De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 15 april pagina 11

15 april 1933 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

N MODELLEN few Volhardende Toewij ding ssenbroek vereeniging de Handelskamer" te Rotter dam, waarbij het mogelijk werd een dag en nachteffect toe te passen. Schepen varen, auto's rijden af en aan; hijschkranen tillen uit de scheepsrompen de daarin vervoerde lasten in lichters en spoorwagens over; dan valt de avond en overal wordt licht ontstoken. Men begrijpt hoe aantrekkelijk zulk speelgoed voor groote menschen en kinderen" op tentoonstsllingen en in toonkamers kan zijn en daar is natuurlijk ook de propagandistische waarde, waarbij de macht der reclame een duit in het zakje doet l Buning e n s c neert zijn modellen met smaak en inzicht. Vaak is hierbij de weerschijn der inge nieurs-kunst van den nieuwen tijd duidelijk merkbaar. Zijn maquettes en modellen zien er uit alsof alles al spelenderwijze tot stand gekomen is maarover alles is nagedacht en alles is berede neerd en bekeken". Er zit ruggegraat" in en dat vindt in hoofdzaak zijn grond in liet feit dat elke nieuwe opgave ook in een nieuwe oplossing wordt omgezet. Aan de hand van speciaal daarvoor gemaakte werkteekeningen wordt, voor men er aan begint, het model tot in de kleinste onderdeelen verklaard; het doel en de werking ?:?' der machinerieën uitgelegd en eerst wanneer allen weten waar het om gaat kan de arbeid een aanvang nemen. Hier is dus samenwerking een der voornaamste factoren. Het prettige van hst geval is. dat een elk daar in de werkplaatsen te Hengelo, bevrijd van den dwang der nieuwe leuzen van specialisatie, efficiency, normalisatie, seriefabricage rustig zijn gang kan gaan, met liefde de opgedragen taak volbrengend, ?om bij aflevering van het voltooide werkstuk daarvan ge/.amentlijk de grootste voldoening te hebben want men leeft hier immers van werk dat ten volle de toewijding, aandacht en vcorkeur heeft van een ieder die eraan deelneemt ! i Illustraties bij dit artikel. Links boven: S.S. Marais van St. Aldegonde". Hechts boven: Beweegbaar model van de handelskamer. Dag- en nachtefi'ect. _ Links onder: Turbine-installatie 16000 K .W. Gebr. Stork en Co. Rechts onder: Dieselgemaal Bonersluis" te Maassluis. In het midden (boven): Gebouw en elevators der N.V. Graansilomaatschappij te Rotterdam, (onder): Gedeelte van Coenhaven te Amsterdam met M.S. Tabian". j . Schilderkunst: Kollamlselic Kmisieiiaarsltriiig. in ; het Gcmeen<e-lH«seuiii te Amsterdam ' De tentoonstelling van den Hollandschen Kunstenaarskring is een tijd lang : een tentoonstelling geweest, waar ge vondsten koiidt doen. Dat is een beetje ' veranderd; de schilderkunst werd op de tentoonstellingen van den Kunste naarskring te stabiel. Zij neigde bij sommigen naar liet procédé; bij anderen viel een achteruitgang, een vermindering vast te stellen. De lieve last en de felle drift ontbraken. Gekondt soms wenschen, dat sommigen van de leden een schop kregen onder den psycbischen broek, en dat zij, bezield, weer eens uitschoten vol levendigheid, desnoods dwarsigheid, desnoods vol kwaaien onwil. Deze toestand is op deze kleine, fatsoenlijke tentoonstelling nog niet overwonnen; nog altijd kijk ik van mijn toren af uit, of het wenschelijk, psychisch gevaar niet in aantocht is, dat hun de te gemakkelijke rust en bewustheid zal verstoren eri hen zoodoende levender zal maken dan zij nu zijn. Ik wacht op de nieuwe en noodige ontevredenheid, over hen lütberstend, of diep in hen invre tend. Maar is dit mijn wensch en dit het geval bij de schilders, toch heeft deze tentoonstelling gelukkig een reden, en die is, naast het genoegen om de geestige kleurbeeldjes van Hildo Krop, het genoegen om twee beeldhouwers, die hier défleur geven aan deze twintigste tentoonstelling. Het werk van Wezelaar was mij bekend, maar wat hij inzond, maakt het bekende blijvender, en maakt het nieuwe tot een genoegen. Vooral de Tors (een studie) in gebakken aarde (Kogan maakte nog schooners van zulken) en een Baadster, forsch in brons, doen verwachten dat het Museum daarvan minstens n zal willen behouden. Een onbekende was mij C. Schriklter, niet lang geleden naar ik hoor nog een leerling van Bronner en die nu in Frankrijk woont. Hij is inderdaad een der verrasssingen en hetzelfde verlangen, dat ik uitte ten opzichte.van het werk van Wezelaar, uil ik ten opzichte van het werk van Schrikker. Drie beelden troffen mij het me;st; het maskert je (0) eii t we o vromvenbusten (3 en 2). Vooral het Maskert je doet een nieuwen beeldhouwer verwachten. . . . Een vierde beeld houwer. Chabot, y.ond teekeningen, geen beelden. Ik besprak die pas. Ik noem dus 1-ier alleen als het meest-geslaagd: den Stier (i), Wat de schilderijen der schilders aangaat, ik kan daarover volstaan met enkele opmerken. Jan Sluij/ci-s is fijn en elegant, in de kleur iets vicieus in een werk als de Amstelveensche Weg (1915) en in een sterk cubistisoh werk uit 1913. een ontwakende viouw. zonder n smet in de kleur. liet stilleven met naakt figuur (1933) is van de thans meer gekende soort. De beste twee werken van l'iet Wiegman zün liet ?.lude.-mu.nnen-en-vrouwen.lmis en het stilleven; van Mütthieu Wieirman verkies ik de Hongerigcn spijzen en/.. Elso Berg irs het aangenaamst in een naakt (maar waarom de randjes er rond?) C'olnot iu een stilleven vol gele bruinen. Merkwaardig zijn Eekman's blauwe werken (de Marktvrouw); van Kruyder vermeld ik de Bloemen. Moolhny/eii's grauwen zijn toch uiterlijk; f'cï;wc,i?;?, is een der mindere broeders; de JJloemerikoopman vertegenwoordigt IMet van Wijngaerdt. Er is dus iets op de/e tentoonstelling te vinden, maai' niet genoes'. Er moet meer komen. Zijn het Vflgeiid jaar de schilders van den Kunstenaarskring nog niet uit het vel hunner trar..;rheid en tevredenheid en rust gesprongen, waarom zouden zij dan niet als opwekking een beeldhouwer of een schilder erger,;: vinden, die meer en werkelijk vertier bracht op de tentoonstelling:' Loer/iek moeten we toch allen blijven. PLASSOHAKRV Meuwe uitgaven Robert E. Burns, Ik ben een vluchteliny. Roman uit het leven van een kettingganger in Amerika. Uit het Amerikaansch vertaald door W. J. A. Roldanus Jr. Geillustreerd. Uitgave van de X.V. de ZuidHoll, Boek- en Hand. drukkerij, den Haag.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl