Historisch Archief 1877-1940
Dramatische kroniek
Henrik Scholte
Hm i l Ludwig's ,,Versailles"
. bij Saalborn
Wat Emil Ludwig in den vorm van geromanti
seerde journalistiek mislukte, is hem als
debuteerend tooneelschrijver althans voor een zeer groot
?deel gelukt: tegenover het zwakke boek Juli '14",
een drama van te. groote afmetingen in een soort
intellectueele detective-story van ie kleine, staat
Tiet sterke, breed-geschreven drama ,,Versailles";
?tegenover een onderschatte romantiek van het
oorlogsbegin het ware drama van het oorlogseinde.
Uiteraard heeft een stuk als Versailles"
-vooral in deze dagen weer een bijna pijnlijk groote
actualiteit, hetgeen ook bleek uit de open doekjes,
die de vertooning onderbraken. In deze actieve
Tjelangstelling van het publiek zit dit keer een zeer
"verheugend element, want Ludwig's drama toont
ons den hartstochtelijken schrijver op zijn breedst,
Injna zou men zeggen: op zijn objectiefst. Historici
?en politici moeten maar uitmaken in hoeverre ook
liier wellicht de wetenschap van nuchtere feiten en
nuchtere verklaringen geweld is aangedaan. De
lioöfdzaak blijft, dat het drama in den vorm, waarin
liet ons wordt voorgezet, den grooten schijn van
?waarschijnlijkheid heeft en, in stede van zich tegen
de gangbare publieke opinie aangaande de gebeurte
nissen van 1919 te verzetten, een beeld ontwerpt,
dat op intensieve belangstelling aanspraak maakt,
omdat het parallellen trekt en persoonlijkheden
"teekent zooals zij, in groote trekken, in een door
nog altijd versche herinneringen gevoede ver
beelding der groote massa leefden.
De dialogen in dit stuk zijn sterk, de dramatische
l>ouw is zwak. Elk dezer scènes is op zichzelf
"boeiend tooneel, maar de noodzakelijke ontwikke
ling ontbreekt. Eigenlijk is dit ook daarom weer
zulk een typische Ludwig geworden: virtuoze repor
tage, maar geen organische onderbouw. Al kan h'et
daarom de wereld niet schokken als een werk van
den eersten rang, het heeft althans en vooral op
<iit tijdstip de onschatbare waarde van een memen
to: zoo was het, nog slechts veertien jaar geleden.
«n hoeveel is er sindsdien reeds waar geworden
-van Wilson's profetieën !
Men moet het werk wel in de eerste plaats zien
als een glorificatie van Wilson, juist in zijn neder
laag. Met Wilson's idealisme identificeert de
schrij-ver zich min of meer en het is een van de grootste
deugden van het drama, dat Ludwig zijn hoofd
figuur ni'.-t op makkelijke en juist nu wellicht
dankTsare wijze zelf idealiseert, maar wel degelijk de
structuur van Wilson's ideologie ontleedt en zelfs
de schaduwzijden ervan: het professorale isolement
?en de onmiskenbare ijdelheid, waarmede elke the
oreticus zijn panacévoor alle kwalen propageert,
duidelijk in het licht stelt. Met Wilson's nederlaag,
«pn historische en hier ook historisch gefundeerde
nederlaag, tegen Clemenceau's
nationaal-patriotisme, het gladde opportunisme van den
realpolitiier" Lloyd George en de blinde machtsbegeerte der
nieuwbakken groote mogendheden (ietwat al te
paljasserig aangeduid in den niet al te snuggeren
tunstenaarskop van Paderowski, beter daaren
tegen in den Italiaan Orlando en de vilijrie kop
stukken der kleine Entente) is dit stuk inderdaad
«en drama geworden, tenslotte bijna een persoon
lijk drama van Wilson. In deze slottafereelen, nadat
de groote zitting der vredesconferentie een hoogte
punt van het spel der politieke troeven is geweest
en een avond bij den Engelschen gezant nog op
zulk een knappe wijze de coulissenfiguren van den
?wapenkoning Zacharoff en den edelen Fridjof
Nansen heeft laten zien, beperkt Ludwig zijn drama
zelfs al te zeer tot het lot van n tragisch individu,
?Waaromheen Europa haar spel van baatzuchtige
intrigues weeft. De groote politieke revue wordt
ingekooid waar hij haar tracht te verdiepen.
Als revue moet dit drama dan ook tenslotte ge
speeld worden, het eischt meer nog typeerkunst en
kernachtige voordracht van de spelers dan persoon
lijke karakterontleding. Laat men bij de opvoering
uitsluitend den inhoud van het drama leven, dan
ontstaat weliswaar een tijdsbeeld, maar een tijds
beeld waarover het verstand van den toeschouwer
gaat discussieeren, en het resultaat is dan een poli
tieke tinnegieterij, waarvoor het tooneel zich om
redenen van oppervlakkige dankbaarheid, aan de
politiek van den dag ontleend,
willoos beschikbaar stelt. Speelt
men het daarentegen werkelijk
als een revue met gepointeerde
typeering en sfeer rondom de
gesprekken iets dat Saalborn
zonder twijfel naar zijn,' beste
krachten poogde te geven,
dan leeft het drama min of meer
autonoom, het ontroert zelfs,
want Wilson stijgt er grooten ge'soleerd
uit op, de figuren van Lloyd George
en Clemenceau verliezen aan d* n eenen
kant bij nuchtere ontleding de natuur
getrouwheid, omdat wel sta; tslieden
in conferentie zich nimmer zoo p imitief
zouden hebben blootgegeven, n: aar zij
winnen aan den anderen kant £aan
dramatischen vorm, zij worden karak
ters onder hun uiterlijk type, zij worden
exponenten van wat zij ongetwijfeld
historisch waren, zij vormen een
intrigue, waarvan men onvoorwaardelijk
gelooft dat zij zich in groote lijnen
minder, theatraal natuurlijk, maar niet
minder duidelijk aldus in de dagen
vóór Versailles, aan den Quai d'Orsay
en in het Palais Murat moet hebben
afgespeeld (want aan den eigenlijken vooravond
van Versailles, vóór den komst der tot willooze
onderteekening gedwongen Duitschers, sluit het
stuk).
Het is een drama van den wereldburger Ludwig,
hetgeen beteekent, dat het op het oogenblik wel
nauwelijks geaccepteerd zou worden in Frankrijk,
noch in Engeland, laat staan dan in Duitschland,
hoewel het den Duitschers a contrario een argument
voor de herziening dier verdragen levert. Het wordt
dan ook gespeeld in Nederland, waar men er de
spanning minder sterk, want minder in de his
torische distantie verhelderd en verstard dan de
Affaire Dreyfus", dat echter niet zoo virtuoos uit
geschreven was ten volle van meeleeft, «onder
zich terstond buiten den schouwburg verplaatst te
wanen. t.
Saalborn's middelen, vooral aan ensceneer! ng.
waren te beperkt om de illusie op volle kracht te
herscheppen. Zijn typeerkunst, het spel ook van
vele acteurs, deden echteij wonderen en men aan
vaardde althans de vertooning als een individueel
krachtige uiting, in een te bescheiden kader bereikt.
Saalborn's Wilson, een physiek groote
metamorphose en uiterlijk natuurlijk niet ten volle accep
tabel, had echter innerlijke overtuiging en een
brillante climax naar het einde toe, de climax van een
groote tragische rol. Meertop n lijn, meer uiterst
talentvolle typeeringen bleven de Olemenceau van
Elias van Praag, vurig patriot, hard en sluw, een
vrijdenker van bitse logica en anti-Duitsch op
grond van een zuiver ontlaed ras-verschil (hij haat
de Duitschers niet, maar hij kan hen om hun deug
den niet uitstaan), en Lloyd George, die zooals
Ludwig geloofwaardiger over hem, dan door middel
van hem zeggen laat na driemaal dezelfde speech
zelf gelooft wat hij zegt en overigens altijd als twee
de het woord vraagt om door den eersten spreker
de stemming te laten peilen en zich in beminnelijk
opportunisme daarnaar te richten. En voorts tal
van dii minores, in de politiek en op de planken,
niettemin soms verrassend geslaagd.
Het is een stuk en een vertooning geworden voor
een speciaal (maar hopelijk groot) auditorium. Men
adverteert het in de eerste plaats voor
professioneele vredesapostelen. Hetgeen gevaarlijk is, want
juist deze menschen verdragen gemeenlijk geen
humor: een humor, die toch in dien typischen
cynischen en intellectueelen trant van Ludwig zoo
ruimschoots met de daardoor verscherpte tragiek
verbonden is.
..Als de wijn is in den man..,", van
K. de Flers en F. de t'roisset bij het
Centraal Tooneel
Onuitputtelijk als de markies de Flers was in het
vinden van charmante intrigues voor den
railleerenden dialoog van zijn boulevardstukken. waar
van slechts hij het uit betere tijden bewaarde
ambtsLloyd George (Henri Eerens), President Wilson
(Saalborn) en Clemenceau (Elias van Praag)
geheim bezat, ging hij zoo lang door met het in
wisselende collaboratie schrijven van comédie na
comédie, tot de dood hem eenige jaren geleden
vrijwel aan zijn schrijftafel verraste. Op die schrijf
tafel lag toen het onvoltooide tweede bedrijf van
Los Précieuses de Genève", dat reeds de als altijd
zeer critische en voor den toon van het stuk zeer
beslissende aanteekeningen d.roeg van zijn vriend
en laatsten collaborateur Francis de Croisset.Want
ondanks zijn geniale invallen scheen de Flers het
nimmer alleen af te kunnen en de invloed van de
Oroisset, die ook dat prachtige boekje na den dood
van de Flers schreef, heeft hem zelfs bijna opnieuw
tot comedieschrijver geboren doen worden. Les
Vigries du Seigneur" is het meesterstukje van die
samenwerking geweest: een gewaagde inval (die
was waarschijnlijk van de Flers) in een tamelijk
ongezouten, maar toch door en door Franschen
dialoogvorm (dat was waarschijnlijk van de
Croisset). Men lette maar eens op, hoe heel, heel weinig
verandering er eigenlijk in de intrigue en de per
sonages noodig was om een duplicaat van Shaw's
verbcten-verontwaardigde Mrs. Warrens
l'rofession" te verkrijgen !
Gelukkig kan men, mede dank zij de regie van
Laseur, die dit in Holland blijkbaar reeds eerder
bekende stuk tot overmoedig leven bracht, de
situatie aanschouwen zonder moreel geschokt te
worden. Kr werd gespeeld zoo goed als men een
Fransch stuk in hot zwaarder Hollandsch kan
spelen, want eigenlijk is dit eon geval, waar in een rad
exposéen met veel tirclantijntjes overheen
geloopen moet worden, zoo'n stuk, waar men de eerste
tien minuten niets van verstaat om dan de rest
in dien bepaalden sleutel te hooreri, waarin het ook
verstaan wil zijn. Laseur zelf speelde den jonkman
zeer teedcr besnaard en fijngevoelig, met een
kalmen humor en met hart. De Uree typeerde grappig
den dwazen Ilubert, die nu heelemaal een oud
manneke was en H ie Gilhuys en Marie Dresselhuys
waren de aanbiddelijke paranympfen van haar, die
in deze vertooning glorierijk haa,r beste proeve van
een virtuoze Pransche moederrol aflegde: Mien van
Kerckhoven- Kling, om haar uitbundigheid en hu
mor herhaalde malen door bijval uit de zaal onder
broken. Alles bij elkaar een goed tafehvijntje,
dit stuk, juist om het Hti tafel te nuttigen'.
Kunsthandel AALDERINK
Van heden af is ons adres :
Jacob van Lennepkade 55, A'dam
_ _<8 APRI1 TElVTOOBiSTE:LL,I!VG ^_
WERKEX H. YKEIjEKSTAM