Historisch Archief 1877-1940
Ne. 8013
De .Groene Amsterdammer van 1 April 1933
17
Kunsthandelaars en
crisis
Teekcnlng door J. F. Doeve
Geen commissie ingesteld.
t
. In het Muziek Lyceum te Amster
dam ia gisteravond het
Kunsthandelaare-Crisis-Congres geopend. Wij her
inneren er aan, dat dit congres is in
gericht door een comitévan actie der
vereenigde kunsthandelaren onder
het motto Kracht en Vriendschap".
De leiding. Het crisis-congres der
beeldende Kunstenaars, dat een week
geleden in dit zelfde gebouw werd ge
houden, stond onder leiding van den
heer P. Sanders van het Volk. De
kunsthandelaren hebben, met
algemeene stemmen tot leider gekozen den
heer D. Wijnkoop van de Tribune.
De openingsrede. De heer Wijnkoop
heeft het Congres geopend. Hij zeide,
dat het denkbeeld om deze actie te
beginnen is uitgegaan van de Ver een
iging tot prediking van het Evangelie
onder de Kunsthandelaren. Dit
be.teekent niet, dat niet alle richtingen
zouden zijn vertegenwoordigd; het is
dan ook geen volslagen anti-semitisch
congres. (Applaus. Geroep: Heil Wijn
koop l).
Hel Presidium. Het presidium is
als volgt samengesteld: D. Wijnkoop,
Em. Duits, N. Bisenloeffel, J. Goud
stikker, B. Houthakker, M. Mossel,
M. Morpurgo, Mak de la Faüle, Mak
va*» Waay, J. Niekerk, Staal, Stodel,
van Lier, A. Vecht (applaus) M. Wolf,
niet te verwarren met N. H. Wolf
(langdurig applaus).
Subsidie. Voor het «ongrés is
officieele en particuliere subsidie gevraagd.
Het presidium heeft zich gewend tot
het Burgerlijk Armbestuur, het ge
nootschap Liefdadigheid naar Vermo
gen en het Nationaal Crisis Comitéom
de voor het congres benoodigde gelden
bijeen te brengen. Het kreeg nul op
het request. Slechts de Nederlandsche
Federatie van Beeldende Kunstenaars,
de Socialistische Kunstenaarskring,
de Haagsche Kunstkring en de
Onafhankelijken hebben onaanzienlijke bij
dragen afgestaan. De heer H. Meurs
gal zijn zelfportret met pijp, een zijner
importante meesterwerken waarvoor
het comitégeen kooper kon vinden.
Men heeft het voorloopig geplaatst in
de Schiettent, Tir de Salon, Lunapark
te Diemën. (Applaus).
De Kunsthandelaar is een loonslaaf.
Déheer Wijnkoop ziet den Kunsthan
delaar als den loonslaaf van den fabri
kant. De fabrikanten zijn de schilders,
de buste-houwers en andere beeldende
kunstenaars. De kunsthandelaren zijn
de getrapten, de zwoegers. De arties
ten zjjn de uitzuigers, de uitbuiters, de
genietere, de kapitalisten, de smeer
industrie-baronnen ! Zij smeeren in
een vloek en zucht zeeën en land
schappen op het maagdelijk doek
en fabriceeren naaktfiguren en stil
levens gelijk de eenden eieren leg
gen. Zij genieten de vreugde van het
baren, brengen voort in weelde en
trekken zich van de voortbrengselen
niets aan. De getrapte kunsthandelaar,
die dagelijks ondervindt dat hij door
zijn omgeving als een onnutte factor
wordt beschouwd, moet, zooals de
schilder Marius Bauer het noemde,
het vuile werk doen en de moeitevolle
cultureele taak op zich nemen en
rommel aan den man te brengen. Hij
is een schlemiel! (Donderend applaus).
Dwitsche invloeden! De moeilijk
heden, "die in dezen crisis-tijd de kunst
handelaren in eigen land hebben, zul
len zeker het uitgangspunt van de
besprekingen moeten vormen. Maar
buiten de landsgrenzen gebeuren din
gen die den kunsthandelaar dagelijks
doen opschrikken! Hooggeachte col
lega's worden om geloof of levensbe
schouwing vervolgd in andere landen.
Te Berlijn zucht de bekende kunst
handelaar Otto Wacker al maanden
lang hi het gevang. Hier is de Cultuur
in gevaar en zijn vrijheid aangetast!
(Geroep: Foei! Heil Wacker! Geel
Front!).
Dr. S. Cohn, Berlin. De voorzit
ter begroette daarna op het Congres
Dr. S. Cohn, leider van de Organisatie
van Duitsche kunsthandelaren. Dr.
Cohn, heeft een toespraak gehouden
waarin hij zich voorstelde als refugi
uit Duitschland. Hij wenscht den
Nederlandschen Kunsthandel van harte
succes met zijn Congres en bood het
presidium een door Prof. Woltjer ge
schilderd portret van Mr. Dr.
Westermann aan. (Daverend applaus !)
Motie tegen den export (van Duitsche
Kunsthandelaren.) Het Congres van
Crisis-Kunsthandelaren protesteert ten
sterkste tegen den uityoer uit Duitsch
land, waaraan in den laatsten tijd tal
van kunsthandelaren van .vooruitstre
vende richting of Joodschen bloede
zijn blootgesteld. Het Congres besluit
dit protest op te zenden aan het Duit
sche Gezantschap en den
Rijkskanselier te vragen de Duitsche kunsthan
delaars met meer zachtheid te behan
delen, opdat zij niet worden gedwon
gen de wijk te nemen naar het
steinreiche Holland. Er zijn in Nederland
meer dan genoeg, om niet te zeggen
te veel kunsthandelaars ! (Applaus !)
De Kunst journalist. De heer
Cornelis Veth gaf daarna een uiteenzetting
van de gevolgen van de crisis voor den
kunst-recensent. Veronachtzaming,
geringe waardeering van den kunst
handel bij het publiek heeft als gevolg
dat voor den kunstrecensent de moge
lijkheid tot arbeiden minder wordt.
Spreker meent, dat de Nederlandsche
pers het publiek uitvoeriger kon in
lichten omtrent misbruiken van den
kunsthandel en de kunst-expertise;
er moeten meer schandalen gebeuren,
opdat de kunstjournalist . meer op
drachten tot het schrijven van onthul
lingen en goed gehonoreerde pamflet
ten krijgt. Spreker besloot zijn rede
met den kreet: Meer Schoon Schip !
De heer Mak de la Faille omarmde
ontroerd den heer Cornelis Veth
(Applaus).
De Kunsthandel in de Sowjet-Unie.
Mevrouw Henriette Boland Holst
heeft daarna gelegenheid gekregen om
te vertellen hoe de toestand van den
kunsthandelaar in de Sowjet-Unie is.
Het volk in Rusland hongert naar
kunst en hongert naar handel. Voor
schilderijententoonstellingen verdrin
gen de arbeiders zich, rammelend van
cultuurhonger ! De heer Em. Duits:
Ik begrijp het volkomen, het is een
sof, Jet! (Gefluit).
Gedachtenwisseling. De heer
Voskuil zet uitvoerig uiteen onder welke
omstandigheden de kunsthandelaren
leven. Ziekenkassen zijn er niet voor
hen. Een steuncomitéhebben zij niet.
Bij werkloosheid (en ze zijn allen
werkeloos) kunnen zij niet gaan stem
pelen ! (Hoort! Hoort!).
De heer A. Vecht: Wij zijn de sla
ven van Sal Meyer en consorten !
(Applaus).
De heer Mak van Waay: Wij
moeDe man, die zich op i April niet liet bedotten
tett onzen stand hooghouden. Wij zijn
e veilingmeesters.
'fen pijnlijk incident. Reeds voor
de-opening der bijeenkomst waren de
inrichters van het Congres door den
bestuurder van het Muziek Lyceum
aangemaand tot betaling der
zaalhuurpeilningen. Onbekend met den
financieejjgn toestand van den Nederlandschen
kunsthandel had men niet op vooruit
betaling aangedrongen. In den loop van
den avond presenteerde men nog
eenige malen de quitantie. Het bleek
echter dat de vereenigde kunsthan
delaren niet bij machte waren het
verschuldigde bedrag bijeen te bren
gen, waarop de bestuurder van het
Muziek Lyceum besloot de zaal te
doen ontruimen. (Tumult).
Het licht werd uitgedraaid. De Voor
zitter roept: Komt allen op naar het
Amstelveld voor een stillen ommegang,
een waardige middernachtelijke de
monstratie ! (Applaus).
Si.i FINALE.
De vergadering begaf zich naar het
Amstelveld en a.lles zou in de meest
volmaakte orde zijn afgeloopen wan
neer niet de heer Wijnkoop de
onbehendigheid had begaan in een lantaarn
te'klauteren, zich te laten meesleepen
door zijn temperament en burenge
rucht te maken. De politie verscheen
op het terrein. De mensc.henjagers van
de Vlugt zijn in aantocht ! riep de heer
Wijnkoop. Kameraden Staat pal !
Rood front ! Pijlsnel liet hij zich van
zijn lantaarnpaal glijden en verdween
in het nachtelijk duister. De
congressisten trokken onder het zingen van
de Internationale en
Houdterdemoedmaarin naar de Kleine Club.
(Nieuwsbericht van het Pers
bureau de Kleine Diaz".
Nadruk in u-elken vorm ook
is verboden !).
Nieuwe Uitgaven
Anna van Gogh?Kaulbach.
De vreemde vogel. L. J. V een's
Uitg. Mij.
Waarlijk: ik heb dit boek uitgelezen,
en zelden viel plichtsvervulling zwaar
der. Die plicht eischt nog meer: de
laatste weerstand moet overwonnen.
Het dient nog besproken te worden óók.
Er zijn boeken, die geboren worden
uit een warm dameshart en geschreven
met vaardigheid, die men ook kennis
van het métier" pleegt te noemen en
waarvan ge met een onmiskenbaar
gevoel van schuldbewustheid zeggen
moet dat ge ze verschrikkelijk ver
velend hebt gevonden. Onder dezulken
is dit boek gén vreemde vogel. Het
is een romannetje. Een verhaaltje.
Van Ilse, het oorlogskind", een
meisje, artistiek en mediamiek aan
gelegd". Zij wordt opgeleid tot dan
seres door een vrouw die haar niet be
grijpt, zij weent, zij lijdt, zij sterft.
't Is allemaal waarlijk hél gevoelig en
hél ontroerend en er zullen velen zijn
?(ik denk zoo in de Haagsche Bloemen
en Vogelbuurten) die het prachtig
vinden. En misschien hebben die velen
dan wel gelijk en is de eenling, die
aan de borreltafel zou mogen zeggen,
dat hij dit boek stier-vervelend"
vindt, doch die in gedrukte kolommen
naar uitvluchten zoekt, wel een hard
vochtig en cynisch heerschap.
E. ELI AS
Zie den bon op pagina 4
van het omslag