Historisch Archief 1877-1940
*.*'
Levende kolibri 's in Nederland
Voor het eerst eijn in Nederlandjuit
Braziliëmet succes overgebrachte Koli
bri's te bewonderen. Wel kon. men zich
tot dusver omtrent deze vogeltjes ori
nteeren in het museum van Artis, dat
verscheidene soorten laat zien, alsook
in de bibliotheek, die de kostbare,
met uitnemend"? kleurenplaten veïr
lüehte ioliobaöden"' van Gould's
mojnographie over dé. Kolibri's bevatj.
Evenwel, men moet het gedrag dezer
?wonderbaarlijke ininiatuurvogels, wier
kléuïenf enkeling alle beschrijving
tart, van nabij hebben gadegeslagen,
om er de volle schoonheid en biologi
sche merkwaardigheid van beleefd en
beseft te hebben.
Als aanschietende
pijlstaartvlinders, plots met snorrend snel
klapwieken in volle vlucht voor een
bloem staande", steken ze de lange
draaddunne zuigtong in de kroonbuis
om er nectar 13 lekken, insecten of
epinnetjes te bemachtigen. Of, opvlie
gend van hun zitstokjes, die ze met
de teere teentjes omklemd hielden,
dartelen ze vlindervlug over de bloe
men en hangplanten van hun glazen
paleisje de minuscule bananenvliegjes
achterna, waarbij in het licht van
een zonlichtlamp hun schitterende
weerschijnkleuren van emerald en
turkoois, topaas en robijn afwisselend
opflonkeren. Of wel ze baden zich
veerschuddend en klapwiekend in de
sproeiregen, die de oppasser op hen
richt en waarvan eenige droppels te
veel het vogellijfje, dat slechts enkele
grammen weegt, omlaag doen tuime
len, zoodat het met gespreide vleu
geltjes en waaier-wijd staartje op 't
zand komt te liggen. Aanstonds na
volbrachte reiniging stijgt het met
trillende vleugeltjes op om zich op
nieuw te verlustigen op het bevoch
tigd bloemblad van een vuurroode
Canna, borst en kopje strijkend over
de natte bladslippen en met het
l jjngebogen snaveltje telkens een
waterdrop opnemend, waarbij de aan de
spits gespleten zuigtong rap verschijnt
en weer verdwijnt. Dan, na wat gretige
teugjes uit de tuit van het fleschje,
dat de voadseloplossing bevat en
waarbij het rondkwispelend tongetje
ongelooflijk ver kan worden uitge
stoken, het bevallige zonnen" op de
hoogste zitstok met scheefgehouden
kopje, n wiek en het sierlijk
staartwaaiertje behaaglijk gespreid.
Wonderlijk van vlugge zwenking bij
het heen en weer schieten van bloem
tot bloem is de vlucht der Kolibri's,
waarbij de vleugels, als snelwiekende
propellertjes nagenoeg onzichtbaar,
.zooals in de Berlijnsche diergaarde
T>y een daar levende soort kon worden
nagegaan, 3000 slagen per minuut,
zegge 50 per seconde! maken. Van
een onzer, tijdelijk in een van onderen
getralied
transportkooitjeovergebrachte exemplaren, voelde ik de door het
snorrend klapwieken teweeggebrachte
luchtstroom als een aanhoudende
tocht" langs mijn handen strijken.
Een op den traliebodem gelegd papier
werd door de zuigwerking der vleu
gels omhoog geheven en gehouden.
De kleinste Kolibrisoort is niet
veel grooter dan een flinke Hommel
en weegt slechts 3 gram, waarvan
dan het buitensporig ontwikkeld hart,
dat welhaast de helft der lichaams
holte inneemt, er nagenoeg 2 weegt.
Immers veel wordt hier gevergd van
de hartspier, die als krachtige
zuigpers-pomp aan de motoiische en
secretorische mechanismen der heftig
werkende vleugeltjes,
adem-halingsen spijsverteringsorganen de
levensnoodige zuurstof en voedingstoffen
A. F. f. Portielje
Teekening Felix Hess
moet blijven toevoeren. De stofwis
seling verloopt in verband met de
minimale grootte en maximale be
drijvigheid dezer vogeltjes al bijzonder
snel. Per etmaal kan wel het dubbele
lichaamsgewicht aan voedsel worden
opgenomen.
De Kolibri's worden wel de
kapellen onder de vogels genoemd.
Inderdaad herinneren ze niet alleen
door hun wondermooie
weerschijntinten aan bonte dagvlinders, maar
ook of juist door het feit, dat ze met
hun merkwaardig aangepaste"
zuigtong evenals deze in de biologische
levensgemeenschap" van hun levens
milieu de onwillekeurige taak van
bemiddelaars bij het
bestuivingsproces der bloemen vervullen.
Ornithologisch beschouwd zijn de uit
sluitend in Amerika inheemsche Ko
libri's aan de z.g. Oierzwaluwen"
verwant en moeten ze zoo min als
deze en de Nachtzwaluwen" of
Geitenmelkers" die nl. evenmin
eigenlijke zwaluwen zijn?tot de Zang
vogels maar tot de Scharrelaarvogels
worden gerekend, waartoe, onder ver
scheidene andere vogelgroepen, ook
nog de Spechten behooren. Zooals
Fürbringer heeft aangetoond in zijn
beroemd standaardwerk
Untersuchungen zur Morphologie und
Systemitik der Vogel", dat met materiaal
van Artis tot stand gebracht en door
dit Genootschap uitgegeven werd als
omvangrijk deel der Bijdragen tot
de Dierkunde", het wetenschappelijk
tijdschrift, dat Artis laat verschijnen.
Aan de Spechten dan, herinnert de
tong der Kolibri's, die bijzonder lang
is en voorts nog met behulp van haar
zeer verlangde, achter om den schedel
heen gebogen tongbeenhorens ver
rassend ver kan worden uitgestoken.
In tegenstelling met de spitse
weerhakendrageiide spechtentong is het
voorste deel der kolibritong echter in
tweeën gedeeld en aan weerszijden
overlangs omgebogen, zoodat een
zuigbuis ontstaat, die aansluit bij
de snavel-buis, gevormd door de beide
snavelhelften, die binnenwaarts diep
uitgehold zijn, terwijl de boVensnavel
om den ondersnavel heengrijpt. Het
geheel vormt dus een doeltreffend
aangepast" zuigorgaan, in verband
met het nectar-zuigen der Kolibri's,
wier tonglengten soortsgewijze bij be
paalde bloemvormen passen, zooals
de verschillende vlinder-, hommel-,
bijen- en vliegenzuigers dit verschijn
sel eveneens te zien geven. Bijzondere
aanpassingstoestanden, behoorend bij
het trillend snel en aanhoudend
vleugelbewegen, geeft het naar ver
houding geweldig ontwikkelde borst
been te zien, dat door een
kogelgewr'icht met het ravenbekssleutelbeen
zeer beweeglijk is verbonden, waar
door de lichaamsholte bij in- en uit
ademen snel en uitermate vergroot
en weer verkleind kan worden. Even
als bij alle andere vogels heeft dan de
aanwezigheid van luchtzakken ach
ter" de longen, waardoor een over
maat van lucht ingeademd kan wor
den niet alleen een gering soortelijk
gewicht tengevolge, maar verhindert
ook een buiten adem geraken" in
zooverre ook of juist bij 't uitademen
de nog grootendeels onverbruikte
lucht weer door de longen terugge
voerd wordt en zoo dan ten tweede
male zuurstof aan het bloed dat de
vochtige longblaasjes omspoelt, kan
afstaan.
De verzorging onzer Kolibri's is
voor hun oppasser, die zich tevoren
in den Dierentuin te Berlijn met hen
vertrouwd kon maken en hen daarna
behouden naar ons vogelhuis heeft
overgebracht, geen sinecure. Een
zonlichtlamp boven hun verblijf onder
houdt een 16-uren-dag, waarin de
beweeglijke, veel voedsel vereischende
vogeltjes genoegzaam gelegenheid tot
voedselopname vinden. Behalve aan
de hun regelmatig versch voorgezette
bloemenweelde en speciaal voor hen
gekweekte Bananenvliegjes, doen ze
zich aan een in doelmatige zuigf leschjes
op standaards gereed staande
voedseloplossing te goed, die tweemaal daags
zorgvuldig bereid moet worden, 's Mor
gens bestaat die oplossing uit met wa
ter aangelengde gecondenseerde melk,
bijenhonig, Mellin's Food, Liebig's
vleeschextract en rietsuiker; 's mid
dags uit een waterige oplossing van
honing en suiker zonder meer. Eens
per weok wordt aan het eerste mengsel
nog een weinig norit toegevoegd. Ook
bij het uitdraaien der zonlichtlamp
10 uur 's avonds moeten de noodige
voorzorgen worden genomen, en niet
dan nadat elk vogeltje behoorlijk zit
te roesten" op de in verband met
de zwakke pootjes en teere teentjes
dunne en zachte zitstokjes, mag de
lamp uitgeschakeld worden.
Fladderwiekt er nog een of ander van zijn
stokje, hetgeen gehoord en met een
zaklantaarn geconstateerd kan wor
den, zoo moet er weer licht gemaakt
en opnieuw gewacht worden tot alle
slapensreêzijn. Zoo kan het naar
bed brengen" onzer Kolobri's soms
geruimen tijd in beslag nemen.
Gelukkig'gaat alles tot nog toe naar
wensch, worden de vogeltjes met den
dag tieriger, zoodat het mannetje van
een paartje al op een zweem van
premaritele uitingen en zelfs op aan
vechtingen van territorium-ruzietjes
betrapt is geworden. Wie weet be
leven we in Artis, waa,r deze
kolibris thans zijn, waar van zooveel
merkwaardige vogels de
voortplantingsbiologie in finesses bestudeerd
kon worden, nog eens de
broedverzorging van een kolibri-paartje ! j |jfl
Nieuwe Uitgaven
Bij de N.V. J. B. Wolters' uitgevers
maatschappij te Groningen is een
brocmire verschenen van Dr. J. H.
Ronhaar over Het vaderschap bij de
primitieven.
Bij den Nederlandschen vertegen
woordiger der Zwitsersche
Verkeerscentrale te Amsterdam is een
Nederlandsche bewerking van den
Zu-itserschen Hotelgids" verschenen.
De redactie van de schoolkrant van
,,De Nieuwe Schoolvereeniging" te
Amsterdam heeft de A pril-afle vering
van haar blad geheel gewijd aan
Willem van Oranje.
H. D. jeenk Willink en Zoon's uit
gevers-mij . te Haarlem heeft een twee
den bundel van de Herinneringen van
Geertruida Carelsen. de Haarlemsche
journaliste, die in het begin van deze
maand 'M jaar werd, uitgegeven ter
gelegenheid van de viering van dezen
verjaardag in het licht gegeven.
Van Th. H. van de Velde verscheen
De volmaakte Vrouw bij Querido's Uit
gevers-mij. Een nieuw deel ter com
pleteering van de bekende werken
over het huwelijk, dat voornamelijk
handelt over gymnastiek en deswege
op bizondere wijze geïllustreerd is. Nu
worden vraagstukken uit het huwe
lijksleven behandeld als lichamelijke
opvoeding. Het boek is uit een te
kleine letter gezet en derhalve moeilijk
leesbaar. (Ing. / 10.50, geb. ? 12.50).