De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 8 april pagina 9

8 april 1933 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

Dramatische kroniek Henrik Scholte Hm i l Ludwig's ,,Versailles" . bij Saalborn Wat Emil Ludwig in den vorm van geromanti seerde journalistiek mislukte, is hem als debuteerend tooneelschrijver althans voor een zeer groot ?deel gelukt: tegenover het zwakke boek Juli '14", een drama van te. groote afmetingen in een soort intellectueele detective-story van ie kleine, staat Tiet sterke, breed-geschreven drama ,,Versailles"; ?tegenover een onderschatte romantiek van het oorlogsbegin het ware drama van het oorlogseinde. Uiteraard heeft een stuk als Versailles" -vooral in deze dagen weer een bijna pijnlijk groote actualiteit, hetgeen ook bleek uit de open doekjes, die de vertooning onderbraken. In deze actieve Tjelangstelling van het publiek zit dit keer een zeer "verheugend element, want Ludwig's drama toont ons den hartstochtelijken schrijver op zijn breedst, Injna zou men zeggen: op zijn objectiefst. Historici ?en politici moeten maar uitmaken in hoeverre ook liier wellicht de wetenschap van nuchtere feiten en nuchtere verklaringen geweld is aangedaan. De lioöfdzaak blijft, dat het drama in den vorm, waarin liet ons wordt voorgezet, den grooten schijn van ?waarschijnlijkheid heeft en, in stede van zich tegen de gangbare publieke opinie aangaande de gebeurte nissen van 1919 te verzetten, een beeld ontwerpt, dat op intensieve belangstelling aanspraak maakt, omdat het parallellen trekt en persoonlijkheden "teekent zooals zij, in groote trekken, in een door nog altijd versche herinneringen gevoede ver beelding der groote massa leefden. De dialogen in dit stuk zijn sterk, de dramatische l>ouw is zwak. Elk dezer scènes is op zichzelf "boeiend tooneel, maar de noodzakelijke ontwikke ling ontbreekt. Eigenlijk is dit ook daarom weer zulk een typische Ludwig geworden: virtuoze repor tage, maar geen organische onderbouw. Al kan h'et daarom de wereld niet schokken als een werk van den eersten rang, het heeft althans en vooral op <iit tijdstip de onschatbare waarde van een memen to: zoo was het, nog slechts veertien jaar geleden. «n hoeveel is er sindsdien reeds waar geworden -van Wilson's profetieën ! Men moet het werk wel in de eerste plaats zien als een glorificatie van Wilson, juist in zijn neder laag. Met Wilson's idealisme identificeert de schrij-ver zich min of meer en het is een van de grootste deugden van het drama, dat Ludwig zijn hoofd figuur ni'.-t op makkelijke en juist nu wellicht dankTsare wijze zelf idealiseert, maar wel degelijk de structuur van Wilson's ideologie ontleedt en zelfs de schaduwzijden ervan: het professorale isolement ?en de onmiskenbare ijdelheid, waarmede elke the oreticus zijn panacévoor alle kwalen propageert, duidelijk in het licht stelt. Met Wilson's nederlaag, «pn historische en hier ook historisch gefundeerde nederlaag, tegen Clemenceau's nationaal-patriotisme, het gladde opportunisme van den realpolitiier" Lloyd George en de blinde machtsbegeerte der nieuwbakken groote mogendheden (ietwat al te paljasserig aangeduid in den niet al te snuggeren tunstenaarskop van Paderowski, beter daaren tegen in den Italiaan Orlando en de vilijrie kop stukken der kleine Entente) is dit stuk inderdaad «en drama geworden, tenslotte bijna een persoon lijk drama van Wilson. In deze slottafereelen, nadat de groote zitting der vredesconferentie een hoogte punt van het spel der politieke troeven is geweest en een avond bij den Engelschen gezant nog op zulk een knappe wijze de coulissenfiguren van den ?wapenkoning Zacharoff en den edelen Fridjof Nansen heeft laten zien, beperkt Ludwig zijn drama zelfs al te zeer tot het lot van n tragisch individu, ?Waaromheen Europa haar spel van baatzuchtige intrigues weeft. De groote politieke revue wordt ingekooid waar hij haar tracht te verdiepen. Als revue moet dit drama dan ook tenslotte ge speeld worden, het eischt meer nog typeerkunst en kernachtige voordracht van de spelers dan persoon lijke karakterontleding. Laat men bij de opvoering uitsluitend den inhoud van het drama leven, dan ontstaat weliswaar een tijdsbeeld, maar een tijds beeld waarover het verstand van den toeschouwer gaat discussieeren, en het resultaat is dan een poli tieke tinnegieterij, waarvoor het tooneel zich om redenen van oppervlakkige dankbaarheid, aan de politiek van den dag ontleend, willoos beschikbaar stelt. Speelt men het daarentegen werkelijk als een revue met gepointeerde typeering en sfeer rondom de gesprekken iets dat Saalborn zonder twijfel naar zijn,' beste krachten poogde te geven, dan leeft het drama min of meer autonoom, het ontroert zelfs, want Wilson stijgt er grooten ge'soleerd uit op, de figuren van Lloyd George en Clemenceau verliezen aan d* n eenen kant bij nuchtere ontleding de natuur getrouwheid, omdat wel sta; tslieden in conferentie zich nimmer zoo p imitief zouden hebben blootgegeven, n: aar zij winnen aan den anderen kant £aan dramatischen vorm, zij worden karak ters onder hun uiterlijk type, zij worden exponenten van wat zij ongetwijfeld historisch waren, zij vormen een intrigue, waarvan men onvoorwaardelijk gelooft dat zij zich in groote lijnen minder, theatraal natuurlijk, maar niet minder duidelijk aldus in de dagen vóór Versailles, aan den Quai d'Orsay en in het Palais Murat moet hebben afgespeeld (want aan den eigenlijken vooravond van Versailles, vóór den komst der tot willooze onderteekening gedwongen Duitschers, sluit het stuk). Het is een drama van den wereldburger Ludwig, hetgeen beteekent, dat het op het oogenblik wel nauwelijks geaccepteerd zou worden in Frankrijk, noch in Engeland, laat staan dan in Duitschland, hoewel het den Duitschers a contrario een argument voor de herziening dier verdragen levert. Het wordt dan ook gespeeld in Nederland, waar men er de spanning minder sterk, want minder in de his torische distantie verhelderd en verstard dan de Affaire Dreyfus", dat echter niet zoo virtuoos uit geschreven was ten volle van meeleeft, «onder zich terstond buiten den schouwburg verplaatst te wanen. t. Saalborn's middelen, vooral aan ensceneer! ng. waren te beperkt om de illusie op volle kracht te herscheppen. Zijn typeerkunst, het spel ook van vele acteurs, deden echteij wonderen en men aan vaardde althans de vertooning als een individueel krachtige uiting, in een te bescheiden kader bereikt. Saalborn's Wilson, een physiek groote metamorphose en uiterlijk natuurlijk niet ten volle accep tabel, had echter innerlijke overtuiging en een brillante climax naar het einde toe, de climax van een groote tragische rol. Meertop n lijn, meer uiterst talentvolle typeeringen bleven de Olemenceau van Elias van Praag, vurig patriot, hard en sluw, een vrijdenker van bitse logica en anti-Duitsch op grond van een zuiver ontlaed ras-verschil (hij haat de Duitschers niet, maar hij kan hen om hun deug den niet uitstaan), en Lloyd George, die zooals Ludwig geloofwaardiger over hem, dan door middel van hem zeggen laat na driemaal dezelfde speech zelf gelooft wat hij zegt en overigens altijd als twee de het woord vraagt om door den eersten spreker de stemming te laten peilen en zich in beminnelijk opportunisme daarnaar te richten. En voorts tal van dii minores, in de politiek en op de planken, niettemin soms verrassend geslaagd. Het is een stuk en een vertooning geworden voor een speciaal (maar hopelijk groot) auditorium. Men adverteert het in de eerste plaats voor professioneele vredesapostelen. Hetgeen gevaarlijk is, want juist deze menschen verdragen gemeenlijk geen humor: een humor, die toch in dien typischen cynischen en intellectueelen trant van Ludwig zoo ruimschoots met de daardoor verscherpte tragiek verbonden is. ..Als de wijn is in den man..,", van K. de Flers en F. de t'roisset bij het Centraal Tooneel Onuitputtelijk als de markies de Flers was in het vinden van charmante intrigues voor den railleerenden dialoog van zijn boulevardstukken. waar van slechts hij het uit betere tijden bewaarde ambtsLloyd George (Henri Eerens), President Wilson (Saalborn) en Clemenceau (Elias van Praag) geheim bezat, ging hij zoo lang door met het in wisselende collaboratie schrijven van comédie na comédie, tot de dood hem eenige jaren geleden vrijwel aan zijn schrijftafel verraste. Op die schrijf tafel lag toen het onvoltooide tweede bedrijf van Los Précieuses de Genève", dat reeds de als altijd zeer critische en voor den toon van het stuk zeer beslissende aanteekeningen d.roeg van zijn vriend en laatsten collaborateur Francis de Croisset.Want ondanks zijn geniale invallen scheen de Flers het nimmer alleen af te kunnen en de invloed van de Oroisset, die ook dat prachtige boekje na den dood van de Flers schreef, heeft hem zelfs bijna opnieuw tot comedieschrijver geboren doen worden. Les Vigries du Seigneur" is het meesterstukje van die samenwerking geweest: een gewaagde inval (die was waarschijnlijk van de Flers) in een tamelijk ongezouten, maar toch door en door Franschen dialoogvorm (dat was waarschijnlijk van de Croisset). Men lette maar eens op, hoe heel, heel weinig verandering er eigenlijk in de intrigue en de per sonages noodig was om een duplicaat van Shaw's verbcten-verontwaardigde Mrs. Warrens l'rofession" te verkrijgen ! Gelukkig kan men, mede dank zij de regie van Laseur, die dit in Holland blijkbaar reeds eerder bekende stuk tot overmoedig leven bracht, de situatie aanschouwen zonder moreel geschokt te worden. Kr werd gespeeld zoo goed als men een Fransch stuk in hot zwaarder Hollandsch kan spelen, want eigenlijk is dit eon geval, waar in een rad exposéen met veel tirclantijntjes overheen geloopen moet worden, zoo'n stuk, waar men de eerste tien minuten niets van verstaat om dan de rest in dien bepaalden sleutel te hooreri, waarin het ook verstaan wil zijn. Laseur zelf speelde den jonkman zeer teedcr besnaard en fijngevoelig, met een kalmen humor en met hart. De Uree typeerde grappig den dwazen Ilubert, die nu heelemaal een oud manneke was en H ie Gilhuys en Marie Dresselhuys waren de aanbiddelijke paranympfen van haar, die in deze vertooning glorierijk haa,r beste proeve van een virtuoze Pransche moederrol aflegde: Mien van Kerckhoven- Kling, om haar uitbundigheid en hu mor herhaalde malen door bijval uit de zaal onder broken. Alles bij elkaar een goed tafehvijntje, dit stuk, juist om het Hti tafel te nuttigen'. Kunsthandel AALDERINK Van heden af is ons adres : Jacob van Lennepkade 55, A'dam _ _<8 APRI1 TElVTOOBiSTE:LL,I!VG ^_ WERKEX H. YKEIjEKSTAM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl