De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 29 april pagina 1

29 april 1933 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland Onder hoofdredactie van A. G. Josephus Jitta Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltema en ft!. Kann. Secretaris der redactie: G. F. v. Dam Keizersgracht 355, Amsterdam C. - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000 Opgericht in 1877 No. 2917 Zaterdag 29 April 1933 pft l* i& De nieuwe Kamer en 4 ? . * de nieuwe Regeering Wanneer een herstel van de oude coalitie mislukt, verdient bet aanbeveling een centrnm te vormen, dat door de B. K., de A.R. en de V.D. -wordt gesteund. De nieuwe Tweede Kamer, die vermoedelijk voor een termijn van ruim. vier jaren zitting zal hebben, is gekozen. Nog vóór de stembus was opengegaan, had het miuisterie-Ruys de Beerenbrouck, zooals te1 verwachten viel, zijn portefeuilles ter beschik king van de Koningin gesteld. Wij weten thans, hoe de Kamer zal zijn samen gesteld. Omtrent de veel belangrijker vraag, hoe de nieuwe regeering zal zijn samengesteld, verkeeren Wij nog in onzekerheid. Welke aanwijzingen omteent de nieuwe regeering kan men uit de sa menstelling van de nieuwe Tweede Kamer aflei den? De beide uiterste elementen hebben de grootste ?winsten geboekt. De partij, die het sterkst voor het gezag opkomt, de Anti-revolutionnaire partij, is met twee zetels vermeerderd. De partijen, die het gezag principieel het scherpst aantasten, de Communistische partijen, hebben drie nieuwe zetels veroverd. Van de zes groote politieke partijen hebben er vijf een verlies geleden. De beide grootste partijen, de B.K. Staatspartij en de S.D.A.P., hebben elk twee zetels verloren; de drie kleinere elk n zetel. Van deze zes partijen is alleen de Anti-revoluti onnaire partij er op vooruitgegaan. Er zal wel niemand zijn, die deze overwinning toeschrijft aan Je anti-revolutionnaire beginselen. Dit succes is te dxn&en ain. de verwachting van de kiezers, dat deze partij in sterkere mate dan eenige. andere het gezag van de overheid zal handhaven en het is bovendien een blijk van vertrouwen in den persoon van den heer Colijn. Het is, voorzoover men op dit oogenblik kan nagaan, zeer waarschijnlijk, dat de Koningin den heer CoHjn zal belasten met de vorming van een parlementair Kabinet. De Koningin zal immers staan voor de keuze, of zij een B.K. staatsman, of den heer Oolijn-met die formatie zal belasten. Geeft de heer Aalberse, afe leider van de R.K. Staatspartij, aan de Konin gin het zelfde advies, dat hij onlangs in zijn rede te Almelo iri het openbaar heeft gegeven, dan zou dat inhouden, dat er geen aanleiding bestaat in de eerste plaats een Katholiek met de poging tot vorming van een parlementair Kabinet te belasten. Maakt de heer Aalberse deze restrictie niet, dan zou het voor de hand liggen in de eerste plaats een Boomsch Katholiek, een lid van de grootste partij, welke in ieder geval in elk parlementair Kabinet vertegenwoordigd zal moeten zijn, uit te Qoodigen. Ia deze moeilijkheid uit den weg geruimd, dan wijst alles erop, dat de heer Colijn zal worden aangezocht, als formateur op te treden. De heer Colgn zal zich natuurlijk in de eerste plaats in verbinding stellen met den heer Aalberse Hun beide partijen tezamen tellen in het nieuwe parlement evenveel leden als in het oude: 42; wat de Katholieken hebben verjoren, hebben de Anti revolutionnairen gewonnen. Er zijn nog minstens 9 leden noodig om een parasmentaire meerderheid te verkrijgen. De eenige paftij, die op zichzelf deze meerderheid aan de combinatie kan verschaffen, is de C. H. Unie. Het is immers bij voorbaat uitge sloten, dat de heeren Colijn en Aalberse aansluiting zullen zoeken bij de socialisten. Dat zou derhalve beteekenen een herstel van de oude coalitie. Er is geen macht ter wereld, die deze coalitie zal kunnen tegenhouden, wanneer de drie partijen, die haar zouden YMrmen, een herstel van de coalitie zouden willen. Mttar er zijn tal van aanwijzingen,dat de drie partijea, die de coalitie zouden vormen, de combinatie moe zijn. met name de vooruitstrevende Roomsch Katholieken. Bovendien is het alles beheerschende strijdpunt. dat deze drie partijen langen tijd bijeen heeft gehouden, de schoolstrijd, uitgestreden. Daarmede is feitelijk de reëele grondslag aan de coalitie ontvallen. De vraagstukken, waarvoor de nieuwe regeering zal worden gesteM, liggen vrijwel geheel buiten het gebied, waarovej£<leze drie partijen het eens zijn. * * Vervalt de mogelijkheid», van het herstel der oude coalitie, dan ware theoretisch denkbaar: een democratische combinatie en wat men pleegt te noemen een nationale combinatie. De laatste combinatie, die alle groote politieke partijen met uitzondering van de min of meer revolutionnair gezinde partijen zou omvatten, zou onvermijdelijk niet alleen een anti-socialistisch, maar zelfs een anti-sociaal karakter dragen. Dat zou medewerking der democratische elementen uitsluiten. Trouwens, de heer Aalberse heeft reeds bij voorbaat verklaard, niet tot medewerking aan een dergelijk Kabinet bereid te zijn. Nog minder groot lijkt dte kans op een zooge naamd democratisch KaWnet. Daarin zouden immers de socialisten zitting moeten nemen. Deze hebben den laatsten tijd echter zeer duidelijk blijk gegeven, dat zij nocfi' ten aanzien van de handhaving van het gezag, noch tot het verkrijgen van een sluitende begroeting, noch ten opzichte van een onvermijdelijke korting op de salarissen van het overheidspersoneel, bereid zijn zelfs maar de minimum medewerking te verschaffen, die op dit oogenblik voor elke regeering onmis baar zal zijn. Nu de socialisten twee zetels hebben verloren en de communisten er drie hebben gewonnen, zullen de socialisten in nog veel min dere mate bereid zijn eenig risico voor het toe komstige regeeringsbeleid te dragen. Mislukt een herstel van « oude coalitie, dan is de weg vrij voor een parlementaire combinatie, die ik reeds vier jaren geleden in de Groene heb aanbevolen, die toen zeer weinig instemming heeft Inhoud: 1. Prof. Mr. A. C. Josephus Jitta, De nieuwe Tweede Kamer en de nieuwe regeering. 2. Dr. M. van Blankenstein, Oostemijksche perikelen. 3. L. J. Jordaan, De Kamerverkiezingen. 4. Melis Stoke, Romanschrijvers, teekeningen Harmsen van Beek. Constant van Wessem, Muziek. 5. Mr. F. Coenen, Reactie. B. van Vlijmen, De ,,GleichschaItung" in Duitschland. 6. Helmuth von Gerlach, Gruwelcampagne. 7. Dr. Jae. P. Thijsse, Bloemen plukken A. Plasschaert, Boekbespreking. 9. Mr. H. Schajte, Dramatische kroniek. 10?11. A. E. v. d. Tol, Schilderkunstkroniek. 12. Albert Heiman, Reizen in Spanje. 14. C. A. Klaasse, Bruggenbouw. 15. C. K., Beursspiegel. 16. Bjornsen Bjornsen, De bonten muts. Otto van Tussenbroek, Toegepaste kunst. 17. J. W. F. Werumeus Buning, Kroniek van den dans. Een Fransch boek over Jndië. 18. L. J. van Looi, Hexoden. v. D., Taalcursussen. B. van Vlijmen, Goed voorbeeld. 19. Uit het kladschrift van Jantje. Alida Zevenboom, Croquante croquetjes. 20. Letterraadsel. Charivaria. Omslag: Spelproblemen. ontmoet, maar thans heel wat meer kans van slagen heeft: de vorming van een centrum. De grondgedachte van deze combinatie is, dat de drie partijen van het midden, de lloomschKatholieken, de Antirevolutionnairen en de Vi'ijzinnig-Democraten de kern zouden leveren van het nieuwe Kabinet en zoowel de uiterste elementen van rechts als die van links van de combinatie zouden uitsluiten. Ik geef onmiddellijk toe, dat de resultaten van deze verkiezing den parlementairen grondslag voor deze combinatie niet hebben versterkt, maar verzwakt. Te zamen beschikten deze drie partijen in het oude parlement over 49 zetels, in het nieuwe parlement slechts over 48 zetels. Dat zij in de Eerste Kamer over de helft van de zetels beschik ken, doet weinig ter zake. Zoowel in de samenstelling als in het programma van het Kabinet zou duidelijk moeten uitkomen, dat het ministerie vertrouwt te kunnen steunen op de instemming van die leden van de StatenGeneraal en dat deel van de burgerij, dat zich noch tot de uiterste conservatieven, noch tot de uiterste radicalen wenscht te rekenen. Alvorens een dergelijk Kabinet gevormd zal zijn, zal ik nog wel de gelegenheid vinden hier ter plaatse omtrent de samenstelling en het programma van zulk een Kabinet in nadere bijzonderheden te treden. Ik beweer niet, dat zulk een Kabinet volmaakt ware. Ik verbeeld mij slechts, dat het in de huidige omstandigheden zou zijn het hoogste, dat in de politiek valt te verwezenlijken: het minst slechte. A. C. JOSEPHUS JITTA

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl