Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 15 April 1933
N o. 2915
Gevaren en aspecten in
Duitschland
Dr. M. van Blankenstein
r
r,
Lï'
»?**<
-v-.
i*?.
* '
?t
i
Gednld ,
Men mag door het tragische lot van de Duitsche
joden het oog niet verliezen voor de bittere tragedie
van het Duitsche volk. Een geestelijke St. Vitus
dans heeft dit volk bevangen; en in den aanval
daarvan doet het ontstellende, menschonteerende
dingen. Daarbij houdt het zijn eigen, door de diepte
vanuitgestane ellende te voorschijn
geperste,krampachtige bewegingen voor het ontwaken van nieuwe
krachten. De aanvoerders bij dien dans zweepen
hun volgelingen op in redevoeringen, die de ether
over heel Europa draagt en die dan ook de vreem
deling met ontzette verbazing aanhoort. De
uitwerking van hun woorden en daden blijven dien
aanvoerders niet verborgen. Het oordeel van de
buitenwereld krenkt hen, beschaamt hen, ver
schrikt hen zelfs, maar vervult hen tegelijkertijd
met verdubbelden wrok. Wijken voor het oordeel
der wereld willen zij niet, zich erbij neerleggen
evenmin. Daarom trachten zij de dingen te
for"ceeren. Dat hebben zij wederom met groote kennis
vta de mentaliteit van eigen volk gedaan, maar
tevens opnieuw met volledig wanbegrip omtrent
de opvattingen in de buitenwereld. Om de stem
ming in het binnenland nog verder op te zetten
hebben zij een kunstigen Ersatz" voor oorlogs
psychose opgewekt. Wederom was Duitschland
door de buitenwereld aangevallen; dezen keer
niet met de wapenen, maar met een
gruweleampagne. Vreemde joden hadden die georganiseerd;
daarom zou het op de Duitsche joden worden ge
wroken. Men zou dezen door een volstrekt boycot,
een wonder van Duitsche organisatie, algeheel
vernietigen". Zoo drukte de groote aanlegger van
het plan, de minister Goebbels het uit. Er was geen
enkele reden meer om er aan te twijfelen, dat dit
dreigement ernstig bedoeld was. Men had de Duit
sche joden m zijn macht, de buitenwereld was
blijkbaar erg begaan met hun lot, den
buitenlandschen joden was daaraan zelfs alles gelegen. Nu zon
men hen pijnigen tot de buitenwereld moest erken
nen dat in Duitechland geen onbehoorlijke dingen
waren geschied.
Het was niet een gruwelcampagne waartegen
men zich te weer zette. Want buiten zekere socia
listische en communistische bladen, waarmede de
Duitsche regeering apart afrekende door alle socia
listische bladen in het Rijk verboden te houden,
was er in de pers van West Europa niets geweest
wat ook eenigermate daarop geleek. Men had Duit
sche, en daarom streng gezeefde berichten over
incidenten opgenomen, en had verreweg het meeste
en het ergste wat verder de redacties bereikte, ook
als dit in hooge mate waarschijnlijk klonk, terzijde
gelegd. Men was bereid het niet al te hoog aan te
rekenen als in dat groote Duitsche rijk, tijdens een
revolutie en bij zoo groote opgewondenheid, hier
en daar uitspattingen waren voorgekomen. Men
had toen ook nog geen goede voorstelling van het
schrikbewind, dat de bruinhemden" op vele plaat
sen over de joden hadden uitgeoefend en hier en
daar zelfs nog uitoefenen. Daarover zijn de groote
Engelsche bladen eerst goed gaan schrijven in de
dagen waarin Berlijn, nu op zijn beurt geïntimi
deerd door de stemming in de wereld en onder den
druk van de niet-nationaalsocialistische elementen
in de regeering, besloot het boycot niet voort te zet
ten omdat de gruwelcampagne was opgegeven".
Men schijnt -te Berlijn werkelijk niet te hebben
begrepen, dat veel meer dan alle gruwelberichten"
bij elkaar, de redevoeringen en dreigementen van
een Goering, een Goebbels en, ergste van allen, van
een Kerll, de wereld hadden opgeschrikt.
Zooals men in Duitschland het volk tot be
paalde opvattingen dwong, zoo moest de buiten
wereld ook genoodzaakt worden het nieuwe bewind
in Duitschland een behoorlijk bewind te vinden. Dus
zouden de Duitsche joden worden gepijnigd tot de
buitenwereld toegaf. En daarom ook werden zij
gedwongen naar buiten te berichten dat er van
alle gruwelen" die hoofdzakelijk officieel uit
Duitschland waren gemeld en van alle vervol
ging niets waar was.
Zoo mechanisch heeft dit stelsel doorgedraaid,
dat wij zelfs na den dag van boycot nog verkla
ringen hebben ontvangen, dat in Duitschland nog
geen jood behindert" was. Dit overtrof het be
ruchte Es ist nicht wahr'* uit de eerste oorlogs
weken nog in dwaasheid!
Maar hoe het zij, het boycot is overgedreven,
voorzoover het tegen-handelaars was gericht. Het
moest worden opgegeven onder allerlei druk maar
niet in de laatste plaats ook om het noodlottige
er van voor het oeconomische leven van heel
Duitschland. De maatregelen tegen de joodsche
intellectueelan gaan echter door en zij vormen het
noodlottigste gedeelte-van het plan. Het joodsche
intellect, dat een zoo groot aandeel héft gehad in
de opkomst van Duitachland op ieder gebied en aan
de glorie der Duitschei,Kultur", zal op die manier
het bestaan volkomen Onmogelijk worden gemaakt.
Wij beschouwen dit'echter niet als het
onmiddelijkst dreigende gevaar. In deze dagen zullen de
Duitsche joden in bijzondere vrees leven doordat
een felle campagne wordt gevoerd met het sprookje
van den ritueelen mogrd voor de bereiding van het
joodsche paaschbrood. De moeders worden ge
waarschuwd in dezen joodschen paaschtijd hun
kinderen vooral thuis te houden. Er wordt op het
oogenblik een brochure van een Dr. von Leers in
Duitschland op groote schaal voor den civielen
prijs van 10 pfennig verkocht. De titel luidt,, Juden
raus !" Het is een weerzinwekkend pamflet vol van
de kwaadaardigste verdraaiingen. Op blz. 18 begint
dan een opsomming van gevallen van ritueelen
moord, door de middeleeuwsche Kerk geconsta
teerd". Bijzonder boosaardig wordt dit relaas als
het moderne tijden bereikt, omdat daar insinuaties
als feiten worden voorgesteld. En het eindigt dan
met de woorden: Uren lang kon men nog gevallen
van joodsche ritueele moorden aanhalen waarin
arme, onschuldige kleine kinderen door joodsche
duivels geslacht en gemeen ten doode zijn gekweld".
Vet gedrukt volgt dan nog: Moeders, zorgt er
voor, dat het joodsche gevaar voor uw arme kin
deren uit het land komt l"
Men begrijpt wat dit op het oogenblik
beteekenen kan, nu de groote menigte onder iedere sug
gestie is te brengen en de argelooze maar gevaar
lijke bruinhemden" den toestand nog geheel
beheerschen. Het vinden van het een of andere lijk
kan een hel ontketenen, niet alleen voor de Duitsche
joden, maar voor de gevoelens van de heele
menschheid.
De Duitsche revolutie zoekt zijn ontspanning in
het emotioneele; maar van practische daden tot
verlichting van den oeconomischen nood hooren
wij nog niets. Tot nog toe heeft de revolutie alleen
bewerkt dat het staatsbudget nog weer zwaar
der belast wordt. Revolutie houden is duur, dat
is te allen tijde gebleken. Maar het is bijzonder
duur nu in Duitschland. Waarschijnlijk heeft nog
geen revolutie op zoo groote schaal vrijwillig amb
tenaren ontslagen. De bolsjewieksche revolutie van
1917 toonde een dergelijk tafereel, maar daar waren
het de ambtenaren zelf die bij wijze van protest
uit hun bureaux liepen. In Duitschland gaat dat
alles meer of minder regelmatig, en aan een zeer
groot gedeelte van het vervangen hoogere perso
neel zal men pensioenen of wachtgelden moeten
betalen. Daarnaast zullen de nieuwe ambtenaren
hun salaris trekken. Van inkrimpingen hoort men
niet; het tegendeel is waar, zooveel mogelijk leden
van de" partij moeten aan baantjes worden ge
holpen. De baantjesjagerij is de eerste ergernis
van de Duitschnationale bondgenooten geweest.
Verder zijn talloozo bruinhemden" als hulp in de
politiemacht opgenomen.
Men moet zich afvragen hoe een zoo sterk
verASTORIA
Hier treft zich Kunst»
Sport en Elegance'
nieuwde, en niet volgens selectie naar bekwaamheid
vernieuwde bureaucratie zal werken. De revolutie
van 1918 is daarin oneindig veel voorzichtiger ge
weest. Desniettemin heeft het ambtenaarcorps
zeer geleden door de onbekwaamheid en andere
onprettige eigenschappen die een aantal uit
partijgeest gekozenen kenmerkten. Veel corruptie kon
insluipen, wellicht niet hoofdzakelijk door oneer
lijkheid van ambtenaren, maar vooral ook door
hun onbekwaamheid om een goede controle uit te
oefenen. Tal van etterbuilen zijn in de laatste jaren
gebarsten. Men had nu eindelijk wat geleerd. Nu
echter kan met nieuwe krachten het oude spel van
voren aan weer beginnen.
Aan de ambten mag niet worden geraakt. Hitler
heeft den grooten stap genomen, een algemeene
unificatie in te voeren van het Rijk. Aan de zelf
standige politiek van de bondsstaten, ja aan alle
politiek in de bondsstaten is daardoor een einde
gemaakt. Daaraan was groote behoefte. Het voort
bestaan van 17 afzonderlijke regeeringen met 17
parlementen, met tallooze ministers, minwterie»
en ministeriale ambtenaren was een al te zware
last voor het geldelijk noodlijdende Duitschland.
Niemand had iets daartegen gedurfd. Maar nu is
er hoop dat de maatregel van Hitler in de verdere
ontwikkeling de gewenschte vereenvoudiging mo
gelijk maakt.
Hitler zelf doet dat echter nu nog niet. Hij schaft
geen parlementen die in den laateten tijd wat
ingekrompen zijn hij schaft geen ministers en
ministeries af. Kan dat niet omdat daar nu juist
enkel vriendjes zetelen? De veranderingen bestaan
ambtelijk daarin, dat de staatspresidenten in de
Landen" door stadhouders" van Berlijn ver
vangen worden. Deze verandering is zeer gering.
daar ook de staatspresidenten, door Hitler aange
steld, reeds het hoofdkwartier in het Rijk moesten
gehoorzamen. Maar desniettemin kan men niet
ontkennen dat het besluit principieele beteekenis
heeft. Het heeft alleen niet de practische gevolgen,
waaraan Duitschland op het oogenblik in de eerste
plaats behoefte heeft.
* *
#
Het wordt langzamerhand bevreemdend en baast
angstwekkend, dat men alleen onbepaalde beloften
van oeconomische verbetering uit Duitschland
blijft vernemen, maar dat er in werkelijkheid nog
niets geschiedt en zelfs niets wordt aangekondigd.
Men spreekt van fantastische kolonisatieplannen
waarvan na elkaar alle regeerders in Duitschland
het bedriegelijke hebben ingezien. Men spreekt
ook van een plan van Hitler om een paar millioen
ongeoefende werklooze arbeiders in te schuiven
tusschen de werkende arbeiders, een verdunning van
de werkgelegenheid dus, een verdere verarming
van de nog werkenden, en een gevaar voor de nij
verheid.
Verder echter bestaat er nog geen plan. Hoe lang
zullen de volgelingen geduldig blijven? Met joden
vervolging als spelen" kan men hen het gemis
aan brood" niet blijvend over het hoofd laten
zien. Met een uniform aan, zoo zegt men wel, kan
de Duitscher heel wat verdragen. Maar alle lijd
zaamheid heeft haar grenzen. Wij nemen gaarne
aan, dat die grenzen nog vrij ver weg liggen. Maar
wij hooren zoo niets, heelemaal niets. Wij zien
slechts de ongunstige resultaten van de onrust.
En als het ongeduld komt, wien zal het dan
treffen ?
Kon. Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER & Co+
DEN HAAG
AMSTERDAM
ARNHEM
VERZENDING VAN TENTOONSTELLINGS
GOEDEREN