De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 25 maart pagina 7

25 maart 1933 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2012 De Groene Amsterdammer van 25 Maart 1933 Wetenschappelijke Varia p' K r ; Techniek der geluidsfilm Dr. P. van Olst Ben belangrijk kenmerk van den beschaafden mensch (waarmee ik niet iemand bedoel die geen ruw Amsterdamsen spreekt, geen on hebbelijke manieren heeft, geen uitsluitende belangstelling toont voor voetbal, geen opvallende afkeer heeft van hygiëne, enz., maar uit sluitend de mensch, die niet in wilden staat leeft), ik herzeg: eenbelangrijk kenmerk van dezen mensch is de volkomen onwetendheid over het geen anderen voor hem hebben moeten denken en werken. Wij eten ons brood, drinken angstloos onze melk, steken ons licht aan, rijden in trams, telefoneeren, mis bruiken even ons radiotoestel, laten een grammophoonplaat draaien, maar denken niet aan alles wat hieraan vastzit en vastzat voordat het door ons zoo gedachteloos te gebruiken is. Met de geluidsfilm is het precies net zoo gesteld. We verstaan maar half, we lezen tegelijk den hollandschen tekst en ontcijferen onderdehand de aangedikte ex pressies van de conventioneelste gemoedsuitdrukkingen, die nog binnen het ontcijfer-vermogen van een groot publiek vallen, en hebben daarbij natuurlijk geen tijd meer om te overwegen wat er noodig is geweest om de onaan gename Amerikaansche neusklanken zoo natuur getrouw Weerzinwekkend weer te geven of Tauber zoo echt-ondragelijk te laten jammeren. Er is een gezonde zelfverdediging in deze houding van den mensch. Als we alles moeten doorgronden en uit pluizen wat we doen in het dagelijksch leven, kwamen we alleen reeds met het begrijpen van het ontbijt niet klaar voor we weer naar bed gingen ! Het is maar beter alles automatisch te doen even goed als we automatisch weten wat 7x9 is, automatisch fietsen, automatisch de gangbare taal- en stijlfouten maken, enz. Toch is een oogenblik van bezinning wel eens aardig, mits niet te vaak. Vandaar dat een weekblad er een goede plaats voor is. Zoo'n herinneringsmoment had ik onlangs toen ik bemerkte dat in Duitschland een samenvattend boekwerk verschenen is over de geluidsfilm en dat een der physisch-chemische vakbladen er een referaat over gaf. Buiten de verschrikkelijktechnische vakbladen is er weinig gepubliceerd over de geluids-filmtechniek en het is aardig om eens alles bij elkaar te zien wat er noodig is om een goede geluid-opname en geluid-reproductie te garandeeren en hoeveel moeilijkheden er op ver nuftige wijze ontzeild zijn, zoo talrijk dat het niet meer mogelijk was voor n mensch of zelfs voor een paar samenwerkende menschen om het heele gebied te beheerschen. Twee werelddeelen met hun wetenschappelijken staven zijn er bij te pas gekomen. Hoewel het begrip geluidsfilm" voor het pu bliek pas een viertal jaren bekend is, dateeren de onderzoekingen en proeven natuurlijk van heel veel jaren eerder. Edison heeft ook op dit gebied reeds gewerkt op het eind der negentiende eeuw, maar het gelukte hem niet de film en de grammo phoonplaat gelijktijdig te laten afloopen, zoodat het synchroniseeren van beeld en geluid niet lukte. Pas de Duitschers Vogt, Engl en Matolle, die onder den naam Triergon samenwerkten, hebben als resultaat van hun onderzoekingen opmerkelijk technisca-goede geluidfilms gemaakt en in het publiek vertoond in 1922. Het vraagstuk geheel op te lossen kon echter niet aan drie menschen lukken. Hiervoor was een. geweldige wetenschap pelijke staf noodig, die het eerst in Amerika ter beschikking stond voor dit doel. Duitschland had Fig. 1. Film met geluidstrook volgens Tiet streepsysteem. ook wel zoo'n staf, maar de groote Duitsche electriciteits-maatschappijen interesseerden zich niet er voor de zaak. Daarna pas begon Duitschland weer, De Triergon-patenten kwamen in handen van het Tonbildsyndikat A. G.", ons beter bekend als Tóbis. Deze is gecombineerd met de Klangfilm G. m. b. H.", opge richt door Siemens en de A. E. G., tot het systeem Klangjilm-Tobis, dat in Duitschland het monopolie heeft. Men weet zeker wel dat de moderne geluidfilms alle het systeem van Edison (met film en grammophoon plaat) hebben laten varen en het geluid zoo opnemen dat het in den vorm van donkere strepen op de film wordt neergelegd. Bij de TobisKlang-film (het systeem voor ge luid opname heet zoo in tegen stelling met Klangfilm-Tobis waar mee het systeem voor geluid -weergave is bedoeld) bestaat de opname op de film uit een serie strepen, dichter opeen bij hooger geluiden, verder uiteen voor lagere toonen, terwijl de geluidsferfcte afhangt van het meer of minder donker zijn der strepen. In fig. l is een stukje geluidfilm afgebeeld dat volgens dit systeem is ingericht. Links en rechte ziet men de gatenrij, waarin de tanden grijpen die de film voortbewegen. Tusschen de linksche gatenrij en de. filmbeelden-serie ziet men een smalle strook, die de horizontale geluidstrepen bevat. Deze strook is 2.5mm breed; daar de filmbreedte internationaal vast staat heeft dus het formaat van het filmbeeld zelf een kleine verandering ondergaan; bij gelijke hoogte is het iets smaller geworden. Er is echter nog een tweede vorm van geluid,,afbeelding" behalve door dit strepenstelsel. Dit andere stelsel is in fig. 2 weergegeven, waar alleen de linkerkant van de fi'm is geteekend. De geluidstrook bestaat bij stilte uit een donkere en een heldere helft. De scheidingslijn hier tusschen maakt golvingen, die in de figuur geteekend zijn, zoodra geluid wordt opgeteekend. De hoogte dezer golven, dus de mate der afwijking naar rechts of links, hangt af van de geluid -sterkte, het aantal golfjes op een even groot stuk be paalt de toonhoogte. In het kort is het geheele verloop van opname en weergave aldus: het geluid wordt opgevangen in niicrofoons,waardoor Slectrische stroomen ontstaan (of een bij staande stroom gewijzi gd wordt) in een tempo overeenko mend met de toon hoogte, en in een mate, overeenko mend met de geluidsterkte. Deze stroo men die te zwak zijn, worden eerst versterkt en beïn vloeden dan een lichtbron, die daar door in zelfde tempo en mate in licht sterkte wisselt, wat op de filmstrook wordt gefotografeerd "UU/ O Fig. 2. Geluidstrook mei het (jolf-systeem, (alleen de linksche kant van de geheele jilm is (jeteekend) Witte Curacao Sec Cherry Brandy M ent hèGlaciale Curafao Brandy ? Koopt Nederlandsch fabrikaat! ? in het beschreven strepen- of golfjes-stelsel. Het is nog niet mogelijk om de afbeeldingsfilm en de geluidstrook tegelijk op dezelfde film op te nemen. Men maakt dus voorloopig een aparte geluids filmstrook die later (met behulp van merkteekens op de afbeeldingsfilm *en de geluidfilm) tot n film wordt vereenigd als beide gekeurd en goed gevonden zijn. Bij het afdraaien moeten de d ichtheidsver schillen en de aantallen strepen of golvingen in de geluidstrook weer in geluid met allerlei sterkte en hoogte worden veranderd. Dit gaat doordat de geluidstrook voorbij een lichtbron van standvastige sterkte passeert en hiervan naar gelang der dicht heid der strepen meer of minder licht doorlaat. Dit doorgelaten, wisselend sterke licht, valt dan op een apparaat dat lichtwisselingen veranderen kan in electrische-stroom-versterkingen of ver zwakkingen (de photo-cel) en deze wisselende stroomsterkte worden eindelijk in den luidspreker in geluid veranderd. Als men nagaat hoeveel veranderingen het oor spronkelijke geluid doormaakt, weerstandswisse lingen in de microfoon, stroomsterktewisselingen, hieruit volgende lichtsterktewisselingen, schei kundige veranderingen in het latente beeld op de geluidfilm, ontwikkeling van dit beeld tot zichtbare strepen, weer verandering in lichtsterkte, weer verandering in stroomsterkte, omzetting in het gereproduceerde geluid, dan verbaast men zich dat er nog iets van een gelijkend geluid voor den dag komt, want iedere verandeiing in de volgende overgangstoestand geeft immers nieuwe mogelijk heden van gtiluidvervorminy. Bij gelegenheid zal ik enkele dezer onderdeelen eruit nemen en in een nieuw artikel ter sprake brengen. Het is nu eenmaal omnogel:jk om in dit kort bestek alles tegelijk te behandelen. De wonder lijke moeilijkheden in dit geheele proces en de vernuftige inrichtingen om hen te ontloopen, komen dan vanzelf ter sprake. VITRAGE MADRAS GORDIJNEN 1.30 X 3 MTR. PER PAAR 395 90 cM. BR. PER MTR, NDANTHREN 6 ZONEK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl