Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
Onder hoofdredactie van A. C. Josephus Jitta
Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltetna en M. Kann. Secretaris der redactie: G, F. v. Dam
Keizersgracht 355, Amsterdam G. - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000
Opgericht in 1877
No. 2916
Zaterdag 22 April 1933
r
Prins Willem I en de eenheid
van ons volk
Zoowel In onze geschiedenis als In onze
Ideeën vormen de persoon en de denk
beelden van Prins Willem I de stevigste
grondslag voor onze nationale eenheid
Vormt ons Nederlandsche volk en ons vaderland
?«en eenheid? Er zijn verschillende overwegingen,
-die ons op het eerste gehoor geneigd zouden maken
?die Traag ontkennend te beantwoorden.
Onze bevolking is van zeer heterogenen
oor-sprong. De eerste bewoners van ons land waren uit
-alle windstreken afkomstig. Door alle eeuwen heen
"hebben buitenlanders zich in ons land gevestigd:
Hugenoten uit Frankrijk, Joden uit .Spanje en
Portugal. Napoleon heeft zelfs beweerd en
heelemaal onjuiat is het niet - dat het beste deel
van onzen bodem een aanslibsel is van
buitenlandsche rivieren.
De bronnen van onze volkswelvaart, de land
bouw, de handel en de industrie, produoeeren
Althans voor de helft voor de buitenlandsche
. Jmarkt. Onze vaderlandsche markt, zoowel in Euro
pa als in onze overzeesche «ewesten, staat bijna
zonder eenige bescherming open voor buiten
landsche goederen en kapitaal.
De Nederlanders hebben van oudsher groote
belangstelling gehad voor het buitenland, ook voor
uit het buitenland geïmporteerde ideeën. Wij lezen en
spreken meer of minder gebrekkig of voortreffelijk,
?al naar men het nemen wil, -Fransen, Duitsch en
Engelsen.
Wij gaan er prat op sinds vele eeuwen een cen
trum te zijn van internationalen handel en van
internationaal recht.
Is, er wel iets specifiek Nederlaridsch 'f
Wie een schilderij wil beoordeelen moet het niet
van al te dichtbij bekijken. Doet hij dat wel, dan
?ziet hij slechts de details, een onbegrijpelijke men
geling en opeenstapeling van hoopjes verf. Wil men
het schilderij in zijn juiste waarde hegrijpen, dan
moet men het op een bepaalden afstand bekijken,
?zoodat men niet in de eerste plaats let op de
details, maar het geheel overziet.
Het is moeilijk, datzelfde juiste standpunt in te
nemen ten aanzien van een geheel land en een
geheel volk. Wat wij waarnemen zijn boeren en
stedelingen, ondernemers en arbeiders, kooplieden
en industrieelen, verschillende godsdiensten en 53
politieke partijen. Zij verbergen voor den
oppervlakkigen waarnemer de kern van de zaak: de
geleidelijk gegroeide en in onze diepste gevoelens
levende nationale eenheid.
Niemand heeft tot het ontstaan van die nationale
eenheid meer bijgedragen dan Prins Willem I. Hij
werd geboren als Duitscher, hij erfde een
Franschen titel, hij kreeg zijn opvoeding aan een
Spaansch hof en hij werd de grondlegger van de
vrijheid der Nederlanden. Zoowel in onze vader
landsche geschiedenis als in onzo ideeën vormen de
persoon en de denkbeelden van Prins Willem I de
boste grondslag voor onze nationale eenheid.
Treffend juist heeft Jhr. Mr. A. F. de Savornin
Lohman het uitgedrukt: Het is voor ieder, die
zijn ooren niet gesloten houdt voor de stem der
geschiedenis, niet moeilijk om de stelling te hand
haven, dat Nederland zijn opkomst te danken
aan den strijd voor de gewetensvrijheid."
Het is van oudsher een «trijdvraag geweest, of
Nederland den 80-jarigen oorlog tegen Spanje in de
eerste plaats hec-ft gevoerd voor de staatkundige,
dan wel voor de godsdienstige vrijheid.
Tijdens het beleg van Leiden in 1574- critiseerde
een predikant in een preek in de Pieterskerk te
Leiden het randschrift van de noodmunt, die de
overheid had doen slaan. Het randschrift van
die noodmunt luidde zijn insziens ten onrechte
libertatis causa" (ter wille van de vrijheid in
het algemeen). Het had moeten luiden religionis
cavtsa" (om den godsdienst). , 4
Over die critiek ontstak een magistraat onder
het gehoor van den predikant zoozeer in woede,
dat hij een pistool greep, om met dit. krachtige,
maar niet zeer overtuigende argument den prediker
tot beter inzicht te brengen. En het was, naar de
geschiedschrijver ons verhaalt, slechts aan de
tusschenkomst van burgemeester van der Werff te
danken, dat het incident geen ernstige gevolgen had.
In de geschiedenis van onzen opstand tegen
Spanje zijn de strijd tegen het schenden van de
privilegiën onzer steden en die tegen de Spaansche
inquisitie, de strijd voor de staatkundige vrijheid en
die voor de vrijheid van geweten, zoo nauw met
elkander verweven, dat het nauwelijks mogelijk is
ze van elkander te onderscheiden.
Katholieken zoowel als Hervormden, heeft
Prins Willem I gezegd, hebben mij aangespoord
den strijd tegen de Spaansche troepen en voor de
vrijheid der Nederlanden op te nemen.
In zijn beroemde, op Oudejaarsavond 1564 in
den Raad van State uitgesproken rede zegt hij in
dezelfde zinsnede: ik kan niet goedkeuren, dat
de vorsten naar hun wil het geweten hunner
onderdanen aaa banden leggen en hen van de
vrijheid van hun geloof en van hun godsdienst
berooven" en tevens ik ben Katholiek en wensch
van dien godsdienst niet af te wijken."
Nederlanders van verschillenden godsdienst en
van uiteenloopende politieke overtuiging kunnen
in den persoon en de denkbeelden van Prins
Willem I elk naar believen meer in hot bijzonder
herdenken, wat hun het best aanstaat.
De Protestanten kunnen in hem eeren den
'strijder tegen de Spaansche inquisitie en voor het
'Calvinistisch geloof. De Katholieken zullen in het
bijzonder getroffen zijn door zijn streven om
'Katholieken, zoowel als Protestanten tot alle open
bare bedieningen toe ts laten. Die strijd heeft de
Zwijger niet gewonnen. Eerst na lange aarzeling
iheefthij de acte van de Unie Van Utrecht geteekend,
die wel de gewetensvrijheid, maar niet de erken-.
ning van de gelijkheid in rechten van de aanhangers
van alle godsdiensten behelsde. Het zou nog eenige
eeuwen duren vóór Nederland rijp was om de
denkbeelden van den Prins in hun vollen omvang
te aanvaarden. De Joden zullen zich met dank
baarheid herinneren, hoe ; het levenswerk van
den Zwijger de toegang tot de Nederlanden open
stelde voor hun om hun geloof uit Spanje en
Portugal verdreven geloofsgenooten.
De liberalen zullen in den Prins in de eerste
plaats zien den voorvechter van hun denkbeelden
Inhoud:
. 3.
4.
i. Prof. Mr. A. C. Josephus Jitta, Willem de
'.'?«S f Zwijger. '< 'i K<
2. Dr. Philip J. Idenburg, Te veel studenten!
L. J. Jordaan, Deutschland isoliert sich selbst.
Melis Stoke, Voorjaarsvreugde, teekeningen
Harmsen van Beek.
5. Ickdien, Het marinevraagstuk. ? B. van
Vlijmen, De dollarkoers.
6. Mr. E. Straat, Engelsche boeken.
[ 7. Dr. P. van Olst, Wetenschappelijke varia.
g. Otto van Tussenbroek, Postzegel prijsvraag.
10 ii. E. H. Metz, Japansch tooneel.
12. A. Plasschaert, Schilderkunst.
L. J. Jordaan, Bioscopy.
C. A. Klaasse, De dollar.
Albert Heiman en Theo van Reyn, Boek
bespreking.
A. H. Krook, Pioniersarbeid op Borneo.
A. F. J. Portielje, Levende kolibris.
Uit het klidsckrift van Jantje. Alida
Zevenboom, Croquante croquetjes.
Letterraadsel. Charivaria.
Omslag: Spelproblemen.
13.
15.
16.
ij.
18.
19.
omtrent staatkundige en godsdienstige vrijheid
Onze min o£ meer revolutionnaire landgenooten j
zouden, indien zij zich niet ten onrechte van iedere <
huldiging afzijdig hadden gehouden, ia den Prins i
moeten eeren den revolutionnair, die een hooge ,
positie, zijn vermogen, zijn zoon en zijn broeders ;
en ten slotte zelfs zijn leven heeft geofferd in den
strijd tegen een gezag, dat hij onrechtmatig achtte. '
Dat is meer dan van de meeste revolutionnairen
kan worden getuigd.
Geen enkele godsdienst en geen enkele politieke
overtuiging, van de vele van dien aard, die wij
in Nederland kennen, kan pretendeeren de specifiek
Nederlandsohe te zijn.
De Nederlanden hebben een eerste hoogtepunt
bereikt in den Bourgondischen staat tijdens het
bewind van Karel V, toen de Katholieke gods
dienst de heerschende was. De Nederlanden
hebben hun bloeitijd gehad in onze gouden eeuw,
toen de Gereformeerde Kerk een soort van staats
kerk was. In de periode van het eind van de vorige
eeuw zijn de Nederlanden uit hun verval tot
nieuwen bloei ontwaakt onder een in hoofdzaak
liberaal bewind. En het valt nog niet te voorspellen,
welke richting aan het bewind zal zijn, wanneer de
Nederlanden in de toekomst naar wij allen hopen
tot nieuwe welvaart zullen komen.
Laat ons daarom bij de herdenking van deii
geboortedag van den Vader des Vaderlands de
nationale eenheid in het volle licht en op den
voorgrond stellen en, gedachtig aan den myste
rieuzen bijnaam van den grondvester onzer onaf
hankelijkheid, althans voor n oogenblik omtrent
alle godsdienstige, politieke en economische ge
schillen zwijgen.
A. C. JOSEPHUS JITTA