De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 1 april pagina 19

1 april 1933 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

Uit het kladschrift van Jantje $ «'?* \ Croquante croquetjes Alida Zevenboom De schel staat niet stil van al de huisbezoekers die me komen opzoeken en naar mijn stem voor de verkie zingen hengelen en ik moet zeggen dat er erg lieve mannen bij zijn. Dat is ook al bjj vroeger verbeterd toen ze een stelletje slampampers huurden en die op je af stuurden. Er kwam er zelfs een met auto en hij was zoo beleefd om me te invi teeren voor een tochtje naar de bollenvelden en als alle vijf en zeventig partijen zoo iemand op je af sturen, heb je nog wat aan je stembiljet. Zoo had ik er twee en veertig te woord gestaan toen er gescheld werd en een dame mij vroeg te spreken. Ze rook erg lekker naar dat nieuwerwetache goedje dat je een straat ver kan ruiken en ze stal onmiddellijk mijn hart door me in mijn zwak te tasten en poes op haar schoot te nemen en hij liet zich gewillig knuf felen wat me heelemaal inpalmde. En gezonde ideeën dat ze had ! Ik lees u elke week in de Groene", zei ze, en ik ben het volkomen met u eens. Waar wij behoefte aan hebben >s aan een partij van vrouwen door vrouwen voor vrouwen en met vrouwen en daar moeten wij de man nen voor warm maken. - De mannen ? vroeg ik, want dat begreep ik niet goed. Natuurlijk, zei ze, de mannen. Vrouwen krijg je zoo toch niet mee. Wij moeten zien een paar knappe mannen aan het hoofd te krijgen ??knap van uiterlijk, bedoel ik, zei ze, en met een fluweelen stem, zoo iemand als daar aan den muur hangt, en weer stal ze mijn hart, want ik heb een half 'levensgroot portret van den Inwendige in mijn voorkamer hangen 'dat hij me gaf toen wij in ondertrouw waren gegaan en nog geen vier dagen «tonden wij onder de geboden of hij ging er niet mijn ledikant met toebehooren vandoor, maar dat heb ik haar maar niet verteld, want dan kon haar heele mooie plannetje wel eens in duigen vallen, dacht ik, want leelijke mannen kun je al niet ver trouwen en hoeveel te minder de knappe. Waarom heeft dokter Vos zoo'n aanhang in de stad? vroeg ze. Omdat hij een knappe man is met mooie sprekende oogen en waarom is dokter de Hartogh in den Raad gekozen? Omdat het zoo'n knappe man is en zoo zou u door kunnen gaan. Als wij vrouwen aan het hoofd zetten van onze beweging, hebben wij binnen de drie dagen de grootste onaangenaam heden, want vrouwen gunnen elkaar het daglicht niet in de oogen en zijn jaloersch waar het eind van weg is en dat moest ik toegeven want me vrouw van de tweehoog-voor-suite is een erg aardige vrouw als ze het op haar heupen heeft en dan neemt ze me nog wel eens mee naar een schouw burg, maar van de week toen ik een aardig vest j e van witte moirëaan had, keek ze scheel van nijd en zei ze dat het gek is dat sommige vrouwen zich altijd twintig jaar te jongkleeden, maar ik deed net of ik het niet be greep op wie het sloeg want ze denkt er over om naar de beneden-ver dieping te verhuizen waar ik twee kamers vrij krijg omdat onze kapi tein van de Burgerwacht de huur heeft opgezegd en ga je dan op zoo'n opmerking in? En die dame over wie ik het heb, zat maar te praten en ze dronk drie kopjes thee en ik gaf haar een zoet slokje want het was werkelijk een alleraardigste vrouw en ze redeneerde erg gezond en toen ze twee rpomhoorntjes naar binnen had gespoeld die ik nog over had, want meneer Stanislafski was den dag te voren jarig geweest, haalde ze in eens een boekje uit haar tasch en vroeg ze me of ik niet een nieuw soort stofzuiger hebben moest en toen be gon ze over stofzuigers en heb ik haar maar meteen de deur uit gezet. Zoo moet je met dat huisbezoek op passen. Onze kapitein is erg in zijn wiek geschoten want hij is veront waardigd dat hij bedanken moet vo<jr de Burgerwacht en dat, mevrouw, zei hij, omdat ik fascist ben ! En ik moet u zeggen dat ik er niets van gemerkt had. Nooit een zwart hemd van hem in de wasch en proper op zijn lijf! En altijd voor het goede en wat heeft hij niet dikwijls tegen me gezegd: ,,mevrouw, als er wat mocht gebeuren en al is het in het holst van den nacht, u roept me ' maar en ze komen uw slaapkamer niet levend binnen" en die ze" waren dan de bolsjewisten, maar wat zou meneer Wijnkoop in mijn slaapkamer moeten zoeken, maar dat was maar bij wijze van spreken, zei hij, en schie ten dat hij kan ! En waar moet het naar toe als je zulke menschen voor het hoofd stoot? Ik denk er hard over om naar de tegenpartij over te loopen, zei hij van de week nog, maar dat meende hij niet want het is een veel te net mensch en nooit met zijn boekje over tijd en daar mochten de anderen wel een voorbeeld aan nemen en n ding begrijp ik van de regeering niet, dat ze in deze tijden niet weer de schutterij oprichten. Daar kon je ook bij dag en bij nacht op rekenen en - de uniform stond toch maar wat mooi. De Inwendige was luitenant, omdat hij in Indiëgediend had en als Koning Willem III op 19 Februari jarig was, had u hem moeten zien met zijn oranjesjerp om zijn lijf en dan had ik al zijn knoopen gepoetst en zijn sabel uit het vet gewreven en als hij dan zijn sjako met de haneveeren op had, was hij om door een ringetje te halen en hij had zijn borst opgevuld met watten om nog een beetje meer uiterlijk te hebben en dat zou ik niet eens gemerkt hebben als nicht Neeltje bij wie hij ook nog wel eens opliep, het me niet verweten had op een keer dat hij naar mijn smaak wel wat erg lang bij haar had zitten praten en toen schreeuwde ze tegen me, van boven van de trap dat n en ui ie noog, want ze woonde twee-hoog, er aan te pas kwamen: Dacht je dat ik met jou watten pop wat uitstaande heb? Die mag jij voor je alleen houden, mirakel ! En als je hem weer eens aankleedt, mag je er wel om denken dat je zijn corset goed aanrijgt, want dat zakt hem nog wel eens af!" En ik moet u zeggen, dat ik niet wist wat ik hoorde want ik dacht dat alles echt aan hem was maar dat heb ik later wel ge merkt dat eigenlijk alles valsch aan hem was, want zoo zijn de mannen als je ze gelooft. Net echt maar de watten en het corset zitten er onder. Maar dat blijf ik zeggen waren er in den tijd van de schutterij zulke tijden als nu en ging een mensch niet gerust slapen, want wist hij niet dat de schutterij pal stond? En als er eens een paar onder mochten loopen die een zwart hemd aan hadden, dan was dat de schuld van hun waschvrouw en had het met.de hoogepoli tiek niets te maken. De kwasten van den Inwendige zijn sabel heb ik nog altijd bewaard ? in de kamfer en waarom eigenlijk, ja waarom? Maar zoo zijn wij vrouwen. Altijd waarom" en nooit een goed antwoord. Bridgeprobleem No, 317 N KI. R. v. v. b. 10 » 5 3 4 H: Sch. 4 a. 3 1 4 O. R. H. Sch. a, b a. : b 4 9v 37 2_ 2 Hat bieden gaat aldus : Allen kwetsbaar Z: i in S.A.; W past; N 2 in S.A.; O past 'L: 3 in SA; allen passen. W: H.s; N: H.4; O:? Wat en waarom moet O spelen ? OPLOSSING BKIDGEPROBLEEM 316 Het is wel dubieus of W renonce Sch. heeft, maar het is toch te probeeren. Renonce H. heeft Z niet, daar Z dan a. v. xxxx van H. moet hebben en wel 3 H. zou hebben gedoubleerd, in ieder geval niet 6 in R zou hebben geboden. H.a. heeft W ook hoogst waarschijnlijk niet, daar hij dan wel daarmee zou uit gekomen zijn. Door Sch. te spelen riskeert O dus zoo goed als niets, maar neemt de kans dat W een singleton Sch. heeft. B.. M. Correspondentie-adres: Secretariaat v/d Amsterdammer, motto Bridge". Keizersgracht 355, AmsterdamPYRAMID ZAKDOEKEN'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl