Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 8 April 1933
15
t ff
jT» ^
Toch weer de dollar
C. A. Klaasse
Het nieuwe wets-ontwerp
Nauwelijks zijn We de emotie te boven van de
bankkrach in Amerika toen van alle kanten zoo
uit binnen- als buitenland dollars tegen goud Werden
ingewisseld waardoor de V. S. van den gouden stan
daard af gedwongen zou zijn, wanneer men niet
door een goudembargo een eind aan deze beweging
had gemaakt, of er breekt weer een strooming baan
om moedwillig den dollar te doen deprecieeren door
verlaging vau het goudgehalte van de munt. Lang
zamerhand zijn we ongevoelig geworden voor be
richten die den dollar in een kwaden reuk stellen.
Men behoeft maar de termijnnoteeringen van dit
jaar en het vorige in haar ontwikkeling te volgen
om te zien hoe vaak weer het wantrouwen het
hoofd opstak. Hoeveel maatregelen, door de
regeering Hoover getroffen, werden niet als
inflationistisch uitgekreten ? Van den beginne af zijn er twee
totaal verschillende factoren geweest die deze munt
hebben bedreigd: de angst van de bezitters van
dollars, n de plannen om opzettelijk de waarde
te verlagen.
* *
»
Den eersten factor zou men kunnen rekenen tot de
,,natuurlijke" oorzaken van muntdepreciatie. De
waardedaling van het pond sterling is b.v. aan der
gelijke natuurlijke" oorzaken te wijten. Onder die
categorie zou men b.v. kunnen rangschikken: een
passief saldo van de loopende posten" der beta
lingsbalans waardoor het beschikbare metaalsaldo
afvloeit, gevolgd door het prijsgeven van den gou
den standaard. Het is vrij zeldzaam, dat alleen deze
factor de munt doet deprecieeren. Engeland vormt
in deze een betrekkelijk uitzonderingsgeval. Daar
liep in zeer korten tijd de export zoo sterk terug,
en daalden tegelijkertijd de inkomsten uit onzicht
bare export" zoo snel en zoo schrikbarend, dat het
mogelijk was dat de betalingsbalans uit hoofde der
loopende posten" alleen een tekort kon aanwijzen,
waardoor in minder dan een jaar meer dan de helft
van den goudvoorraad aan het buitenland moest
worden afgestaan. Veelvuldiger ligt de zwakke
stede in een plotselinge overheveling van de schul
denbalans naar de betalingsbalans. Het waren dan
ook de korte schulden die het proces in Engeland
aanmerkelijk verhaast hebben, en het waren uit
sluitend de opvragingen ten laste van de schulden
balans die in Duitschland de valuta zouden hebben
doen vallen, wanneer men daar niet de
deviezencontrole had ingesteld. In Amerika lag in deze beide
factoren geen gevaar van beteekenis, de loopende
posten van de betalingsbalans zijn nog steeds actief,
zij het heel wat minder dan voor een paar jaar, en
de korte schulden konden uit den vrijen' '(goudvoor
raad ruim gedekt worden. Intusschen is er n punt
dat elk land de das aan kan doen al is de betalings
balans nog zoo mooi: kapitaalvlucht van de eigen
bevolking, hetzij door omzetting van bankpapier
in goud dan wel in buitenlandsche valuta. Waarbij
ook nog komt de kapitaalvlucht van
buitenlandsche beleggers, die hun fondsen verkoopen en het
geld repatriëeren.
Intusschen is bij de tweede groep oorzaken voor
depreciatie, d.w.z. alle die niet de loopende pos
ten" van de betalingsbalans betreffen, meer noodig
dan feiten alleen. Engeland had al jarenlang die
omvangrijke kortloopende schuld, en de mogelijk
heid voor kapitaalvlucht is altijd voorhanden zoo
lang het publiek over geld beschikt. Maar tot een
gevaar voor de munt worden deze feiten pas wan
neer angst zich van de betrokken personen meester
maakt. En voor angst moet weer een aanleiding
zijn. Die aanleiding nu heeft men ten aanzien van
den dollar meermalen gemeend te hebben. Hierbij
zij vooropgesteld dat vrees, als elke psychologische
reactie, heel moeilijk te controleeren is. Maar het
staat vast, dat twee omstandigheden het gevaar
voor opkomenden angst voor muntdepreciatie in de
laatste decennia sterk heeft doen toenemen: de
voorbeelden na den oorlog in Duitschland, Oosten
rijk, Frankrijk, Belgiëenz., n de merkwaardige
speurzin die vrijwel overal de pers aan den dag legt
waar het betreft verschijnselen op te zoeken die
mogelijk inflatie kunnen verwekken. Vooral voor
dit laatste was in Amerika veelvuldig gelegenheid;
de Reconstruction Finance Corporation had inder
daad de tendens geld te scheppen onder andere
omstandigheden dan bij normale commercieel ge
motiveerde credietverleening. Ook de
budgetpolitiek, en de tegelijkertijd verruimde mogelijkheid
om staatsfondsen door de reservebanken te doen
financieren transigeerde eenigszins met de conser
vatieve opvatting van circulatiepolitiek. En wan
neer beide factoren jarenlang en in toenemende
mate waren volgehouden,dan zou daaruit wel
muntverzwakking hebben kunnen voortvloeien. Maar
reeds het eerste begin was' voldoende om angst te
doen ontstaan, en angst is een slechte raadsman.
Tot zooverre de natuurlijke" en ongewilde
invloeden die den dollar bedreigd en en die dan ook
tenslotte voor eenige maanden tot acuut gevaar
werden, dat alleen maar afgewend kon worden
door de goudinwisseling stop te zetten. Daarnaast
staat, zooals gezegd, een tweede bedreiging: niet
door natuurlijke maar door kunstmatige" oor
zaak n.l. ingrijpen door de regeering, in den trant
van de traditioneele muntsnoeiende vorsten. Sinds
die periode van muntsnoeji is inderdaad zulk een
moedwillig ingrijpen in de muntwaarde een onge
kend verschijnsel. Wel k»n men zeggen dat de
markenval veroorzaakt werd doordat de regeering
ten behoeve van de schatkist de biljettenpers liet
draaien, zoodat wel een doelbewuste actie van de
overheid de oorzaak was van de depreciatie, maar
die waardedaling zelve was geenszins doel, eerder
het betreurde gevolg. Ook de pondenval was aller
minst te wijten aan een doelbewuste machinatie
hoewel natuurlijk niet ontkend kan worden, dat,
wanneer de Engelsche regeering had willen ingrij
pen en een soortgelijke deviezenregeling als Duitsch
land had getroffen, de valuta aanmerkelijk langer
misschien zelfs voorgoed gehandhaafd had kunnen
blijven. De invloed van de regeering was hier dus
hoogstens negatief. Een tusschengeval is
ZuidAfrika ; het is aan geen twijfel onderhevig dat hier
een doelbewuste machinatie het goud heeft ont
troond, maar de opzet is .in elk geval zoo handig
geweest dat de regeering niet zelve de kat de bel
aanbond en het goudgehajte van de munt wijzigde,
men maakte het publiek alleen maar zoo bang voor
depreciatie dat automatisch, via kapitaalvlucht,
dat quasi gevreesde gevolg intrad.
In Amerika echter zijnj meermalen zelfs in vrij
gezaghebbende kringen Stemmen opgegaan om
willens en wetens, zonder eenigen dwang, de waarde
van de munt ten opzichte der overige muntsoorten
te reduceereii door het goudgehalte te verlagen. In
allerlei vormen heeft men die voorstellen gedaan,
waarvan er enkele als wetsvoorstel het congres be
reikten. Destijds formuleerde men het plan als
volgt: de prijzen terugbrengen tot het peil van
192(5 door opzettelijke depreciatie van de munt.
En nu is dan enkele dagen geleden een nieuw
voorstel ingediend dat zonder omwegen beoogt het
kwantum goud per dollar terug te brengen met
27 %. Nu is men in Amerika erg vlot met het indie
nen van wetsvoorstellen die geen schijn van kans
maken. Maar men kan zich toch niet ontveinzen
dat juist in den laatsten tijd de stemming voor het
onderhavige voorstel in breede kringen gunstiger
is geworden.
En er zijn gezaghebbende personen die er
ooren naar schijnen te hebben. Het zijn laatstelijk
vooral de boeren geweest die dergelijke plannen
hebben gesteund, zooals ook b.v. in
ZuidAfrika naast de goudproducenten het juist de boe
ren waren die na de onder hen gemaakte propa
ganda zich voor de depreciatie uitspraken. De
boeren verwachten van ^devaluatie van de munt
natuurlijk tweeërlei voordeel: hooger prijzen van
hun producten, en relatief minderen druk van den
schuldenlast, omdat met de productieprijzen de
waarde van den grond omhoog gaat. Het valt niet
te ontkennen dat, met het meest recente en aan
moedwillige depreciatie meest verwante voorbeeld
van Zuid-Afrika voor oogen, het verleidelijk is om
te gelooven dat men hier inderdaad een middel heeft
om tot een verbetering van den toestand te geraken.
Zuid-Afrika is echter, wat de consequenties van de
muntontwaarding betreft, een absoluut uitzonde
ringsgeval: het voornaamste product goud heeft
een volkomen vasten pri;s in goud valuta, en wat de
agrarische productie betreft was dit land als aan
bodsfactor op de markt zoo onbeteekenend, dat
niet verwacht kon worden dat de wereldprijs in
vloed zou ondergaan van de muntdepreciatie.
Wanneer echter de V.S. onder volkomen gelijke
omstandigheden zouden verkeeren, dan zouden de
consequenties volmaakt anders zijn. Het voorbeeld
van den pondenval heeft al aangetoond dat de waar
dedaling van de valuta van een land dat als
vraagen/of aanbod-element op de wereldmarkt een plaats
van beteekenis inneemt in een tijdvak met zoo
wankel prijsniveau als op dit oogenblik, veeleer de
tendens heeft het wereldprijsniveau omlaag te
drukken dan het eigen prijsniveau in ontwaarde
munt te doen stijgen. Voor een land als Amerika
zou dat nog in versterkte mate gelden. De verlaging
van het goudgehalte van de munt op zichzelf heeft
natuurlijk op de prijzen niet den minsten invloed;
't is de gewijzigde verhouding van de waarde van de
munt ten aanzien van andere muntsoorten die het
hem zou moeten doen. Bleven de prijzen in die
andere munten gelijk, dan zou natuurlijk de prijs in
de nieuwe dollars" automatisch stijgen. De kans
is echter heel groot dat, gezien de belangrijke positie
van de V.S. als kooper op de markt voor bepaalde
grondstoffen en als verkooper voor andere grond
stoffen, eerder de dollarprijzen gelijk zouden blijven
en die in andere valuta dalen ! Dan zou als laatste
voordeel nog kunnen overblijven de relatief
gunstiger positie van de Amerikaansche
exportnij verheid die nu zou profiteeren van verlaagde
reëele loonlasten, maar dat zou alleen zoo zijn wan
neer de overblijvende gouden standaard-landen
niet Amerika zouden volgen. En juist dat is zeer de
vraag.
Al met al dus heel weinig kans dat men werkelijk
langs dezen weg resultaat van beteekenis zou kun
nen bereiken. Maar dat is niet voldoende om dit
gevaar te keeren. Roosevelt heeft zonder eenigen
twijfel, toen hij zijn ambt aanvaardde, volkomen
eerlijk de bedoeling gehad den dollar op de huidige
pariteit te handhaven. Maar.... wanneer de maat
regelen die hij heeft voorgesteld en in voorbereiding
heeft niet binnen afzienbaren tijd tastbaar succes
toonen, dan is het de vraag hoe hij deze kwestie
dan beziet. Hoe meer men geprobeerd heeft, hoe
meer keeren men het hoofd heeft gestooten bij
pogingen tot verbetering, hoe minder men terug
schrikt voor experimenten. Men krijgt langzamer
hand het gevoel niet veel meer te kunnen verliezen.
\Vaarbij men moet bedenken dat het probleem der
schulden in Amerika wel zeer nijpend is geworden.
Hoe de schuldenlast aan te passen aan het veran
derde prijsniveau, of omgekeerd ? Kn de devaluatie,
de verlaging' van het goudgehalte lijkt oppervlak
kig gezien een gemakkelijke oplossing ! De idee
begint steeds meer steun te vinden, heeft niet zelfs
minister Wallace verklaard dat hij de gedachte nog'
niet zoo zot vindt ! Neen, de dollar is nog altijd
niet veiliggesteld", tegen sprongen in het duister
a.ls hiervoren omschreven zal hij dat eerst kunnen
zijn wanneer de economische toestand is verbe
terd. Misschien zal men echter verstandig genoeg
zijn oru in te zien dat een klein land van zulk een
stap nog wel voordeel zou kunnen verwachten,
maar nu juist een land als de V. S. niet.
de uitki
F
l
L
M
T
H
E
A
T
E
R
Dagelijks2.30,7.30,9.30
FILM EN MODERNE
MUZIEK
prinsengracht bij
de leidschestraat
telefoon 3746O
k
f
*
t