Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 15 April 1933
No. 2915
Italiaansche en
Fransche boeken
Rosso di San Secondo
Jjoiiis-Ferdfhattd Céline
Deleden van de Académie Goncourt,
die ieder jaar den prijs van dien naam
moeten toekennen, doen niet altijd
een gelukkige keuze. Althans niet in
de laatste jaren. Dsn vorigen keer
bekroonden zij het sent imenteele en
onbelangrijke boek van Jean Fayard,
Mal d'amour. Er zijn, zal men zeggen,
eertijds nog erger dingen gebeurd,
namelijk de toekenning van den
prijs aan Malherbe en Maran. Ik geef
het toe, maar nimmer wellicht was
de vergissing van die heeren zoo
opvallend als ditmaal, omdat er nu
een werk was verschenen, dat zich als
het ware vanzelf opdrong: Voyage
au bout de In Nuit door Louis
Ferdinand Céline.
Het boek had dadelijk een groot
succes, om zeer diverse redenen,
waarvan er eenige niets met literatuur
hebben te maken.
In elk geval is Voyage au bout
de la Nuit een interessant boek.
Het is de confessie van een genees
heer, die verbonden is aan een zie
kenhuis in een der voorsteden van
Parijs. Dit is hij althans aan het
einde van het boek, maar eer wij zoo
ver zijn, heeft de man heel wat mee
gemaakt. Het is wat men noemt: een
somber verhaal. Wij krijgen eerst een
beeld van den oorlog. Alweer een,
zal men zeggen. Gelukkig lijkt het
beeld dat Céline ons van de ver
schrikkingen van den oorlog geeft
geenszins op dat van Bavbusse,
Dorgelès, Montherlant, Remarque, noch
van wie ook.
Het is directer en persoonlijker en
mist elke strekking; het is noch
patriotiach, noch humanitair, het is de
eenvoudige, brutale realiteit. Als
Bardamu zoo heet de held van het
boek naderhand in Fransch Congo
komt, gaat het hem niet veel beter
dan in de wreede oorlogsbui. De kolo
nisatie, zooals de auteur ons die
voorstelt is, alleen een ander genre
van verschrikking. Ook het leven te
New- York is voor Bardamu niet
milder.
De Amerikaarische grootheid en
rijkdom imponeeren hem allerminst:
tegenover elke maatschappij en elke
beschaving staat hij even vijandig.
* Na zijn terugkeer naar Frankrijk,
als Bardamu zich als geneesheer ves
tigt in een der voorsteden van Parijs,
daalt hij nog eenige treden lager in
de hel van het menschelijk bestaan.
Hij is de getuige en do onvrijwillige
medeplichtige van een sinisteren aan
slag op een oude vrouw, wier kinderen
haar trachten uit den weg te ruimen.
Maar dit is slechts een incident, zooals
alles wat in dit boek wordt verhaald.
Vaak zijn de incidenten van een aan
grijpende tragiek, andermaal van een
bizondere komische kracht. Maar de
grond van gansch het boek is een
ontzettend pessimisme, de meest ab
solute negatie, niet alleen van elk
mogelijk geluk, maar van elk
menschwaardig bestaan. En dit pessimisme is
niet, zooals bij Huysmans en andere
naturalisten, principieel. Het is hier
een volkomen natuurlijke atmosfeer,
het groeit uit het verhaal zelf. Men
moet ook constatceren dat het boek
van Céline volstrekt niet modern is,
in dien zin, dat het naar den geest of
den stijl, een of andere literaire mode
van thans zou volgen. Het kon net
zoo goed na don oorlog van 1870
zijn geschreven en het is inderdaad
meer verwant met het werk der beste
naturalisten, dan met dit van welk
modern auteur ook.
De originaliteit van hc-t boek van
Céline ligt voorts in den toon van de
taal, die terugkeert naar de oude beeld
rijke, forsche taal van het volk. En
dit is niet alleen een folkloristische
eigenaardigheid. Die toon is werkelijk
echt en is alleszins bij de psychologie
van den verhaler aangepast. Alleen
in een paar hoofdstukken wordt de
taal van den auteur hinderlijk door
een zekere opgeschroefdheid, een al
ta gemakkelijke persiflage of al te
felle declamatie.
Voya'je uu bout de la Nuit is een
der interessante openbaringen uit den
laatsten tijd, een bitter en pijnlijk
menschelijk document.
J. VAN NIJLEN
e del nostro cuore
Een nieuw werk van den ook
ten onzent niet geheel onbekenden
Itlaiaanschen auteur Kosso di San
Secondo verscheen.
Het boek draagt den veelbelovenden
titel ,,Luce del nostro Cuore" (Het
licht van ons Hart) en de schrijver is
er inderdaad in geslaagd de wereld te
bezien en te belichten zooals zijn hart
hem dat ingaf.
tRosso, en het is van belang dit te
onthouden om hem beter te begrijpen,
is geboren op Sicilië, het land van
licht, van zon en van kleuren en men
vindt den weerklank daarvan in zijn
kunst, die wil leeren dat een schoone
droom meer waarde heeft dan de vaak
leelijke werkelijkheid.
Het boek, dat uit novellen bestaat,
is in vier deelen verdeeld: Ie No
vellen van het Meer van Como; 2e
Berlijn (1928?1929); 3e Tusschen
Noord en Zuid en 4e Terug in het
Noorden. (Duitschland 1931 1932).
Alleraardigst is de eerste novelle,
getiteld: De bekranste ezel, waarinde
schrijver zijn lezers opwekt de oogen
te openen voor de oneindige vreugde
die in de lente ligt.
Ook zijn reisimpressies zijn het
lezen overwaard en zeer interessant
is het op te merken welke indrukken
de Noordelijke landen op den Zuide
lijken geest van den auteur maken en j
hoe sommige dingen, die daar zoo
geheel anders zijn dan hij ze in zijn
land gewoon is, zijne groote ver
wondering wekken.
In de novelle getiteld ,,Wedekind
in de Klosterstrasze" b.v. uit hij zijn
verbazing over het feit dat in een 5e
rangs theatertje in een volksbuurt in
Berlijn voor een aandachtig luisterend
publiek, hoofdzakelijk bestaande uit
slagers, bakkers e.d.. reeds gedurende
c.a. drie jaren Wedekind's Doos van
Pandora opgevoerd wordt.
Het boek ontleende zijn titel aan
do gelijknamige novelle. Hk-rin ver
haalt de schrijver, dat hij in de Neue
Kreie Presse het bericht las d.at men in
Athene het graf nu-t Int stoffelijk over
schot van Plato zou hebben gevonden.
Deze mededeeling vervulde hem
met droefheid en teleurstelling, omdat
zij het beeld verstoorde hetwelk hij
zich onbewuht van Plato had ge
vormd, een. Plato zonder lichaam en
dus zonder stoffelijk overschot, ,,te
ruggekeerd in het hemelsohe vader
land, nadat hij de menschen had
verblind met het ultraviolette licht
van de gedachten." Wij herkennen
hier de vrees van den artist voor het
verstoren van zijn droom, maar ook
ondergaan wij bij het lezen van deze
novelle den invloed van het groote
platonische licht dat onze dagelijksche
moeielijkhcden en dagelijkse!)011 strijd
vergemakkelijkt.
In de laatste novelle uit den
bundel. Ken Tocht door Holland,
vertelt Rosso van het weerzien van
ons land na 20 jaar. l'it verschillende
vroeger verschenen werken spreekt
zijn heimwee naar Holland, dat hem
zoo gastvrij on liefderijk ontving, toen
hij als jonge man in een periode van
depressie hier zijn evenwicht terug
vond.
Veel vindt hij hier veranderd, ver
groot, de menschen van vroeger ver
ouderd, maar veel is ook gebleven.
U. VAN DKU STKMPEL
SANDERS.
Spoor's
Mosterd
W. A. Spoor Jr,, Culemborg.
Zoo'n Kersen-eitje
moet U eens proe
ven! Betuwsche Mei
kersen op kirsch, 'n
Drost e-specialiteit!
Droste'sPaasch-eitjes
kunt U echter nog in
tal van andere heer
lijke smaken krijgen
(per ons verkrijgbaar).
Vraagt Uw winkelier.
DROSTE
PAASCH TJ&S
ALTIJD WELKOM!
Witte Tanden: Chlorodont ;
i
de heerlijk verfrisschend smakende pepermunt tandpasta Tube 35 cent en 6O cent l