De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 22 april pagina 18

22 april 1933 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

*.*' Levende kolibri 's in Nederland Voor het eerst eijn in Nederlandjuit Braziliëmet succes overgebrachte Koli bri's te bewonderen. Wel kon. men zich tot dusver omtrent deze vogeltjes ori nteeren in het museum van Artis, dat verscheidene soorten laat zien, alsook in de bibliotheek, die de kostbare, met uitnemend"? kleurenplaten veïr lüehte ioliobaöden"' van Gould's mojnographie over dé. Kolibri's bevatj. Evenwel, men moet het gedrag dezer ?wonderbaarlijke ininiatuurvogels, wier kléuïenf enkeling alle beschrijving tart, van nabij hebben gadegeslagen, om er de volle schoonheid en biologi sche merkwaardigheid van beleefd en beseft te hebben. Als aanschietende pijlstaartvlinders, plots met snorrend snel klapwieken in volle vlucht voor een bloem staande", steken ze de lange draaddunne zuigtong in de kroonbuis om er nectar 13 lekken, insecten of epinnetjes te bemachtigen. Of, opvlie gend van hun zitstokjes, die ze met de teere teentjes omklemd hielden, dartelen ze vlindervlug over de bloe men en hangplanten van hun glazen paleisje de minuscule bananenvliegjes achterna, waarbij in het licht van een zonlichtlamp hun schitterende weerschijnkleuren van emerald en turkoois, topaas en robijn afwisselend opflonkeren. Of wel ze baden zich veerschuddend en klapwiekend in de sproeiregen, die de oppasser op hen richt en waarvan eenige droppels te veel het vogellijfje, dat slechts enkele grammen weegt, omlaag doen tuime len, zoodat het met gespreide vleu geltjes en waaier-wijd staartje op 't zand komt te liggen. Aanstonds na volbrachte reiniging stijgt het met trillende vleugeltjes op om zich op nieuw te verlustigen op het bevoch tigd bloemblad van een vuurroode Canna, borst en kopje strijkend over de natte bladslippen en met het l jjngebogen snaveltje telkens een waterdrop opnemend, waarbij de aan de spits gespleten zuigtong rap verschijnt en weer verdwijnt. Dan, na wat gretige teugjes uit de tuit van het fleschje, dat de voadseloplossing bevat en waarbij het rondkwispelend tongetje ongelooflijk ver kan worden uitge stoken, het bevallige zonnen" op de hoogste zitstok met scheefgehouden kopje, n wiek en het sierlijk staartwaaiertje behaaglijk gespreid. Wonderlijk van vlugge zwenking bij het heen en weer schieten van bloem tot bloem is de vlucht der Kolibri's, waarbij de vleugels, als snelwiekende propellertjes nagenoeg onzichtbaar, .zooals in de Berlijnsche diergaarde T>y een daar levende soort kon worden nagegaan, 3000 slagen per minuut, zegge 50 per seconde! maken. Van een onzer, tijdelijk in een van onderen getralied transportkooitjeovergebrachte exemplaren, voelde ik de door het snorrend klapwieken teweeggebrachte luchtstroom als een aanhoudende tocht" langs mijn handen strijken. Een op den traliebodem gelegd papier werd door de zuigwerking der vleu gels omhoog geheven en gehouden. De kleinste Kolibrisoort is niet veel grooter dan een flinke Hommel en weegt slechts 3 gram, waarvan dan het buitensporig ontwikkeld hart, dat welhaast de helft der lichaams holte inneemt, er nagenoeg 2 weegt. Immers veel wordt hier gevergd van de hartspier, die als krachtige zuigpers-pomp aan de motoiische en secretorische mechanismen der heftig werkende vleugeltjes, adem-halingsen spijsverteringsorganen de levensnoodige zuurstof en voedingstoffen A. F. f. Portielje Teekening Felix Hess moet blijven toevoeren. De stofwis seling verloopt in verband met de minimale grootte en maximale be drijvigheid dezer vogeltjes al bijzonder snel. Per etmaal kan wel het dubbele lichaamsgewicht aan voedsel worden opgenomen. De Kolibri's worden wel de kapellen onder de vogels genoemd. Inderdaad herinneren ze niet alleen door hun wondermooie weerschijntinten aan bonte dagvlinders, maar ook of juist door het feit, dat ze met hun merkwaardig aangepaste" zuigtong evenals deze in de biologische levensgemeenschap" van hun levens milieu de onwillekeurige taak van bemiddelaars bij het bestuivingsproces der bloemen vervullen. Ornithologisch beschouwd zijn de uit sluitend in Amerika inheemsche Ko libri's aan de z.g. Oierzwaluwen" verwant en moeten ze zoo min als deze en de Nachtzwaluwen" of Geitenmelkers" die nl. evenmin eigenlijke zwaluwen zijn?tot de Zang vogels maar tot de Scharrelaarvogels worden gerekend, waartoe, onder ver scheidene andere vogelgroepen, ook nog de Spechten behooren. Zooals Fürbringer heeft aangetoond in zijn beroemd standaardwerk Untersuchungen zur Morphologie und Systemitik der Vogel", dat met materiaal van Artis tot stand gebracht en door dit Genootschap uitgegeven werd als omvangrijk deel der Bijdragen tot de Dierkunde", het wetenschappelijk tijdschrift, dat Artis laat verschijnen. Aan de Spechten dan, herinnert de tong der Kolibri's, die bijzonder lang is en voorts nog met behulp van haar zeer verlangde, achter om den schedel heen gebogen tongbeenhorens ver rassend ver kan worden uitgestoken. In tegenstelling met de spitse weerhakendrageiide spechtentong is het voorste deel der kolibritong echter in tweeën gedeeld en aan weerszijden overlangs omgebogen, zoodat een zuigbuis ontstaat, die aansluit bij de snavel-buis, gevormd door de beide snavelhelften, die binnenwaarts diep uitgehold zijn, terwijl de boVensnavel om den ondersnavel heengrijpt. Het geheel vormt dus een doeltreffend aangepast" zuigorgaan, in verband met het nectar-zuigen der Kolibri's, wier tonglengten soortsgewijze bij be paalde bloemvormen passen, zooals de verschillende vlinder-, hommel-, bijen- en vliegenzuigers dit verschijn sel eveneens te zien geven. Bijzondere aanpassingstoestanden, behoorend bij het trillend snel en aanhoudend vleugelbewegen, geeft het naar ver houding geweldig ontwikkelde borst been te zien, dat door een kogelgewr'icht met het ravenbekssleutelbeen zeer beweeglijk is verbonden, waar door de lichaamsholte bij in- en uit ademen snel en uitermate vergroot en weer verkleind kan worden. Even als bij alle andere vogels heeft dan de aanwezigheid van luchtzakken ach ter" de longen, waardoor een over maat van lucht ingeademd kan wor den niet alleen een gering soortelijk gewicht tengevolge, maar verhindert ook een buiten adem geraken" in zooverre ook of juist bij 't uitademen de nog grootendeels onverbruikte lucht weer door de longen terugge voerd wordt en zoo dan ten tweede male zuurstof aan het bloed dat de vochtige longblaasjes omspoelt, kan afstaan. De verzorging onzer Kolibri's is voor hun oppasser, die zich tevoren in den Dierentuin te Berlijn met hen vertrouwd kon maken en hen daarna behouden naar ons vogelhuis heeft overgebracht, geen sinecure. Een zonlichtlamp boven hun verblijf onder houdt een 16-uren-dag, waarin de beweeglijke, veel voedsel vereischende vogeltjes genoegzaam gelegenheid tot voedselopname vinden. Behalve aan de hun regelmatig versch voorgezette bloemenweelde en speciaal voor hen gekweekte Bananenvliegjes, doen ze zich aan een in doelmatige zuigf leschjes op standaards gereed staande voedseloplossing te goed, die tweemaal daags zorgvuldig bereid moet worden, 's Mor gens bestaat die oplossing uit met wa ter aangelengde gecondenseerde melk, bijenhonig, Mellin's Food, Liebig's vleeschextract en rietsuiker; 's mid dags uit een waterige oplossing van honing en suiker zonder meer. Eens per weok wordt aan het eerste mengsel nog een weinig norit toegevoegd. Ook bij het uitdraaien der zonlichtlamp 10 uur 's avonds moeten de noodige voorzorgen worden genomen, en niet dan nadat elk vogeltje behoorlijk zit te roesten" op de in verband met de zwakke pootjes en teere teentjes dunne en zachte zitstokjes, mag de lamp uitgeschakeld worden. Fladderwiekt er nog een of ander van zijn stokje, hetgeen gehoord en met een zaklantaarn geconstateerd kan wor den, zoo moet er weer licht gemaakt en opnieuw gewacht worden tot alle slapensreêzijn. Zoo kan het naar bed brengen" onzer Kolobri's soms geruimen tijd in beslag nemen. Gelukkig'gaat alles tot nog toe naar wensch, worden de vogeltjes met den dag tieriger, zoodat het mannetje van een paartje al op een zweem van premaritele uitingen en zelfs op aan vechtingen van territorium-ruzietjes betrapt is geworden. Wie weet be leven we in Artis, waa,r deze kolibris thans zijn, waar van zooveel merkwaardige vogels de voortplantingsbiologie in finesses bestudeerd kon worden, nog eens de broedverzorging van een kolibri-paartje ! j |jfl Nieuwe Uitgaven Bij de N.V. J. B. Wolters' uitgevers maatschappij te Groningen is een brocmire verschenen van Dr. J. H. Ronhaar over Het vaderschap bij de primitieven. Bij den Nederlandschen vertegen woordiger der Zwitsersche Verkeerscentrale te Amsterdam is een Nederlandsche bewerking van den Zu-itserschen Hotelgids" verschenen. De redactie van de schoolkrant van ,,De Nieuwe Schoolvereeniging" te Amsterdam heeft de A pril-afle vering van haar blad geheel gewijd aan Willem van Oranje. H. D. jeenk Willink en Zoon's uit gevers-mij . te Haarlem heeft een twee den bundel van de Herinneringen van Geertruida Carelsen. de Haarlemsche journaliste, die in het begin van deze maand 'M jaar werd, uitgegeven ter gelegenheid van de viering van dezen verjaardag in het licht gegeven. Van Th. H. van de Velde verscheen De volmaakte Vrouw bij Querido's Uit gevers-mij. Een nieuw deel ter com pleteering van de bekende werken over het huwelijk, dat voornamelijk handelt over gymnastiek en deswege op bizondere wijze geïllustreerd is. Nu worden vraagstukken uit het huwe lijksleven behandeld als lichamelijke opvoeding. Het boek is uit een te kleine letter gezet en derhalve moeilijk leesbaar. (Ing. / 10.50, geb. ? 12.50).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl