Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 15 April 1933
Een liols per dag
houdt U gezond.
Het begin van een duin
Foto A. Burdet
Duinbebossching
Dr. Jac. P. Thijsse
Flink aanpakken!
De heer J. A. van Steyn, die op 6 April te
Wageningen promoveerde, heeft de litteratuur
over de duinen verrijkt met een werk, dat voor
lange jaren den grondslag zal blijven vormen voor
alle bemoeiingen met ons zoo geliefd en bewon
derenswaardig duinlandschap. Het kan in dit
opzicht vergeleken worden met Jakob Jeswiets
Entwicklungsgeschichte der Flora der
Holliindisehen Dünen, die twintig jaar geleden verscheen
en thans nog gezaghebbend is, ook als zoodanig
door van Steyn wordt aangehaald.
Aan litteratuur over de duinen ontbreekt het
trouwens niet, de lijst achter in Duinb"ebossching
?telt vele honderden nummers en we krijgen over
den -inhoud van die studies alles te hooren in het
historisch overzicht, waarmee van Steyn zijn
boek begint. Iedereen kent het belang van de
lessen der historie. Iedereen weet ook, hoe die lessen
vaak gecomprimeerd kunnen worden in weinig
woorden; denk maar eens aan het beroemde ken
u zelven''. Wij zouden de bemoeiingen der menschen
met de duinen in den loop der tijden kunnen
samenvatten als volgt: zoo lang de duinen be
staan, hebben de menschen er aan gemorreld, dom,
baatzuchtig en zonder eenig gevoel voor de toe
komst, zonder inzicht in de natuurlijke ontwikkeling
van het landschap.
Wanneer de duinen ongemoeid waren gelaten,
dan. Kouden zij grootendeels bedekt zijn met
bosch van eiken en berken, misschien ook popu
lieren en beuken, met rijken ondergroei van mei
doorn, lijsterbes, Geldersche roos, kardinaalsmuts,
wegedoorn, rozen, bramen, kamperfoelie etc.
Sommige hellingen en hoogvlakten zouden in
beslag genomen zijn door een gesloten groei van
duindoprn en vlier, elders vonden we misschien
bijna zuivere bestanden van duinroos of grazige
hellingen, getooid met eereprijs en viooltjes. Naar
de zee toe in het stuifgebied wordt helm de hoofd
figuur en heelemaal op het strand helpt het
biestarwegras telkens nieuwe duinen vormen.
Koninkl. Bloemkweekerij Wilhelmina,"
Charles van Ginneken & Zoon, Zundert, N.B..
Het van ouds gunstig bekende adres voor
Dennen, ter bebosscbing(uitsluitendinheemsch zaad)
Exotische Dennen- en Sparrensoorten,
Bosch- en Haagplantsoen,
B o o m e n en Heesters.
Catalogi op aanvraag gratis en franco.
Tel.interc. Ho. 1. Telegram-Adres: Wilhelmina, Zundert
In de laagten hebben we zoetwatermeertjes
omgeven door moerassige strooken met den wei
bekenden fabelachtig mooien en rijken planten
groei. Het niveau van den waterspiegel varieert
sterk in overeenstemming met den regenval.
Ge zult opmerken, dat al dit fraais broksgewijs
nog aanwezig is en wij hopen vurig, dat dit nog
eenmaal het algemeene beeld van onze duinwereld
mag worden. Van Steyn vertelt ons, hoe in den
loop der tijden, nu hier, dan daar bij enkele personen
het besef heeft bestaan, dat er werkelijk iets
heerlijks van de duinen is te maken. Maar al te
dikwijls zijn die pogingen mislukt, doordat men
zich niet voldoende rekenschap gaf van den aard
van den bodem en van den invloed van het klimaat
en de weersgesteldheid. En eeuwen bij eeuwen,
sinds de Romeinen hier te lande verschenen, heeft
het konijn zijn fatalen invloed doen gelden. Daarbij
komt dan nog, vooral in de laatste honderd jaar,
meer in het bijzonder in de laatste halve eeuw,
de ontwatering, niet alleen voor de waterleidingen
maar ook door kanalisatie, afzanding of met den
opzet, om de natte valleien geschikt te maken
voor cultuur.
Wij weten maar al te goed, hoe deze verschil
lende ontwateringsmaatregelen het heele duin van
den Hoek van Holland tot Bergen en Schoorl
hebben geschonden. Van Steyn is van oordeel
dat op den duur ook het onttrekken van diep"
water de duinen nog meer zal schaden. Een geheel
floracomplex gaat daardoor verloren. Evenwel
is bij voldoenden regenval en goede samen
stelling van den bodem gelukkig nog boomgroei
van allerlei aard mogelijk en mogen we met ver
trouwen blijven bebosschen, des te ineer nog,
omdat hoogstwaarschijnlijk de drinkwatervoor
ziening toch naar andere bronnen uitziet, nl.
het meer Flevo en de groote rivieren.
Hier en daar in de duinen vinden we nog indruk
wekkende getuigenis van bebosschingspogingeii
uit vroeger tijd, o.a. in het Kennemer duin het
werk van de Borski's. En als een waardig monu
ment van werkzaamheid'op dit gebied zullent we
altijd beschouwen de Staringsbosschen in de
duinen van Bergen en Schoorl, die thans weldra
driekwart-eeuw oud zullen zijn en een prachtig
natuurlijk geheel vormen. Van Steyri gedenkt ook
met groote piëteit Starings heldhaftig streven.
En hij betreurt het bitter, dat Thorbecke in 1871
op een rapport van een ,,onpartijdig deskundige"
besloot, voor Starings proefnemingen geen cent"
meer uit te geven, juist toen de onvermoeide
strijder voor onze duinen de oplossing gevonden
had door den uitzaai van Oostenrijksche dennen.
Wanneerjdestijds de Ministerjmeer^vertrouwen
A*
ELKEN O.\<1 .KX GLAASJE U | /
had betoond in den pionier dan in den deskundige,
dan waren wij nu twintig jaren verder, want eerst
in 1893 heeft de Staat weer ernstig aandacht
geschonken aan het vraagstuk der duinbebossching.
De Zwarte den in zijn twee variëteiten, de Oosten
rijksche en de Corsicaansche den, is gebleken uit
muntend geschikt de zijn voor ons klimaat en
onze duinen. Honderden en honderden hektaren,
zoowel op den vasten wal als op de eilanden zijn
er mee beplant. Ook de particuluere duinbezitters
hebben zich niet onbetuigd gelaten en vooral in
de duinen van Overveen en Bloemendaal komt
het nieuwe zwarte-deanen-landschap al heel duide
lijk te voorschijn.
In de laatste twintig jaren wint de overtuiging
al meer en meer veld, dat ook het loofhout niet
verwaarloosd mag worden. Daarvoor biedt de
binnenduinrand de beste gelegenheid, maar ook
ver in het duin tot dicht aan de aee vinden we uit
vroeger dagen mooie berkenbosschen en zelfs
heel zware eiken. Wij mogen dus de hoop koesteren,
mettertijd in de duinen een woudgebied te krijgen,
dat, tenminste plaatselijk, niet al te zeer verschilt
van wat er ontstaan zou zijn, wanneer de Romeinen
het konijn gelaten hadden, waar het thuis hoort
en wanneer de menschen niet steeds dom en baat
zuchtig aan de duinen hadden gemorreld.
De beteekenis van duinbebossching is vooral,
dat het op den duur de goedkoopste manier is
om de duinen vast te leggen. Doch alles wijst er op,
dat op den duur en bij goede inrichting de hout
opbrengst nog wel van belang kan blijken. En
bovenal is het verblijdend, dat het duinbosch een
geschikt wandeloord kan zijn. zoo zelfs, dat het
mettertijd zonder vrees opengesteld kan worden
voor het groote publiek, dat, in schaarsch begroeide
duinen toegelaten, een nog noodlottiger uitwerking
zou hebhen dan het konijn. Ook aan dezen kant
van het vraagstuk schenkt van Steyn groote aanv
dacht.
Maar uit zijn prachtige boek krijgen wij voor
als nog de vaste overtuiging dat wij onze duinen
altijd met de meeste zorg en omzichtigheid moeten
behandelen.
XNDER
ZONEN