De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 29 april pagina 19

29 april 1933 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

WO. 2817 De Groene Amsterdammer van 29 April 1933 19 Uit het kladschriit van Jantje k-*1 > Croquante croquetjes Alida Zevenboom De liberale heeren hadden tegen me gezegd: mevrouw Zevenboom, u moest toch ook eens op huisbezoek voor dokter Vos gaan. Hij heeft u pas van uw zinking op uw linkeroog af geholpen en daar mag u wel wat voor doen" en ik dacht ook dat ik dat niet mocht weigeren en de heeren zeiden er nog bij dat ik dan meteen een goed woordje doen moest voor meneer Guépin die een neef moet zijn van admiraal de Buyter, net als meneer van Aalst, en u met uw over redingskracht, zeiden de heeren er bij, u mag niet thuis blijven" en ik ben gegaan maar dat is eens en nooit meer. Ik kwam het eerst bij een onbestorven weduwnaar die op een bovenhuisj e aan den O vertoorn woonde en hij liet me boven en voor ik het wist, had hij een flesch met twee glazen laten aanrukken en zat hij naast me op de canapéen nu ben ik niet gauw uit het veld geslagen en ik heb, wat de mannen betreft, heel wat meegemaakt, maar zoo'n brutale vent als daar op den Overtoom heb ik er niet veel ontmoet. De Inwendige had ook van die manieren waar een mensch niet tegen op kon en pas veel later merkte je wat er, eigenlijk gezegd, gaande was geweest maar die onbe storven daar op zijn bovenhuisj e neen, ik wil u wel zeggen dat ik blij Spoor's Mosterd W. A Spoor Jr was dat ik weer op straat stond en ik geloof dat het voor een deel kwam omdat ik, ter eere van de liberale partij, mijn blauwe zijdje aan bad gedaan en die maakt me erg jong, al zeg ik het zelf. Maar nog vreemder verging het me in een zijstraat van de Lairessestraat waar ik boven .werd gelaten bij een dame die me erg geduldig aanhoorde en toen ik uitge praat was en me vergist had en dokter Vos voor een neef van Michiel Adriaanszoon had uitgemaakt, begon zij en ik kon een half uur lang er geen speld tusschen krijgen wat me niet gauw overkomt en toen ik op straat stond, had ze me een half dozijn zwarte hemden en een half dozijn zwarte directoires verkocht en daar zit ik nu mee opgescheept. Zoo was die dame van de tongriem gesneden en nu ben ik er achter gekomen dat dat huisbezoeken lang niet een ieders werk is. Ik heb nu toch al heel wat verkie zingen meegemaakt. Bij mevrouw zaliger in de Bocht was het nog de goeje tijd. Toen zat wijlen meneer in den Gemeenteraad, zooals zoo wat al de heeren uit de Bocht, en een paar maanden voor de verkiezingen kwam hij thuis en dan zei h-ij dat de boel weer in prde was want op de Oroote Club" hadden de heeren met elkaar gesproken en de candidaten aange wezen en dan was er niets meer aan te doen en zij kwamen er met vlag en wimpel, maar toen stemden ook alleen nog maar de menschen die wat in de melk te brokken hadden en niet Jan en Alleman zooals nu en ik weet nog niet wat beter is. Toen ik Woensdag morgen in het stemlokaal zoo'n beetje om me heen keek, kon ik niet anders zeggen dan dat ik mijn hart vasthield omdat de gezichten om me heen nu niet direct wat je noemt er snugger uitzagen en om door zulke menschen geregeerd te worden en ik weet nog wel de woede van wijlen meneer toen op een avond naast de liberale kieevereeniging ,,de Grondwet" Bur gerplicht" werd opgericht. Dat boteekende, volgens hem, zooveel als de revolutie en ik had hem nog nooit zoo te keer hooren gaan en hij schold die heeren van ,,Burgerplicht" uit voor ,,sans-culotten". Ik wist niet wat dat voor dingen waren maar cle Inwendige heeft het me uitgelegd en ik vond het nog al erg van die heeren van Burgerplicht". . . . Later ben ik er achter gekomen dat het een soort scheldwoord was en toen nog .weer veel later de heeren van ..Burger plicht" y.ich splitsten en de kiesvereeniging Amsterdam" oprichtten, lachte meneer en zei dat dat hun verdiende loon was maar dat het tevens het begin van het eind beteekende en het is uitgekomen ook, want lang duurde het niet meer of er werden sociaaldemocraten ontdekt en toen was het heelemaal mis en het is, geloof ik, een geluk dat wijlen meneer dat niet meer beleefd heeft want hij zou er in zijn gebleven. En dan moet u weten dat mevrouw zaliger een zwak had voor Domela Nieuwenhuis, want hij was dominee geweest en zij had een paar maal onder zijn gehoor gezeten en was erg onder den indruk thuis gekomen en zij zei wel eens heel stiekum tegen me, dat als de vrouwen stemmen mochten, zij wel wist op wie zij zou stemmen en dan begreep ik haar, maar ik heb er nooit tegen wijlen meneer over gekikt want hij zou mij er om vermoord hebben want zoo zijn wij vrouwen en als de mannen eens over den schouder der dames konden kijken als zij het hokje rood maken, dan zouden ze vreemd op kijken, denk ik. En ik wil u nog wel vertellen dat het op een verkiezingsavond was dat ik voor het eerst den Inwendige hoorde spreken. liet was voor het Handels blad" en het stond er zwart van de menschen en aan den overkant voor het ..Nieuws van den Dag" van meneer Ritter. stond het ook zwart en daar hield de Inwendige een soort redevoering en ik moet u zeggen dat NloetUhrillen?Doeverstandig Luistert naar een goede les. Richt naar J. M. Schmidt Uw schreden Een vanouds vermaard adres! J. M. SCHMIDT, Opticien, Rokin 72 Amsterdam. ik zoo naar hem luisterde, dat ik niet eens merkte dat de politie er aan kwam en er op in begon te hakken, nu zie ik nog dien rossigen agent die later een kroegje had in de Lange Kiezel, op me af komen met zijn sabel boven zijn hoofd on Alida zou er geweest zijn als de Inwendige dien agent niet niet een kopstoot bewerkt had en toen ik weer bij mijn positieven kwam, zat ik naast hem in een klein cafétje op den Voorburgwal achter, of liever voor een groen gordijn, want dat mocht toen en hij sprak nog mooier met zijn fluweelen stem en hij had van die rnooie blanke handen en hij liet me drie glazen koude pons drinken om weer heelemaal bij te komen en be grijpt u rfu dat zoo'n man zoo ver keerd te pas is gekomen en niet een beetje geluk had hij minister kunnen zijn en hij stamde niet eens af van Michiel Adriaanszoon !. . . . Nieuwe Uitgaven Dr. C. (!. N. de Vooys, Geschiedenis run de Neilerlandsche taal, in hoofdtrekken geschetst. Uitgave J. B.WoJtern, Groningen. Sinds zijn tallooze malen herdrukte ,,Historische Schets van de Xederl. Letterkunde" weten wij dat prof. de Vooys een uitgelezen persoonlijkheid is voor het samenstellen van beknopte studieboeken. waar in uiterst klein bestek een schat van leerstof en biblio grafische kennis in ongemeen bevattelijken vorm is bijeengebracht. AVat hij reecis vele jaren geleden voor de geschiedenis van onze letterkunde deed. verrichtte hij thans ook voor de geschiedenis van onze taal. die hij in slechts een honderdtal paragrafen heeft weten te schetsen, van den tijd vóór de overlevering der eerste teksten, tot op heden. Terwijl deze .,Geschiedenis'' dooihaar beknoptheid vooral geschikt is als leerboek, vindt men in de ,,Aanteekeningen" velerlei onmisbare aan vullingen en bibliografische aanwijzin gen, die des te meer waarde hebben, omdat het uitgebreide tekstboek" van onxe taalgeschiedenis nog steeds moet geschreven worden. Aan het Afrikaansch en het Xederlandsch in Belgiëwerd bizondere aandacht be steed. II. Adverteert in de Groene" Omdat DE GROENE in hetgeheele landgelezen wordt door het beste publiek door het publiek dat iets te besteden heeft. De adverteerder behoeft niet te betalen voor een ver spreiding, waarmee hij hon derdduizenden bereikt) die juist niet tot het koopkrach tige publiek behooren, maar het betaalt hem om in dit blad te adverteeren, dat hem direct in contact brengt met het publiek dat hij zoekt. i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl