam, al naar de afdeelingen die ik langs sjouwde, de airs aan van een bona-fide koekbakker, een exploitant van radio-winkels. een bouwer van onafzienbare blokken arbeiders woningen enz. Ik propte uit ellende mijn zakken vol reclame drukwerk, hoorde alle demonstraties geduldig aan en bedankte daarvoor met vuur, ja bijna met hartstocht. Kn zoo geraakte ik op de afdeeling meubelen waar ik denken moest aan al de energie die besteedwas aan het naar boven brengen van die massa's huisraad. Is het niet begrijpelijk dat juist hier de volledige afwezigheid van kijkers mij zoo smartelijk trof.. . .': dat ik, ziende hoe in een schier onafzienbare straat. niets dan verkoopers, dozijnen en dozijnen. hunkerden voor hun uitstallingen, mijn schreden daarheen richtte . . . . ? Ik was de bezoeker . . het richtpunt van hoop en verwachting'. Kn ik wilde mijn vrijwillige rol spelen. Reeds richtten zich ontelbare oogen op mijn naderende figuur, en de dag werd bijna heller door alle spranken van hoop die daarin ontbrandden, toen eeri man met sik en dienstpet zich grimmig in mijn weg' plaatste. de hand ophief en donderde: Mijnheer bent u bona-fide handelaar in meu belen . . ? Nooit tevoren in mijn leven was die vraag' mij zoo a bout portant gesteld en ik begreep dat hier niet meer te veinzen viel, zelfs niet terwille van de liefdadigheid. En beschaamd zeide ik dat ik niet in meubelen handelde, dit nooit had gedaan en zulks zoo eenigs^ins mogelijk ook nimmerhoopte te doen, schoon geen rnensch weet waaihij nog eens toe komen zal. Toen lachte de official hatelijk ea zeide: Dan moet ik u den toegang tot deze afdeeling weigeren ." Onder de oogen van d e dozijnen in gespannen ver wachting staande verkoopers maakte ik beschaamd rechts om keert. Zelfs was ik niet verheugd dat deze gang mij bespaard werd langs bedden, dressoirs en fauteuils.. Ik voelde slechts bitterheid om de mis kenning müner beste en humaanste bedoelingen.. . . IV KI N H El M' DE KONINKLIJKE HAND-TAPIJTKNOOPERIJ TE BEVERWIJK, blijft succes op succes boeken en krijgt opnieuw belangrijke opdrachten o.a. van: HET SCHEEPVAARTHUIS. De NEDERLANDSCHE HANOEE-MAATSCHAI'l'l J. DE HANDELSVEREENIGING AMSTERDAM. DE NIEUWE RAADZAAL IN HET AMSTERDAMSCHE STADHCtS. HET DIACONESSEXfimS TE UTRECHT. HET AMSTEE-HOTEE TE AMSTERDAM. Het Kinheim"-r>roduct vormt dan ook 'n klasse op zich/elf. Geen patriciër var. smaak zal dan ook iets anders verkiezen f Waarlijk: Koninklijk K i n h e i m levert U een KONINKLIJK product!"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl