De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 8 april pagina 2

8 april 1933 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 8 April 1038 briefwisseling Einsteiit-Freud No. 291* $? Waarom oorlog? Albert Einstein (Slot van pag. i) tt ** ir. l" W1 4 "Wij zijn echter heden ten dage nog verre verwij derd van een boven de staten staande organisatie, die haar gerechtshof met onbetwistbaar gezag kan bekleeden en voor de ten uitvoerlegging van zijn beslissingen tot volstrekte gehoorzaamheid kan dwingen. Daarom voel ik mij gedrongen als eerste feit vast te stellen, dat de weg naar internationale , veiligheid leidt langs het onvoorwaardelijke af' stand-doen door de staten van een deel van hun ,' vrijheid van handelen, van hun souvereiniteit: i eH het is wel aan geen twijfel onderhevig dat een andere weg naar die veiligheid niet bestaat. Een blik op de vruchteloosheid der ongetwijfeld " ernstig gemeende pogingen der laatste decennia om dit doel te bereiken, laat een ieder duidelijk voelen, dat er sterke psychologische krachten aan het werk zijn, die deze pogingen verlammen. Enkele dezer krachten zijn gemakkelijk aan te wijzen. De machtsbehoefte van de op een gegeven oogenblik in een staat heerschende laag verzet zich tegen beperking der souvereine rechten van dien staat. Deze politieke machtsbehoefte" wordt dikwijls gevoed door een streven-naar-macht van een andere laag, dat zich stoffelijk~eeonomiseh uit. Ik denk hierbij voornamelijk aan de in elk volk aanwezige groep menschen klein, maar vast beraden en ontoegankelijk voor maatschappelijke , overwegingen en scrupules voor welke oorlog en de vervaardigipg van en handel in wapens niets dan een middel zijn om persoonlijke voordeelen te verwerven en het persoonlijke machtsbereik uit te breiden. Deze eenvoudige vaststelling beteekent echter slechts een eerste stap naar een juist begrip van het verband. Onmiddellijk rijst de vraag: Hoe is het mogelijk dat de zooeven genoemde minderheid de massa van het volk die bij een oorlog slechts kan verliezen, dienstbaar kan maken aan haar begeerten? (Als ik van de massa des volks spreek, sluit ik ook hen niet uit, die als soldaten van alle vangen den oorlog als beroep hebben gekozen, in de overtuiging dat zij de verdediging van de hoogste goederen van hun volk dienen, en dat menigmaal aanval de beste verdediging- is). Hier schijnt het meest voor de hand liggende AAN INZENDERS VAN MANUSCRIPTEN wordt verzocht bij hun bijdragen een gefran keerd briefomslag met adres van den afzender in te sluiten. antwoord het volgende: de minderheid die op een gegeven oogenblik de macht heeft, beheerscht allereerst de school, de pens en meestal ook de godsdienstige organisaties. Met deze middelen be heerscht en leidt zij de gevoelens der groote massa en maakt deze tot haar willoos werktuig. Doch ook dit antwoord put niet den geheelen samenhang uit, want de vraag rijst, hoe het moge lijk is, dat de massa zich door de genoemde midde lentot razernij en zelf-opoffering toe laat opzweepen. Het antwoord kan slechts luiden: in den mensch leeft een behoefte om te haten en te vernietigen. Deze neiging is in normale tijden latent aan wezig en openbaart zich dan alleen bij abnormalen; zij kan echter betrekkelijk gemakkelijk worden opgewekt en tot massa-psychose verhevigd. Hier schuilt het diepste probleem van het geheele in zijn werking zoo noodlottige complex. Hier is de plek, die slechts de groote kenner der menschelijke aandriften kan ophelderen. Dit leidt tot een laatste vraag. Bestaat er een mogelijkheid, de geestelijke ontwikkeling der mfenschen zoo te leiden, dat zij sterker weerstand Unnen bieden aan de psychosen van haat eri vernietiging ? Ik denk daarbij geenszins uitsluitend aan de zoogenaamd onontwikkelden. Volgens mijn levenservaring bezwijkt integendeel juist het zoogenaamde intellect" het snelst voor de nood lottige massa-suggesties, doordat het niet direct pleegt te scheppen uit hetgeen het beleeft, maar via het bedrukte [papier het snelst en volledigst is te vangen. Ten slotte nog dit: ik heb tot nu toe alleen van oorlog tusschen staten, dus van zoogenaamde internationale conflicten gesproken. Ik ben mij bewust, dat het agressieve in den mensch ook in andere vormen en onder andere voorwaarden werkzaam is (b.v. burgeroorlogen, vroeger door godsdienstige, tegenwoordig door maatschappelijke oorzaken; vervolging van nationale minderheden). Ik heb echter met opzet den kenmerkendsten en verderfelijksten, immers ongebreideldsten vorm van den strijd tusschen menschelijke gemeenschap pen op den voorgrond geplaatst, omdat juist uit gaande van den oorlog misschien nog het gemak kelijkst kan worden aangetoond, hoe gewelddadige conflicten te vermijden zouden zijn. Ik weet, dat Gij in Uw geschriften op alle vragen, welke in verband staan met het dringende pro bleem dat ons bezig houdt, ten deele direct, ten deele indirect hebt geantwoord. Doch het zal uiter mate nuttig zijn, indien Gij het probleem van de pacificatie der wereld afzonderlijk behandelt in het licht van uw nieuwe inzichten, daar immers een dergelijke uiteenzetting de grondslag kan worden van een nieuwe en vruchtbare inspanning. Met hartelijke groeten, Uw A. EINSTEIN (Copyright ,,De Groene Amsterdammer") ASTORIA Het middelpunt der Zakenwereld Spreekzaal In mijn artikel in. het nummer van 18 Maart j.l. over Het gezag- van Nederland als koloniale mogendheid" heb ik gewaarschuwd tegen een op eenzijdige machtsontwikkeling gegrond koloniaal bewind, waarin ik aanleiding vond in de verschil lende in de pers verschenen beschouwingen met betrekking tot de muiterij op De Zeven l'rovinciën." Ik heb betoogd, dat: een, . uitsluitend op machtsmiddelen gebaseerde be stuursvoering over een millioenenbevolking van ander ras in een ander werelddeel voor Nederland een onmoge lijkheid is; in het landsbestuur de medewerking der bevolking in functies van bestuur en, landsverdediging niet ge mist kan worden; die medewerking verkregen zal worden, wanneer Nederland de historisch geworden plicht om de kolo niën te besturen naar ,, goede" beginselen van kolo niaal beleid vervult; iedere rechtgeaarde Nederlander zich ervan bewust moet zijn deel te moeten nemen aan de vervulling van dien plicht en daarvan door zijn houding jegens de; bevolking in de tropen blijk moet geven; alleen in dat geval de goede bedoelingen der Nederlandsche leiding voor die bevolking zullen kunnen worden aannemelijk gemaakt. De heer Bezemer stelt in het nummer van l dezer hiertegenover een op sentiment gebaseerde,, diepe overtuiging", dat de millioenen bevolking nooit vrijwillig ons gezag aanvaarden zal. Ik verwijs tot staving van mijn betoog naar de woorden van Ir. Staargaard, die zeker niet van drijfzand-ethiek" kan worden verdacht. Zie /.ijn brochure Oost en West in Nederlandsch-Indië" : ..De al'/emeene wil echter, als de het volk ty peerende mentaliteit op dit gebied, is bij de beide deelhebbers in dit Contrat Social tusschen de inlandsche volken en het Nederlandsche volk, dat gezag wél te willen.". Mijn dertigjarige ervaring als bestuursambte naar heeft mij het inzicht gegeven, dat die woorden volkomen juist zijn eri dat Ir. .S. gelijk heeft. wanneer hij daarop laat volgen: Dit leert nietalleen de ervaring aan hen, die jarenlang met rechtvaardigheid in denken en handelen en met den wil tot begrijpen in nauwe aanraking niet debevolking zijn geweest enz." J. Tentoonstellingen Vereeniging voor de Kunst, Utrecht. Werken van leden van De Brug". Tot 9 April. Kunstzaal D. G. Santee Landweer, Amsterdam. Fransche prentkunst. Tot 10 April. Nederlandsche vrouwenclub, Amsterdam. Crisis tentoonstelling van schilderijen. Tot 11 April. Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Werken var» Jeanne Bieruma Oosting. Tot 13 April. De Onafhankelijken. J. W. Brouwersstraat 3, Amsterdam. Voorjaarstentoonstelling van leden van De Onafhankelijken" en van Duitsche schilders. Tot 17 April. Kunstzalen A. Vecht, Amsterdam. Teekendngen> door Jos. H. Gosschalk. Tot 22 April. Kunstzaal 't Center, Den Haag. Werken vara P. W. Bulthuis. Tot 22 April. Van Wisselingh & Co, Amsterdam. Eeisschetser» door M. A. J. Bauer. Tot 23 April. Arti et Amicitia, Voorjaarstentoonstelling.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl