De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 29 april pagina 10

29 april 1933 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE SCHOONE KUNST Binnenhuis-decoraties van A. Bas-relief van A. Remiëns Binnenhuis-decoraties van A. Remië'ns Op den Brink van het Gooische Laren treft men sinds eenigen tijd een gedenkteeken aan voor Jan Hamdorff, die zoo energiek zijn ge meente vooruit" bracht en ook tot heil van het materieel bestaan van vele beeldende kunstenaren werkzaam was, door middel van zijn danstuinmet-jazzband, an nex tentoonstellingszaal. . Het is, dit gedenkteeken, een laag baksteenen muur tje, dat aan het eind een simpel, in hardsteen gehou wen, bas-relief kop draagt van dezen schildersvriend, die tijdens zijn leven de teekenen des tij ds eerder en beter wist te verstaan dan vele anderen van der gelijke vrienden. . . . Dit lelief, van een krachtigen eenvoud, sober, sterk en streng gedaan, zonder eenige ostentatieve stylee ring evenwel, is van den beeldhouwer Adrianus Re miëns, die reeds enkele jaren stilaan in Blaricum leeft en werkt. Behalve voor schilders heeft LarenBlaricum ook altijd voor beeldhouwers een groote attractie als woonplaats gehad: Mendes da Costa, John en Anton Radecker, W. de Graaf, Jacobs, Cor Demmink, Jozef Cantré, ik noem er [zoo maar enkelen voor de vuist weg. . . . die er gewoond en gewerkt hebben of nóg wonen en werken. Over 't algemeen komt beeldhouwwerk nóg moeilijker, al dan niet met behulp van een Jazz-band, onder de oogen van het groote publiek Trappenhuis van A. Remiëns dan schilderwerk. Zij die zich voor namelijk toeleggen op z.g. klein plastiek" of deze klein-plastiek beoe fenen bijwijze van speelsch divertisse ment naast hun meer serieusen arbeid, krijgen in dit opzicht nog wel eens een kans, maar iemand als Remiëns, die. ook al boetseerde hij in zijn begintijd enkele goede, stijlvolle dier- en andere figuurtjes, dit kleinere werk op den duur als onbevredigend en strijdend tegen zijn geheele geestes-houding verwerpt (zoo er thans een enkele keer nog wel eens iets bijwijze van plastisch praeludüeren in deze richting ontstaat, verdwijnt het al spoedig weer in den kleibak!) blijft voor dat publiek wel zér in de schaduw. Te meer nog waar de enkele groote opdrachten, waaraan hij de laatste jaren heel zijn aandacht en liefde gegeven heeft, werden uitgevoerd voor particuliere milieus, waar het werk min of meer bleef wéggesloten. Zoo kreeg hij, daartoe uitgenoodigd door den architect Wouter Hamdorff. in een landhuis te Blaricum een trap leuning, een balustrade, en een basrelief in de hal te verzorgen, benevens een deur in de studeerkamer. De trap en balustrade-decoratie werd door Remiëns direct, dus zonder eerst modellen te boetseeren. in Cubamahoniehout uitgevoerd en geeft een verbeelding van ,,de jacht". Het reliëf in den muur geeft met zijn drijvende water-nixen een verbeelding van Wagner's ..Rheingold". De deurlijst tenslotte symboliseert handel en scheepvaart, het levensterrein van den eigenaar van het landhuis. J^l Deze binnenhuis-decoraties zijn evenzoovele stalen van ambachtelijk kriapbeheerscht. gezond, evenwichtig werk. dat de spanning heeft van een natuur lijk rhythme en, alhoewel in den besten zin van het woord ..modern", nergens een ontijdig en krampachtig zoeken naar en willen van een ..modernen stijl" verraadt. Het natuur-gegeven groeit als 't ware vanzelf, eenvoudig en rustig, zonder schokken tot een stijlvolle synthese, die expressief is, zonder ook maar ergens de intieme rust van het huiselijk interieur te ver storen. Remiëns. die enkele jaren als atelier-jongen bij Mendes da Costa werkte, daarna de Ambachtschool en de teekenschool voor Kunstam bachten te Amsterdam bezocht, ver volgens op lateren leeftijd nog toe latingsexamen deed voor de Rijks academie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam en daar eenigen tijd onder leiding van prof. Bronner. Reuter en Molkenboer stond, heeft hier werk geleverd dat. ,,gezien ma,g worden". < ok builen een besloten particulier milieu om. Vandaar bij gaande foto's ! C' - Jan Zondag bij Van I>ier, Amsterdam Geboren uit eenvoudige Drentsche ouders, werd Jan Zondag voor onder wijzer opgeleid en leefde hij tot zijn 42ste jaar het leven van een dorps onderwijzer, verscholen ergens ver weg in de provincie. Xa dien gaf hij zich geheel aan zijn droomen en zijn natuurliefde, weggedoken schilderend in het stille Vreeland, temidden der Ijoosdrechtsche plassen niet hun wijde A. E. VAN verschieten, hooge luchten en open licht. Diaphaaii zijn die droomen: zij geven zich weg- aan de verten, waar doorzichtige fata morgana's in teere lichte kleuren van een eeuwig jonge en blijde wereld spreken; naief is die liefde, die de natuur slechts in haar prille lente-vreugd of haar open herfst klaarte kent en mint. Er is in Zondag's schilderijen, die hier voor het eerst ten toon hangen in een wereld die zich verbaast dat er nog zulke ..blondf idealisten" (ik-weet geen beter woord als deze schilder zijn, inderdaad vee Mariette Lydis overgekomen van dit diaphane en d naieve. Zij trekken u mee. van tl t voorgrond weg. waar de bodem spoedig (en bijna altijd langs e<_ boompje met jonge bloesemtakken verlaten wordt, over de plassen hee naar den einder, die, teer, in paarl moeren kleuren verschiet.... \Va: Zondag een enkek-n keer wat langer t den.... voorgrond en den begaru grond blijft en zich niet spoedig ki vermeien in de in het licht verglijdeiu kleuren en vormen van zijn ..fa morgana" in de verte, openbaart y,i< ecu zeker plastisch onvermogen, d ons belet ten volle met Zondag droom mee te gaan. Dit onverniogt komt ook tot uiting in de Fransol landschappen (La Vallée des Bai

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl